Why not sneeze, Rose Selavy?
De sculptuur Why not sneeze, Rose Sélavy?(1921) is een stalen vogelkooitje volgepakt met ijsblokjes, maar na beter kijken verraadt de glimmende witte structuur dat het hier om vierkante marmeren blokjes gaat. De 152 blokken reiken tot aan de houten balken waar normaal gesproken een vogel zijn poten op laat rusten. In de zee van marmer is een glazen thermometer en een bot van een inktvis gestopt.
Dit werk is gemaakt door de kunstvader van de twintigste eeuw: Marcel Duchamp. De bedoeling van deze kunstmatige en daardoor ongewone combinatie tussen het marmer, de vogelkooi, de thermometer en het bot is dat deze samenstelling van objecten de kijker dwingt een ‘verbale of visuele salto mortale te maken’ en die dan vervolgens een nieuwe gedachte schept voor een vertrouwd voorwerp. Het werk draagt de naam van Duchamp ’s vrouwelijke pseudoniem: Rrose Sélavy. Zou het toeval zijn dat niezen vaak wordt vergeleken met het hebben van een klein orgasme?
Waarschijnlijk niet, Rrose Sélavy belichaamt in alles het oeuvre van Duchamp, dus ook het ontstaan van haar naam en daarmee de link naar de erotiek. Duchamp staat bekend om zijn woordspelingen en ‘Rrose Sélavy’ komt dan ook voort uit het Franse spreekwoord: ‘Eros, c’est la vie’. Eros is de Griekse god van liefde en seksuele begeerte.
Rrose Sélavy werd in 1920 voor het eerst in leven geroepen, maar de tweede ‘r’ in haar naam werd pas toegevoegd in 1921, vandaar dat bovenstaande sculptuur nog Rose met één ‘r’ in de titel heeft staan. Na de naamsverandering verscheen Sélavy steeds vaker op foto’s van Man Ray en werd ze zijn muze. Duchamp gaat een behoorlijke verandering door op deze foto’s en is nog maar nauwelijks te herkennen. Hij stiftte zijn lippen rood, droeg een opvallende hoed en om zijn nek sierde een flinke kraag van bijvoorbeeld bont. Uiterlijke kenmerken zijn belangrijk als je een andere identiteit wilt aannemen, maar nog veel meer van belang is je houding en uitstraling. De mysterieuze, haast hautaine blik in de ogen van Duchamp is de rede dat hij vol overtuiging verdwijnt in zijn alter ego. Op de foto’s van Man Ray lijkt hij precies op de vrouwen die wij in ons hoofd hebben als we denken aan de jaren ‘20 in Parijs: weelderig, stijlvol en extravagant.
Een ander werk dat is gemaakt namens Rrose Sélavy en in samenwerking met Man Ray is Anémic Cinéma (windbioscoop). Dit is een 6 minuten durende experimentele animatiefilm. In de eerste seconden is er een cirkel te zien met wervelende lijnen die tegen elkaar in bewegen. De ronddraaiende cirkel blijft de hele film aanwezig, maar deze cirkel verandert constant van hoedanigheid en er komen soms cryptische zinnen in te staan. Duchamp experimenteerde al langer met draaiende spiralen en in deze film worden draaiende spiralen afgewisseld door zijn ‘spiraalvormige’ woordspelingen. Gedurende de film ontstaat er bij de kijker een hypnotiserende sfeer omdat de aandacht in de film is gericht op het visuele effect van de ronddraaiende cirkels zonder dat er zich een verhaal voordoet of dat er een duidelijk onderwerp aanwezig is. De film wordt in de laatste seconden afgesloten met een stilstaand beeld waarin is geschreven: copyright by en in handgeschreven letters: Rrose Sélavy, met daarnaast een vingerafdruk van de kunstenaar zelf. Rrose Sélavy verscheen ook in de beroemde readymades van Duchamp, bijvoorbeeld als fotomodel op het etiket van een parfumflesje: ‘Belle Haleine – Eau de voilette’ (Frisse adem- Voile water). De foto van het etiket is weer gemaakt door Man Ray en het Art Nouveau flesje past perfect bij het flamboyante vrouwelijke pseudoniem.
Rrose is onder andere een uiting in de traditie van Duchamp om gender breder te durven bekijken. Zoals het werk L.H.O.O.Q., waar een androgyne Mona Lisa de voorstelling siert. Maar Rrose Sélavy representeert nog het meest Duchamp ‘s kunstenaarschap door het mysterie waarmee haar identiteit gepaard gaat. Zijn pseudoniem maakt hem nog ongrijpbaarder dan hij al was. Door het creëren van een vrouwelijk alter ego in een tijd dat überhaupt vragen rondom gender nog maar weinig werden gesteld, krijgt Duchamp het voor elkaar te balanceren op de kunst van de tegenstrijdigheid. Tegenstrijdigheid tussen realiteit en fictie, tussen man en vrouw zijn en tussen vanzelfsprekende logica en totale absurditeit. Want toen Duchamp terugkeerde naar New York met een andere identiteit en niemand hier iets van begreep, was zijn verklaring vrij van elke logica. ‘Het was een soort van ‘readymade-achtige daad. Ik wilde eerste en joodse naam aannemen, wat mij erg passend leek in verband met mijn katholieke achtergrond. Maar ik kon er geen bedenken. Toen flitste het door mij heen: waarom geen vrouwennaam? Schitterend! Van sekse veranderen was eigenlijk nog veel beter dan van godsdienst veranderen. ‘