Zolang de mens er is laat de stilte zich niet horen
Wanneer je in een willekeurig woordenboek het woord ‘stilte’ opzoekt, vind je doorgaans een definitie die ongeveer neerkomt op: ‘de afwezigheid van geluid’. Als je daarentegen de term ‘geluid’ opzoekt zal je nergens iets vinden over ‘het ontbreken van stilte’. Theatermaker Sanne Vanderbruggen vroeg zich af hoe anders onze belevingswereld zou zijn als we zouden uitgaan van stilte als iets op-zichzelf-staands in plaats van het ontbreken van iets anders. In het Stiltemuseum, dat van 1 tot en met 5 november te zien is in Theaterbroedplaats De Sloot in Amsterdam, kun je de door haar verzamelde stiltes ervaren.
Theatermaker Sanne Vanderbruggen verzamelde stiltes. In het Stiltemuseum zijn deze stiltes samengebracht in geluidsopnames, teksten en beelden. Hoewel, als je stilte verwacht, valt het des te meer op hoeveel je eigenlijk hoort in die raamloze geluidsdichte hotelkamer, op het station tijdens een treinstaking, in een droom. Dramaturg Roos Euwe tekende de zoektocht van Sanne naar stilte op.
‘In 2016 woonde ik op zeven hoog vlak achter de Dam en werd daar geconfronteerd met de alomtegenwoordigheid van geluid en mijn eigen onmogelijke zoektocht naar stilte. Sindsdien ben ik gefascineerd door de vraag wat stilte is en vraag ik me af wanneer de daadwerkelijke afwezigheid van veel geluid ook leidt tot een gevoel van stilte? Hoe hangt de ervaring van stilte samen met de verwachting van bepaalde geluiden? Is het geluid van een vogel stiller dan het geluid van een klussende buurman, ook als het aantal decibel hetzelfde is? En worden we als mensen, nu we overwegend in steden vol geluid leven, juist gevoeliger of ongevoeliger voor stilte?
Voor Theater na de Dam schreef ik in 2016 de theatertekst DAM. die inzoomt op de vele verschillende en mogelijke gedachten van mensen tijdens de jaarlijkse twee minuten stilte op 4 mei, als onderdeel van de Dodenherdenking. Toen ik voor mijn studie van België naar Nederland verhuisde, en voor het eerst een 4 mei meemaakte, was ik erg onder de indruk van deze collectieve, gezamenlijke stilte. De tekst DAM. gaat over die gezamenlijkheid en tegelijkertijd over de onmogelijkheid om dezelfde gezamenlijke stilte te ervaren, om te weten waar de ander aan denkt. Voor DAM. heb ik de mensen uit het ledenbestand van BOG., de collectie van theatermakers waarvan ik deel uit maak, de vraag gesteld waar zij aan denken tijdens deze twee minuten stilte, en ook waar zij nog twee minuten collectief stil voor zouden willen zijn. Het ledenbestand zijn onze donateurs van ervaring die we voorafgaand aan een maakproces raadplegen. Ook voor het Stiltemuseum heb ik vragen gesteld aan dit ledenbestand, dat inmiddels uit zo’n vierhonderd mensen bestaat. Ik vroeg ze het volgende:
1 Definieer “stilte” zonder een woordenboek te gebruiken.
2 Hoe ziet stilte er volgens jou uit? Welke kleur, vorm, beeld komt in je op? Kan je dit tekenen en/of beschrijven?
3 Heb je een opname van een stilte? Zo ja, stuur de opname door samen met een beschrijving van wat / wanneer / waar deze stilte is.
