Zombies all over the place – over Buurthuis 2 van Josefin Arnell
Je tanden erin zetten. Doorbijten. Daar moest Laure van den Hout aan denken na het zien van de horror- en fantasyfilm Buurthuis 2 van Josefin Arnell. Op geestige, ingenieuze wijze verbeeldt de film van deze Prix de Rome-genomineerde kunstenaar hoe vastgoedontwikkelaars bestaande plekken ontzielen om er iets neer te zetten waar meer geld mee te verdienen is, maar dat in het belang van weinigen is.
Dat doorbijten gebeurt vrij letterlijk. De vastgoedontwikkelaar in Buurthuis 2 is een vampier. Ze heeft haar tanden in een project gezet waarbij een bestaande buurt in Amsterdam moet wijken voor een luxueuze ‘fish-spa’ met gastenverblijven. Want, ‘the local fish in the canals can be used as cheap workers in the beauty industry’, het is immers ‘exhausting hiring desperate people. Fish are so much better.’ Tijdens de pitch van de vastgoedontwikkelaar merkt een gemeentemedewerker op dat het lastig zal worden, er wonen namelijk veel mensen in de buurt waarop ze haar zinnen heeft gezet. Voor de vampier lijkt dat allerminst een bezwaar te vormen, het gebied is centraal gelegen en moerassig, perfect dus, en voor de mensen heeft ze ook wel een oplossing.
Het fictieve scenario kent griezelig realistische kanten. Ik heb dikwijls moeten lachen tijdens het kijken naar de film, als de borden pasta door een vloek bederven voor de ogen van de eters op wiens voorhoofden ineens hoorntjes verschijnen, bijvoorbeeld. Niet veel later duiken er vissenkoppen op tussen de spaghetti: uit hun bekken spuit gifgroen vocht en kruipen sprinkhanen en kakkerlakken. Maar deze humor en gore staan de ernst niet in de weg. Hier wordt een daadwerkelijke plaag geadresseerd, veroorzaakt door mensen in machtsposities.
Zo’n plaag leidt tot andere plagen. Die vele mensen doen lamslaan, doen toekijken en tot een collectief niet-handelen leiden. Tijdens de eerste lockdown las iedereen – zo leek het althans – met de nodige ijver Albert Camus’ De pest. Want men was wanhopig op zoek naar een oplossing nu een nieuwe plaag voor onze deur stond, of er eigenlijk al een voet tussen had. Wellicht kan de fictie ons iets vertellen over ons steeds penibel wordende heden. In de verbeelding schuilt een vrijheid waardoor we soms beter kunnen signaleren wat er gaande is, uit welke hoek het gevaar komt.
Een bebloede hand met dito onderarm steekt uit de grond omhoog, een aantal zombies doen zich tegoed aan een losgerukt hoofd, een ander likt slijmerig bloed op. In het volgende shot zien we ze zwalken over de straten van de Amsterdamse wijk Wittenburg terwijl de zon schijnt. Gevaar voltrekt zich veeleer op klaarlichte dag. Wie geïnjecteerd wordt met de belofte van het grote geld, ziet weinig anders meer dan prooien. Deze vampier en zombies zijn de vleesgeworden representatie van bloeddorstige machtslust.
—
Josefin Arnell werkte voor Buurthuis 2 samen met bezoekers en medewerkers van het Amsterdamse buurtcentrum De Witte Boei. De film maakt onderdeel uit van de Prix de Rome-tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam die nog tot en met 3 maart 2024 te zien is.