Waren Bas Jan Aders tranen echt?
Ik heb het idee dat het, bij de beschouwing van een kunstwerk, niet puur en alleen om de intrinsieke kwaliteiten van het werk gaat. ‘Is het concept goed en is het goed vervaardigd?’ zijn natuurlijk vragen die van belang zijn. Maar ‘Wie is de kunstenaar en wat is zijn of haar verhaal?’ komt op een belangrijke tweede –of in sommige gevallen misschien zelfs wel op de eerste- plek. Bas Jan Ader leek zich daar van bewust, sterker nog, misschien is dat juist de reden dat hij tegenwoordig zo’n waardering voor zijn werk krijgt.
Bas Jan Ader (voluit Bastiaan Johan Christiaan Ader) werd op 19 april 1942 geboren in Winschoten. Hier groeide hij op als een van de twee zonen van het predikanten- en verzetstrijdersechtpaar Bastiaan Jan Ader en Johanna Adriana Ader-Appels. Zijn vader werd in 1944 door de Duitse bezetter gefusilleerd. Bas Jan Ader volgde samen met onder meer Wim T. Schippers en Ger van Elk in Amsterdam een opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (de huidige Rietveldacademie). Na enkele avontuurlijke (zee)reizen belandde hij met Ger van Elk op een kunstopleidingsinstituut in Los Angeles. In de jaren zestig studeerde hij kunst en filosofie in Californië.
De meeste van zijn werken maakte hij tussen 1968 en 1975, zijn meest productieve jaar was in 1971. In dat jaar maakte Bas Jan Ader ook het werk I’m too sad to tell you. Het werk bestaat in drie varianten: een ansichtkaart, een foto en een film. De ansichtkaart, die hij verzond naar vrienden, toont een beeld van het betraande gezicht van Ader, met achterop de tekst: I’m too sad to tell you. Op het fotografische werk is een vergelijkbaar beeld te zien, dit keer staat de boodschap rechts onderin het kader geschreven. De variant waar ik mij echter op wil richten is de film, die overigens twee versies kent. De eerdere versie werd -net als de fotografische werken- eind 1970 of begin 1971 geschoten door Mary Sue Turley, destijds Bas Jan Aders echtgenote. De definitieve versie werd ergens tussen september en december 1971 in Amsterdam gefilmd door Peter Bakker , cameraman en vriend van Ader. De zwart-wit film duurt ongeveer drie minuten, bevat geen geluid en toont de toeschouwer een huilende Bas Jan Ader.
Er bestaan verschillende verklaringen voor het verdriet van Ader. In zijn biografie op de website van zijn galerie wordt vermeld dat het eventueel voort is gekomen uit de aardbeving in San Fernando Valley, die in dezelfde periode plaatsvond. Een andere interpretatie is die van zijn vriend, oud-klasgenoot en collega Ger van Elk, die zegt: “I’m too sad to tell you is a great piece because it means that you can not actually say what you want to say. it’s difficult for anyone, the loneliness of being in your own soul and that there is no way out. Not for me, not for you, not for him. I’m too sad to tell you means: I cannot tell you and it is making me very sad. And what is it that you can not tell me? Well, everything.”. De jongere broer van Bas Jan Ader, Eric Ader, houdt het op het volgende: “Je vraagt me iets te verwoorden, terwijl als hij het had kúnnen verwoorden, was hij wel schrijver geweest.”
Ook Bas Jan Ader zelf heeft over zijn werk niet heel veel meer gezegd dan ‘Als ik val, overmeestert de zwaartekracht me. Als ik huil, dan is dat vanwege verdriet’. De reden voor zijn verdriet blijft dus onduidelijk. Het is eigenlijk ook niet mijn bedoeling deze reden te achterhalen, evenmin om te onderzoeken of zijn tranen echt zijn. De vraag waar het voor mij om draait, is of dit alles van belang is voor de kracht van het werk.
https://www.mistermotley.nl/sites/default/files/storage/media/SOPHIE%20D…
Klik hier voor de website van Sophie de Vos