‘Zoals ik als kind keek, kijk ik eigenlijk nog steeds’ – op atelierbezoek bij Elleke van Gorsel
‘Eigenlijk heb ik geen vat op het leven, dat heb je niet in de hand, maar wel op mijn beelden.’ Alex de Vries bezocht het atelier van Elleke van Gorsel. Al haar werk, van zelfstandige beelden tot samengestelde installaties, heeft een uiterst persoonlijke achtergrond en motivatie. Ze kijkt nog altijd zoals ze als kind keek: heel dicht op de natuur, zodat haar waarnemingen zich verzelfstandigen als beeld.
Elleke van Gorsel is geboren op het Zeeuwse eiland Tholen, in Sint Maartensdijk en groeide op in een boerderij negen kilometer verderop. Ze had een tien jaar oudere zus en een zeven jaar oudere broer, te oud om als kind intensief mee op te trekken. Ze was op zichzelf aangewezen, maar daar had ze geen moeite mee. ‘Ik voelde me niet alleen. Ik was altijd iets aan het bekijken. Ik heb me, samen met mijn poezen-vriendinnen, nooit verveeld. Als een insect zat ik zo dicht mogelijk op de dingen. Visueel ben ik door het eiland gevormd.’ Ze ging op in de natuurlijke omgeving die haar omringde. Ze lag op de grond om grassen en bloemetjes van zo dichtbij mogelijk te bekijken. Ze observeerde zo nauwkeurig mogelijk wat ze zag. Ze liet haar gewicht in de rulle aarde zakken als de aardappelen net waren gerooid en zag de afdruk van haar lichaamsdelen een sculpturale vorm krijgen. Ze maakte een beeld van wie en waar ze was.
‘De grond waarop mijn vader verbouwde was zware zeeklei en daar kon ik gebruiksvoorwerpen en kleine beeldjes van maken die ik op de rand van de waterput in de zon liet drogen en soms beschilderde. Ik was voor Tholen een vrijgevochten kind. Ik ging naar school in Oud Vossemeer, als ik tijdens het fietsen naar de wolken keek fantaseerde ik dat ik in Zwitserland was. Tijdens het spelen in de natuur was ik soms keihard aan het zingen. Er was toch niemand die me hoorde. Eigenlijk wilde ik zangeres worden.’
Ze liet het niet bij die kinderfantasie. Ze maakte later studiereizen naar onder andere Mexico, Alaska, Nepal, Tibet, China, Thailand, Cambodja en Japan. Ook aan het zingen gaf ze uiteindelijk vorm als beeldend kunstenaar in de installatie Taalzangbeeld uit 2002, een muzikale performance met live muziek en projectie van twee beamers, met Rob van Heck op piano.
Op de HBS in Bergen op Zoom zei Nijendorff, haar leraar tekenen, dat ze haar talent verder moest ontwikkelen, dat ze naar de kunstacademie moest gaan. Dat was in het gezin Van Gorsel niet vanzelfsprekend. Het kunstenaarschap als invulling van het bestaan was vrijwel ondenkbaar. Een baan in het onderwijs behoorde wel tot het voorstellingsvermogen, dus deed ze toelating aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Daar werd ze afgewezen en op de valreep meldde ze zich in 1972 aan in Amersfoort voor de docentenopleiding handvaardigheid A en B, waar ze in 1978 afstudeerde. Ze maakte vooral keramische sculpturen en ze ging lesgeven aan het kunstencentrum in Oss. Dat zou ze twintig jaar blijven doen.
In 1982 besloot ze alsnog de opleiding tot beeldend kunstenaar aan de Academie St. Joost in Breda te doen waar ze aan de afdeling keramiek zou studeren om daarna haar zelfstandige beroepspraktijk in de kunst verder op te bouwen. Ze deed een werkperiode in het Europees Keramisch Werk Centrum dat toen nog in Heusden was gevestigd en nam onder andere deel aan de masterclass Over the Edge aan de KABK in Den Haag over penningkunst, en deed een masterclass Glas aan de Rietveld Academie in Amsterdam met Lino Tagliapietra. In grafisch atelier Daglicht in Eindhoven experimenteerde ze met grote formaten grafiek. Door die verdieping in uiteenlopende materialen en technieken ontwikkelde ze zich tot een multimedia-kunstenaar die voor haar werk ook fotografie en film inzet, werk in opdracht uitvoert, producten ontwerpt en maakt voor museumwinkels zoals voor het Rijksmuseum, en een eigen label voor textiele en 3D geprinte accessoires, Studio-ePosh, heeft opgezet. Ze kreeg een dochter en een zoon en verbouwde de garage achter haar huis in haar Eindhovense woonwijk tot een werkplaats. ‘Ik werkte op een kamer op de bovenverdieping van ons huis met een masker op en raam open vanwege het werken met toxische kunststoffen. Voor mezelf en mijn twee kinderen waren dat geen ideale omstandigheden, dus ik had een apart atelier nodig.’
