Wat er schuilgaat achter bloemen, over ‘Is it possible to be a revolutionary and like flowers?’ in NEST
Ze houdt van me, ze houdt niet van me, ze houdt van me, ze houdt niet van me… Als kind kende ik het lot van de liefde vaak toe aan de hoeveelheid bloemblaadjes die ik met uiterste precisie van een vers geplukte margriet afpeuterde. Daarin was ik niet alleen. Effeuiller la marguerite, vertaald als het strippen van de margriet, is een van origine Frans spelletje waarbij onbeantwoorde liefde zich laat duiden door het aantal blaadjes van de bloem. De symboliek die we aan bloemen toekennen reikt echter verder dan enkel de liefde.
In het dagelijks leven worden bloemen gebruikt om allerlei verhalen aan op te hangen; denk aan een bos bloemen bij felicitatie, een rouwboeket bij overlijden of een bos tulpen om het voorjaar in te luiden. De rijke symboliek van bloemen blijft niet onopgemerkt in de kunst. In de huidige tentoonstelling in NEST: Is it possible to be a revolutionary and like flowers? zien we werk van hedendaagse kunstenaars die ieder een andere kant van de bloem en haar symboliek belichten.
De tentoonstelling is vernoemd naar de gelijknamige, doorlopende serie van Camille Henrot, waarvan een aantal werken in de tentoonstelling zijn opgenomen. In deze serie onderzoekt Henrot op sterk associatieve wijze hoe boeken uit haar bibliotheek vertaald kunnen worden in bloemencomposities. Hierbij laat ze zich inspireren door ikebana, de Japanse traditie van bloemschikkunst. Waar het bloemschikken in de westerse wereld vooral draait om de kwaliteit van de bloemen, staat in de Japanse bloemschikkunst de compositie centraal. Met evenveel precisie als een schrijver woorden combineert, brengt Henrot verschillende bloemen en planten samen, alsof het een taal is.
Zo laat ze een krop sla rusten in een stapel plastic potten, vergezeld door takken van onder andere de treurwilg en de Chinese Schermpalm. Het tafereel vervolgt zich in een groot stuk beschilderd plastic dat tegen de potten aan gedrapeerd ligt. De fuchsia kleur die op dit plastic is aangebracht komt terug in een dunne stengel in de pot. De overeenkomst in kleur van het plastic en de stengel brengt de natuurlijke en kunstmatige onderdelen van het werk dichter bij elkaar. Het werk is gebaseerd op het boek van Marcel Liebman, getiteld Leninism under Lenin. Het citaat dat ze uit dit boek heeft geselecteerd, begint met liefde voor bloemen ( “You start by loving flowers”) en wordt neergezet als een symptoom van de hang naar een leven als grootgrondbezitter, een klasse die Lenin verachtte en zag als vijand van zijn politieke ideologie. Revolutie en liefde voor bloemen staan in deze uitspraak haaks op elkaar. Het feit dat Henrot het citaat in haar werk heeft vertaald in bloemen en planten laat het geheel des te meer schuren.
Maar revolutie en bloemen hoeven niet elkaars vijand te zijn. Bloemen kunnen ook kleine uitingen van groot verzet zijn, laat de Iraanse kunstenares Mehraneh Atashi zien. In NEST zien we een reeks zelfportretten die Atashi maakte in Teheran en een reeks portretten van bloemen. Als rebellen begeven de bloemen zich op verboden terrein, tussen stoeptegels en gebarsten beton waar begroeiing eigenlijk niet welkom is. De bloemen trekken zich er niets van aan. Waar hun wortels kunnen schieten, zullen ze zich kenbaar maken.
