Zero in het Kwadraat
Eind vorig jaar was de tentoonstelling ZERO: Countdown to Tomorrow, 1950s–60s te zien in het Guggenheim, deze zomer is de tentoonstelling ZERO: let us explore the stars te zien in het Stedelijk in Amsterdam en nu toont het TextielMuseum de tentoonstelling ZERO in het kwadraat.
Uit reactie op het expressionisme ontstond de internationale Zero beweging, waarvan de in Nederland gevestigde Nul-beweging onderdeel uitmaakte. Kunstenaars Armando, Jan Henderikse, Jan Schoonhoven en Henk Peeters richtten begin jaren zestig de Nederlandse beweging op. Kunstenaars gingen terug naar orde in de kunst, met rasters, monochromie en veel gebruik van de kleur wit. Waar het minimalisme vaak erg hard is door het gebruik van harde materialen en lijnen, gebruiken de Nul kunstenaars juist zachte materialen en is het ambacht erin terug te vinden. Kunstenaar Henk Peeters noemde dit daarom ook ‘de warme kant van abstractie’. De ‘koude abstractie’, zoals werk van Carl André of Dan Flavin refereert niet aan de fysieke werkelijkheid en gaat inhoudelijk alleen over het werk zelf. De werken uit de Nul-beweging lijken ook erg abstract, maar staan vaak in directe verbinding met het alledaagse leven. Onderwerpen zoals slijtage in textiel, druppels water aan een waslijn, of een landschap met bomen komen voorbij. De werken voldoen niet helemaal aan het purisme, zoals Clement Greenberg voorschreef voor het Minimalisme, volgens hem was het verwerpen van betekenis belangrijk voor de abstracte kunst. Wel geven de onderwerpen de werken een bijzondere poëtische lading.
De tentoonstelling toont werk van elf verschillende kunstenaars. De vertegenwoordigers van de Nul beweging zijn Schoonhoven en Peeters, de andere kunstenaars sluiten visueel en qua visie goed aan, en tonen zeker de warme kant van abstractie.
Jan Schoonhoven kwam iedere dag stipt een half uur te vroeg bij de PTT en dit meer dan 30 jaar lang. Overdag was hij werkend als ambtenaar bij de post, in zijn vrije tijd en zelfs in de pauzes was hij altijd bezig met het nadenken over een nieuw werk. Ook nadat hij in 1967 een prijs op de Biënnale van Sao Paulo wint en daarna internationaal bekend wordt, blijft hij nog werken op kantoor. Thuis in Delft aan tafel maakte hij steeds verschillende reliëfs, nooit groter dan de afmetingen van zijn tafel: anders zouden deze niet door het trappengat van zijn bovenwoning passen. Schoonhoven leidde een erg sober en ordelijk bestaan, wat heeft geleid tot interessant, precies werk, geliefd bij een groot internationaal publiek.
Shot uit video over Jan Schoonhoven. Schoonhoven thuis aan tafel aan het werk.
Henk Peeters is de andere kunstenaar die behoorde bij de Nul beweging, waarvan werk is te zien in de tentoonstelling. Als docent aan de kunstacademie in Arnhem liet hij zijn studenten de schoonheid van het alledaagse leven zien. Het werk van onder andere Paul Klee en El Lissitzky vormden een grote inspiratiebron voor Peeters. In zijn kunst toont hij de schoonheid van de reflectie van water, de elegantie van veertjes, en de zachtheid van wattenbolletjes op een poëtische manier. Peeters maakte veel verschillende werken, onder het motto ‘Een goed mens is iedere dag anders’.
Henk Peeters 61-15, 1961. Watten tussen zijde en synthetische folie.
Henk Peeters, Rain of Feathers, 1999. Video duur 4:35 min. met muziek van Eric Calmes – Reflection of Beauty.
Shot uit video over Henk Peeters. ‘Een goed mens is iedere dag anders’
Naast het werk van Schoonhoven en Peeters is er werk uit de collectie van het TextielMuseum te zien van Corrie de Boer (1932), Madeleine Bosscher (1942), Marian Bijlenga (1954), Ria van Eyk (1938), Wil Fruytier (1915-2007), Loes van der Horst (1919-2012), Marijke de Goey (1947), Beppe Kessler (1952) en Lam de Wolf (1949).
Corrie de Boer volgde een opleiding bij de afdeling textiel van het Kunstnijverheidsonderwijs, de voorloper van de Gerrit Rietveld Academie. Daarnaast was ze sterk geïnteresseerd in architectuur, door de strengheid ervan. In een jaar tijd maakte De Boer een reeks, bestaande uit 12 lijsten met daarin witte stof met regels van linnen draad. Bij dit werk gaat het meer om de handeling van het maken van het werk dan het werk zelf, hierdoor is dit werk een voorbeeld van vroeg conceptuele kunst.
Corrie de Boer, Regels, 1980. Linnen.
Marijke de Goey, Vouwsels, 1977. Linnen.
Het werk van Marijke de Goey is sterk verbonden met de Nul beweging, door het gebruik van zacht materiaal en de subtiele manier van materiaal bewerking. Haar werk kan zowel worden opgevouwen als uitgevouwen, maar is uitgevouwen toch wel het indrukwekkendst.
In de tentoonstelling is het werk van Marian Bijlenga en Lam de Wolf tegenover elkaar te zien. Beiden maken werken dat bestaan uit vlakken van kunststof of natuurlijk materiaal.
Curators Marga van Mechelen en Caroline Boot plaatsen de werken van de kunstenaars in hun context door het tonen van documentairefilms over de kunstenaars en verschillende brieven en boeken. Hierdoor worden de overeenkomsten tussen de kunstenaars verduidelijkt. Deze kunstenaars hebben allen iets met precisie, structuur en ritme en daarnaast niet veel met zweverigheid, enkel in de vorm van veertjes.
Lam de Wolf, Wolk “Onzegbaar”, 2013. Kalkpapier, spelden.
Lam de Wolf, Handcomputer, 2005-2014. Textiel, papier, katoen, plastic, spelden.
Marian Bijlenga, Zonder titel, 1988. katoen, lijm, zijde.
De tentoonstelling Zero in het Kwadraat is nog tot en met 17 mei 2015 te zien in het TextielMuseum in Tilburg, bekijk ook de website van het museum. Bij de tentoonstelling schreef gastcurator Marga van Mechelen de publicatie Onder de rook van Zero, waarin de kunstenaars uit de tentoonstelling worden beschreven en ze linken legt tussen het oudere en nieuwere abstracte werk.