Eén van de leden antwoordde:
hé bog,
qua stilte
er schijnt in het kabuki theater een geluid te zijn
waarmee ze vallende sneeuw illustreren
maar hoe, dat weet ik niet
wel de moeite waard om dat uit te zoeken
want de omschrijving alleen al
spreekt tot de verbeelding
groeten
In mijn onderzoek viel het me op dat wanneer je in een willekeurig woordenboek het woord ‘stilte’ opzoekt, je doorgaans een definitie vindt die ongeveer neerkomt op: ‘de afwezigheid van geluid’. Als je daarentegen de term ‘geluid’ opzoekt zal je nergens iets vinden over ‘het ontbreken van stilte’. Daar valt een hoop over te vinden en van te denken, maar vreemd is het niet. Hooguit onderstreept het een onbewuste doch collectieve aanname dat geluid de norm is in onze levens en stilte enkel een zeldzaam en veelal luxe restproduct. Geluid is zo alomtegenwoordig in onze levens dat we het gewend zijn. Bepaalde geluiden op bepaalde momenten noemen we stilte als ze ons niet afleiden. Ik vroeg me af: hoe anders zou onze belevingswereld zijn als we zouden uitgaan van stilte als iets op-zichzelf-staands in plaats van het ontbreken van iets anders? De stilte als startpunt, standaard, als nulmeridiaan. Hoogte wordt ook niet gedefinieerd als ‘het ontbreken van laagte’ maar ze kunnen evenmin zonder elkaar bestaan.
#30 A BRIEF SILENCE
(variaties)
There was a brief silence. I think I heard snow falling
There was a brief silence. I think I heard a bottle of Coke Zero expiring its expiring date
There was a brief silence. I think I heard us age slowly
There was a brief silence. I think I heard the universe expanding
There was a brief silence. I think I heard a clear blue sky above nuclear test ground
There was a brief silence. I think it was the carpet lying on the floor
There was a brief silence. I think I heard someone being forgotten about
There was a brief silence. I thought I heard something. But I did not.
De afgelopen jaren ging ik op zoek naar verschillende soorten ervaringen van stilte en maakte daar opnames van: een station tijdens een treinstaking, een kapel in een ziekenhuis, een zandduin, de stilte in Amsterdam na de uitschakeling van Ajax in de Champions League, de Dam tijdens de eerste lockdown in 2020, een steen onder water. Wanneer ik geen opname-apparaat bij me had, maakte ik notities. Er ontstond het verlangen om deze collectie samen te ballen in één werk, in een expositie van stiltes. Een museum met daarin de opgenomen stiltes, met beschreven stiltes, met stiltes in beeld en in objecten en ‘live’ stilte. Voor dit Stiltemuseum zoek ik naar een ideale combinatie van de ongeschreven regels van het museum en het theater: de gezamenlijke concentratie voor een bepaalde tijd die je als theaterpubliek ervaart én het individuele pad dat je als museumbezoeker aflegt waarbij je de verbanden en betekenis nog meer dan in theater zelf creëert.
Het Stiltemuseum is voor mij niet alleen een ode aan stilte in al zijn verschijningsvormen maar evengoed of zelfs vooral een ode aan de onuitputtelijke, soms maniakale, aandoenlijke maar vooral onmogelijke queeste van de mens om stiltes te vatten, om de stilte te horen. Want hoe hard je ook luistert, hoe stil het ook is, je zit altijd jezelf in de weg. Je zal altijd jezelf er nog horen ‘zijn’. Zolang je per ongeluk nog ademt of nét op een krakend takje gaat staan, zelfs als je enkel nog het kloppen van je eigen hart hoort, het suizen van je bloedsomloop. Zolang de mens er is laat de stilte zich niet horen. Het is die onmogelijkheid die me fascineert en ontroert. De zoektocht naar stilte als een zoektocht naar aanwezige afwezigheid. Joost Zwagerman zei eens over het werk van schrijver Willem Brakman, namelijk “dat ieder mens een heel diep compartiment van zijn bestaan kent, waarin hij eigenlijk hunkert naar een vorm van niet-bestaan. Het verlangen om er niet te zijn. Dat verlangen kan ook in kunstwerken zitten, waar stilte symbool kan staan voor de hunkering naar het niet-bestaan.”
Ik zie dat we als mensen op zoveel manieren proberen om daar zo dicht mogelijk bij te komen. Een onmogelijke ervaring die we, bij gebrek aan beter, stilte noemen.’
—
Het Stiltemuseum is te bezoeken bij Theaterbroedplaats De Sloot in Amsterdam van 1 tot en met 5 november, tijdens het Dirty Winter Wellness festival. Meer info en tickets vind je hier.