Over de aard van haar kunstenaarschap zegt ze: ‘Eigenlijk heb ik geen vat op het leven, dat heb je niet in de hand, maar wel op mijn beelden.’ Ze vertelt dat op reis in Egypte haar man Kees door een bus werd aangereden en dat hij moest worden geopereerd, maar dat het ziekenhuis waar ze terechtkwamen zo onhygiënisch was, dat ze vreesde voor een amputatie. Ze besliste ter plekke dat niet te doen. ‘Ik moest hem beschermen als een leeuw en daar heb ik ook een sculptuur over gemaakt.’ De gele leeuw staat nog als een mythisch wezen in haar tuin.
Een vergelijkbare tragedie deed zich voor toen haar dochter Esther als negenjarig meisje bij een verkeersongeluk gewond raakte en ze over die situatie een installatie maakte.
Al haar werk, van zelfstandige beelden tot samengestelde installaties, heeft een uiterst persoonlijke achtergrond en motivatie. Haar afkomst vindt een bestemming in de beelden die ze maakt. Dat doet ze met uiteenlopende materialen en technieken die ze op specifieke wijze combineert in kostbaar en delicaat ogende sculpturen waarbij ze glas, brons, bladgoud, zilver, porselein combineert met digitale prints en grafische technieken. De noodzaak van haar kunst vindt ze in de bevestiging van wie ze is, waar ze vandaan komt, hoe ze in het leven staat en waar ze in haar werk op uitkomt. Typerend voor haar benadering is haar deelname in 2004 aan een tentoonstelling over ‘het landschap’ in het museum de Meestoof in St. Annaland op Tholen. Ze benaderde het onderwerp niet vanuit de natuurlijk omgeving maar vanuit haar familiegeschiedenis; het landschap van haar afkomst. Met als uitgangspunt twee portretten van haar grootouders van moederskant maakte ze de digitale print Beeld van een Smerdiekse femielje door in uitdijende cirkels de nakomelingen van die twee mensen vast te leggen op de oudste plattegrond van St Maartensdijk die ze kon vinden. ‘In mijn werk heeft alles een verband en gelaagdheid.’
Veel van haar beelden doen zich voor als een kostbaar kleinood met een tactiele kwaliteit, zoals de glazen sculptuur De (on)eindige gedachtenstroom die ze in opdracht van de Rabobank maakte van massief geblazen glas door een meesterblazer van Royal Leerdam, zelf ingelegd met 24 karaat bladgoud in twee lagen in het kommetje. ‘Het was een ode aan mijn vader Sam van Gorsel. Hij was mijn persoonlijke link met de vroegere Boerenleenbank. Het blauw symboliseert de kleur van de zee en de lucht in Zeeland, en het kommetje is de verbeelding van mijn jeugd, de bron van waaruit ik put gedurende de rest van mijn leven.’
De persoonlijke aard van haar werk, betekent niet dat zij zich niet met andere mensen verstaat of een afstandelijke houding inneemt ten aanzien van maatschappelijke problematiek. Er is eerder sprake van een intieme betrokkenheid daarmee vanuit haar persoonlijke situatie. Hoewel ze op Tholen werd opgevoed, komt ze niet uit een heel gelovig gezin. Toch heeft ze een spirituele verstandhouding gezocht met de wereldgodsdiensten die het leven van zoveel mensen bepalen. In het Textielmuseum in Tilburg maakte ze in 2005/2006 het werk Religare=Verbinden, een leporello waarin ze het Jodendom, Hindoeïsme, Boeddhisme, Christendom en de Islam verbeeldde in machinaal geborduurd velours voorzien van parels en verpakt in een katoenen doek met digitale prints.
In 2008 deed ze als artist-in-residence in de Openbare Bibliotheek Eindhoven met nieuwe Nederlanders het foto- en taalproject Herinneringen aan het vaderland en de moedertaal.
Elleke van Gorsel is een kunstenaar die zich door niets en niemand laat tegenhouden om de beelden te maken die ze voor ogen heeft. De eerste indruk die je van haar krijgt, is die van een bescheiden persoonlijkheid, maar pratend over haar werk maakt ze duidelijk dat ze weet wat ze wil en waar ze voor staat en dat ze met haar werk de wereld wel wil tegemoetkomen, maar alleen door te voldoen aan haar eigen bestaansvoorwaarden. Ze zet zichzelf op het spel.
