KUNST IS LANG: Sander Breure & Witte van Hulzen
Het duo Sander Breure en Witte van Hulzen maakt performatieve installaties, waarin het gedrag van de mens onder de loep wordt genomen: welke sociale conventies zijn er, hoe verschillen die per situatie en ruimte waarin je je bevindt, en als je uitzoomt: welke grotere maatschappelijke factoren sturen dat gedrag?
Bevroren Flakkerende Vlam, Blad of Lint: de artistieke praktijk van Jonathan van Doornum door Eloise Sweetman
‘Terwijl ik de boodschappen van de antenne probeer te ontcijferen besef ik dat mijn ervaring het maakproces van de kunstenaar weerspiegelt – een intuïtieve ontdekkingsreis vol momenten van heruitvinding.’ Eloise Sweetman schreef over de artistieke praktijk van Jonathan van Doornum. Met zijn sculpturen, tekeningen en performances vermengt hij de grenzen tussen het technische, het communicatieve en het ornamentele. Tijdens het schrijven komt ze niet alleen tot inzichten over het maakproces van Doornum, maar wordt ze er zelf in meegenomen.
‘Ik voelde me altijd gelukkig in de bouwkeet’ – op atelierbezoek bij Karin Daan
Alex de Vries ging op atelierbezoek bij Karin Daan. Samen blikken ze terug op Karins praktijk als ontwerper van werk in de openbare ruimte, waaronder het Amsterdamse Homomonument, en spreken ze over waar Karin nu mee bezig is. ‘Ik heb misschien wel het meeste geleerd van het lesgeven op de academie in ‘s-Hertogenbosch. Ik was daar om de studenten iets te leren, maar ik leerde zelf heel veel van de academie en de studenten.’
Iets dat gelijkenis kent met drilpudding – over verloop en verandering
Laure van den Hout zag de extatische film The Book of Flowers van Agnieszka Polska en werd gegrepen door parelachtige bloemknoppen en hallucinante meeldraden. Is het mogelijk om de biologische loop der dingen te veranderen, vraagt de voice-over van de film. En zo ja, wat zou daarvan de prijs zijn? Laure trekt een parallel met de onlangs verschenen film The Substance en schreef een kort essay over maakbaarheid en het hoofdpersonage dat de mens zich waant.
Zacht verzet – een wereld zonder held waarin de draad het voor het zeggen heeft
‘Geen helden maar mensen zouden verhalen moeten bevolken.’ Erik Wong ging naar aanleiding van de tentoonstelling Unravel in het Stedelijk Museum in Amsterdam in gesprek met kunstenaar LJ Roberts over het werken met textiel. In Zacht verzet onderzoekt hij het verhalende denken en houdt hij een wervelend betoog voor de tussenruimte. ‘Roberts omarmt het ambivalente, het non-binaire en koestert daarmee een tussenruimte. Een ruimte die hen voor zichzelf heeft gemaakt, bevochten heeft en die – zeker in deze gepolariseerde, binaire tijden – verdedigd moet worden.’
KUNST IS LANG: Kitty Maria
Kitty Maria onderzoekt als performancekunstenaar hoe het lichaam in onze maatschappij wordt ingezet voor werk. Hoe wordt het gedwongen aangepast om in een werkcontext te functioneren? Hoe kun je in een laboratorium interactie hebben met machines op andere manieren dan via de aan/uit-knop? En wat betekent het om door ziekte een lichaam te hebben dat niet productief kan zijn in onze efficiënte werkcultuur?
‘Niet zomaar een huis’ – over de 4e triënnale van Beetsterzwaag
Berber Meindertsma bezocht Kunsthuis SYB voor de 4e Triënnale van Beetsterzwaag. De titel van de triënnale, It hûs is net ien, zette haar aan het denken over haar eigen ouderlijk huis, dat eveneens in Friesland stond, en wat het is dat een huis een (t)huis maakt. Ze gaat in gesprek met verschillende residenten van Kunsthuis SYB en reflecteert op vragen als ‘wat is een huis?’ en ‘hoe verhoudt die persoonlijke ruimte zich tot de wereld daarbuiten?’, die beladen voelen met de dagelijkse bombardementen van huizen in de oorlogen die worden gevoerd, de alsmaar stijgende huizen- en huurprijzen, en het strenger wordende asielbeleid.
Door een andere lens – over het 06-museum van Danny Foolen en Michiel van der Werf
‘Het vreemde gevoel bekruipt me dat ik mijn smartphone aan het ‘dienen’ ben, in plaats van andersom, wat nogal confronterend voelt. Een citaat van filosoof Henry David Thoreau schiet me te binnen: ‘Men have become the tools of their tools’.’ Anne-Mirthe gaf haar telefoon een unieke ervaring in het 06-museum van Danny Foolen en Michiel van der Werf. Het bracht haar tot inzichten over haar generatie, Gen Z, ook wel de Z-ombie-generatie genoemd, wiens verschijnselen ze echter niet alleen bij haar generatiegenoten constateert.