Aan de twee fotoreeksen ligt een persoonlijk verhaal ten grondslag die de werken van een betekenisvolle laag voorziet. Tussen 2008 en 2010 maakte Atashi zelfportretten op straat in Teheran. Hier maakte ze onder andere foto’s tijdens de massademonstraties in reactie op de controversiële Iraanse verkiezingen in 2009. Tijdens de demonstraties werd ze opgepakt. Zichzelf fotograferen werd haar door de autoriteiten verboden en ze kreeg het dringend advies voortaan bloemen te fotograferen. De bloem krijgt zo in haar een bitterzoete smaak. Ze verwordt tot symbool voor zowel ultieme onschuld (met bloemen fotograferen doe je niemand kwaad) als ernstige censuur. Atashi lijkt het advies op te volgen, maar het rebelse karakter van de bloemen die ze fotografeert laat zien dat ze eerder de spot drijft met de censuur die haar werd opgelegd dan dat ze zich eraan conformeert. De foto’s van de bloemen zijn kleine uitingen van voortlevend verzet, gehuld in de schijn van ultieme onschuld.
Ook in het werk van Rossella Biscotti zijn bloemen verwikkeld geraakt in een machtsstrijd. Voor de werken Seeds en Dismemberd Rafflesia heeft ze onderzoek gedaan naar zaden en planten die tijdens de koloniale periode door de VOC in Indonesië werden gecultiveerd. Onder andere de koffieplant, oliepalm en lijkbloemen werden op de plantages verbouwd en geëxporteerd naar Europa. Biscotti maakte van de zaden van deze planten een patroon dat in de tentoonstelling op een grote banier is te zien. Op een tweede banier zijn dwarsdoorsnedes van een lijkbloem zichtbaar. De ontleding van de lijkbloem lijkt visueel gezien sterk op menselijk vlees. De gelijkenis met bloederig vlees doet herinneren aan de uitbuiting die plaatsvond in de koloniale periode. Dit maakt de dwarsdoorsnedes van de lijkbloem op de banier tot een pijnlijk beeld.
Dat bloemen een pijnlijk verhaal kunnen blootleggen, blijkt ook uit het werk van Gluklya. Voor haar serie Propaganda Flowers verzamelde ze verhalen die de politieke en maatschappelijke betekenis van bloemen blootlegt. In de tentoonstelling zijn 10 kleine en 2 grote illustraties te zien waarin mens en bloem op absurde wijze versmelten tot een nieuwe entiteit. Bij sommige werken is tekst aanwezig, zoals bij het werk over de paardenbloem. Op een wandvullende illustratie is een blauwe gedaante te zien met bloedrode handen en een stralende gele paardenbloem als hoofd. Het is een Dandelion-Victim, luidt de tekst in de illustratie. Op de achtergrond zien we een later stadium van de paardenbloem, waarin ze vervalt in grijstinten en haar zaden laat vallen. De illustratie gaat over een ritueel in St-Petersburg, waarbij alle bloeiende paardenbloemen in de stad worden afgeknipt. De paardenbloem wordt gezien als een gevaarlijke plant, omdat haar stralende gele bloem als dekmantel gebruikt kan worden om de lelijke waarheid te verbloemen. Het afknippen van de bloemen is een uiting van kritiek op SVA (stimulation of vigorous acitivity), een methode die door de regering wordt ingezet om het land te esthetiseren, te decoreren, in plaats van de echte problemen aan te pakken.
De tentoonstelling in NEST laat zien dat de wortels van bloemen ver reiken, tot in verhalen over het koloniale verleden, corruptie en verzet. Het werk toont daarnaast dat de schoonheid en schijnbare onschuld van bloemen misleidend kunnen zijn. Ze kunnen fungeren als een dekmantel zoals in het werk van Gluklya. Deze dekmantel kan echter ook weer gebruikt worden om iets te onthullen, zoals Atashi haar verzet subtiel laat doorschemeren in gefotografeerde bloemen. Het werk illustreert hiermee dat er gelaagdheid aan de bloem toegekend kan worden, zowel in boodschap, thematiek als symboliek.
De tentoonstelling ‘Is it possible to be a revolutionary and like flowers?’ is tot en met 19 december 2021 te zien in NEST, Den Haag.
‘Is it possible to be a revolutionary and like flowers’ is een tentoonstellingstweeluik met het Centraal Museum waar gelijktijdig ‘De Botanische Revolutie’ te zien is.
Op beide locaties is een uitgebreid randprogramma rondom de tentoonstellingen ontwikkeld.