In haar meest recente werk doet ze dat opnieuw door op Tholen weer naar de flora en fauna te kijken, naar leven op het land en in de zee, door er macro-opnamen van te maken en die te verbinden aan ervaringen tijdens een werkperiode in IJsland. Daar kwam het bewustzijn dat ze nog altijd kijkt, zoals ze als kind keek: heel dicht op de natuur, zodat haar waarnemingen zich verzelfstandigen als beeld.
In 2022 werd Elleke van Gorsel uitgenodigd om als artist-in- residence een maand te werken bij SIM Seljavegur in Reykjavik IJsland en aansluitend nog een maand bij Gilfelag in Akureyri ook op IJsland. De confrontatie met de natuur in IJsland relateerde ze aan haar jeugd op Tholen waar ze soortgelijke observaties had beleefd. Terug van haar IJslandse verblijf, ging ze op haar geboorte-eiland na in hoeverre die vergelijking waarachtig was. Om die tot stand te brengen moest ze met haar macrolenzen steeds dicht op het onderwerp gaan zitten. De afdrukken van een aantal foto’s bewerkte ze vervolgens met kleurpotlood, krijt, inkt en borduursels. Het zijn beelden van uiterst kwetsbare pluizen, van uitgebloeide bloemen of kale takjes, de geleedpotige onderdelen van schaaldieren, bedekt met fijne waterdruppeltjes en minieme haartjes die in verrassende hoeveelheden aanwezig zijn. ‘Ik werd getroffen door de kwetsbaarheid van een eenzaam weegbreetje dat in de harde zeewind zich toch op het land weet te handhaven en blijk geeft van een grote weerbaarheid. Het gaat over de kracht die je in jezelf kunt vinden. Al lijkt mijn werk in vorm en techniek soms ver van me af te staan, het is altijd gekoppeld aan een persoonlijke geschiedenis.’
Over haar ervaringen schreef ze een column in het tijdschrift BK-Informatie van december 2023. Ze schrijft onder meer: ‘De kern van het onderzoek is de kwetsbaarheid en de schoonheid van de natuur op twee geologisch zo verschillende eilanden. Bij dit projectonderzoek vergelijk ik de specifieke flora en zee-elementen van mijn geboorte-eiland Tholen met de specifieke flora en zee-elementen van het eiland IJsland. IJsland, 20 miljoen jaar oud, ontstaan uit vulkanische erupties, ligt midden in de Atlantische oceaan dichtbij de Noordelijke IJszee. Tholen is veel jonger, in de twaalfde eeuw door moerassige landaanwinning uit kwelders ontstaan, ligt in de Oosterschelde een stuk landinwaarts, verder van de open zee af. Wat zijn de verschillen en wat de overeenkomsten?’
De werkperiode in IJsland en de relatie daarvan met haar Thoolse werk legt Elleke van Gorsel vast in de publicatie Tholen versus Iceland, een beeldboek van 180 pagina’s dat in december 2024 zal verschijnen. Tegelijkertijd is dan de première van de documentaire Door de ogen van een kind die haar zoon, cineast Ruben Peeters, over haar heeft gemaakt tijdens hun gezamenlijk verblijf in Akureyri, een film die gaat over de manier van kijken van Elleke van Gorsel en de manier waarop hij als zoon naar haar kijkt.
‘Het hele onderzoek heb ik fotografisch vastgelegd met focus op de visuele kwaliteit van het beeld. Het gaat me niet om een droge wetenschappelijke registratie, maar om het gevoel van schoonheid en kwetsbaarheid in beelden te vangen. Soms zelfs resulterend in (bijna) wazige beelden. Toch schrijf ik de datum van opname, de naam van de locatie, de coördinaten en de Latijnse en IJslandse of Nederlandse naam van de plant of het zeewezen handmatig onder de mixed media foto’s, als een soort semi-wetenschappelijke registratie. (…) Het onbevangen en met verwondering naar de wereld om je heen kijken, en dan met name naar de natuur in al zijn facetten vindt zijn oorsprong in mijn kindertijd op een boerderij in Zeeland. Dezelfde kinderlijke verwondering over en bewondering voor de natuur heb ik heel mijn leven tot en met nu behouden. Het is niet omdat natuur door de klimaatverandering nu volop in de belangstelling staat dat ik hier mee bezig ben. Het is een logisch gevolg van en vervolg op mijn manier van kijken naar de natuur als kind rondom onze boerderij, sinds mijn studietijd in mijn kleine stadstuin, en op mijn reizen wereldwijd.’
Binnenkort vertrekt Elleke van Gorsel in de zomer van 2024 naar Ålvik in Noorwegen om als artist-in-residence te werken in Kunstnarshuset Messen. Ze is niet te stoppen. ‘Ik vertel liever niet hoe oud ik ben, want in de kunst is leeftijdsdiscriminatie niet ongebruikelijk. Volgens mij ben ik nog steeds achtentwintig.’