Een refrein om op te drijven – over de film RAFTS van Rory Pilgrim
Helena Julian zag de tentoonstelling van Rory Pilgrim in Landhuis Oud Amelisweerd en werd geraakt door het woord ‘courage’ op een in hout gegraveerde roeispaan, het woord ‘risk’ op een flinterdun plastic tasje met een plant erin en de zin ‘taking the courage away from someone is a governmental crime’. Het deed haar nadenken over de drijvende kracht achter moed en wat er nodig is om die te laten vlotten.
Het niets en alles dat het opvreet – over het werk van EMIRHAKIN, Brat, Camping en FADAT
‘Principes en overtuigingen zijn mooi, maar weinig waard zolang ze geen stand houden zodra we zelf gevaar lopen’, schrijft Maurits de Bruijn naar aanleiding van het openingswerk If I go further, I will burn van EMIRHAKIN in de expositie Remarkable Meetings with Disgusting Men in W139. Aan de hand van deze tentoonstelling, werk van performanceduo FADAT, Maartje Wortels nieuwe roman Camping en Charli xcx’s Brat onderzoekt Maurits in dit essay nietszeggendheid of uitzichtloosheid als materiaal.
KUNST IS LANG: Fiona Lutjenhuis
Het teken- en schilderwerk van Fiona Lutjenhuis staat bol van de religieuze symbolen, wervelende patronen en menselijke gedaantes, die soms tot in detail zijn uitgewerkt en soms zijn beperkt tot de vorm van een geest of silhouet. Ze lijken altijd te gaan over onze dagelijkse materiële wereld, in relatie tot een bovennatuurlijke geestelijke wereld.
Aan Carmen
Kelly van Kampen presenteerde vorige week haar tentoonstelling ‘Het is mij uiteindelijk niet gelukt om er bij te zijn, kan ik je later bellen?’ in café Engelenbewaarder in Amsterdam. De beelden van Kelly verkennen thema’s van vriendschap en het verlangen naar connectie. Voor de tentoonstelling schreef schrijver Gilles Groot een prozastuk dat de foto’s aanvult. De tentoonstelling is nog te zien tot en met eind oktober in Arti.
Meegaan of achterblijven – wat gebeurt er als we kunst bezien door de lens van de psychische gezondheid van diens maker?
Wolter de Boer verkent in dit essay aan de hand recente tentoonstelling Matthew Wong | Vincent Van Gogh: Painting as a Last Resort in het Van Gogh Museum hoe het contextualiseren van hun oeuvre aan de hand van hun mentale gezondheid en hun suïcide de beleving van het werk kleurt. Wolter bevraagt op een verfijnde manier dit soort pogingen om het gesprek over mentale gezondheid open te breken en welke rol taal daarin speelt. ‘Psychische gezondheid is mijn vak – als psycholoog probeer ik dagelijks een ruimte te scheppen waarin mensen kunnen spreken over de narigheid die zich voordoet in hun hoofden, hun relaties, hun levens. Taal is, uiteraard, essentieel in mijn werk – het is eigenlijk het enige instrument dat ik kan inzetten om me een voorstelling van iemands binnenwereld te maken.’
Tendentieuze imago’s – over hoe Keizer Augustus de alleenheerschappij naar zich toetrok en Trump het opnieuw probeert
Het zien van Andres Serrano’s film Insurrection, waarin beelden van de bestorming van het Capitool in Washington verwerkt zijn, was voor Hille Engelsma aanleiding om de retoriek en strategie van Keizer Augustus naast die van Trump te leggen. Beiden geven zodanig kleur aan actuele en historische gebeurtenissen, dat ze passen in hun belofte van een terugkeer naar, respectievelijk, de vermeende gloriedagen van de Romeinse Republiek en een ‘Great America’. Dat geidealiseerde beeld is niet alleen gevaarlijk, het is bovendien uitsluitend, racistisch en mensonterend.
KUNST IS LANG: Ringel Goslinga
Ringel Goslinga gebruikt fotografie om de wereld vast te leggen en te bestuderen. Zo portretteerde hij de sociale omgeving van zijn beide gescheiden ouders, om uit te vinden waarom hun levens niet meer bij elkaar pasten. Voor zijn nieuwste project Aluk to Dolo reisde hij zijn opa achterna, die in 1933 besloot als zendingsarts naar het Indonesische eiland Sulawesi te gaan.