Zo is het om in een kunstwerk te slapen
“Als je er vanavond bent, moet je me even bellen, dan leg ik je uit hoe je de waterval aanzet,” zegt kunstenaar Leonard van Munster als ik hem ’s middags kort aan de telefoon heb. Bij expositieruimte RAUM in Utrecht staat een rotspartij incluis waterval, met daarbovenop een cabine. Het geheel is een kunstwerk van Van Munster. Door een schakelklok stroomt het water ’s nachts normaal gesproken niet, maar vannacht moet het wel stromen, want ik slaap dan ik in die cabine.
Die avond sta ik met twee mensen van RAUM in de holle rots te klooien met schakelaartjes en niet te begrijpen waarom het water niet gaat stromen. Na enkele kleine frustraties waarom de fontein niet aangaat, blijkt dat een van de kamperende caravans ook vond dat hij stroom nodig had. Ik ben namelijk niet de enige die hier vannacht slaapt. Op het terrein staan tig opwerpkoepeltentjes en een paar caravans: Camping RAUM. Er is een kampvuur met brooddeeg op stokken en een jeu-de-bouleswedstrijd die godzijdank niet door die hoezo-zijn-zij-nog-zo-laat-op wijsneusjes gewonnen wordt, en een barretje dat gerund wordt à la een sportclubkantine. Voor Utrecht lijkt dit verdacht veel op Zuid-Frankijk.
Stekker erin, waterval aan. De nacht kan beginnen.
De cabine is gebouwd in de stijl van een modernistische designvilla slash Thunderbirds HQ. Vanbinnen is het niet veel groter dan een tweepersoonsbed. Doordat de cabine iets over de rots helt, als een balkon, en door de massagetafelgaten in het bed, kun je op je buik liggend naar het vallende water kijken. Niet een ideale slaappositie alleen – ik ga op mijn zij liggen.
Normaal ben ik een snelle inslaper, maar de felle lampen en het stevige zoemen van de waterpomp leveren een vertraging van ruim anderhalf uur op. Ik weet hoe ik de waterval uit moet zetten en er staat zelfs een tentje voor me klaar als het slapen echt niet lukt, maar opgeven is geen optie. Ik overtuig mezelf dat de boel heus niet zal instorten, dat het niet superdom is dat ik toch geen kussen heb meegenomen, dat ik op hardere ondergronden heb geslapen. En dan word ik ineens wakker, rond zes uur, door het felle zomerse ochtendlicht. Om halfacht brandt de zon mij mijn kas uit.
Buiten was ik mijn gezicht met water uit de fontein en hou ik mijn tandenborstel er even onder. Ik zeg ‘m gedag. Dank voor het gekletter, het onverbiddelijke gebrom, het harde bed, de geen-gordijnen. Dank voor deze verschrikkelijke nacht, waarvan ik enorm heb genoten.
Klik hier voor meer informatie over RAUM Utrecht
Klik hier voor meer informatie over het werk van Leonard van Munster