Wanneer een klok stopt met tikken, stopt dan ook de tijd? – over het werk van Yael Davids
Wie zijn de kunstenaars achter belangrijke, kwetsbare en kritische kunstwerken? Hoe ziet hun blik op de wereld eruit en wat zeggen ze precies over de thematieken die ze met hun werk aansnijden? Museum Arnhem is in 2018 tijdelijk gesloten vanwege uitbreiding en vernieuwing. Mister Motley gebruikt deze kans om in de collectie van het museum te duiken en kiest maandelijks een kunstenaar uit. Deze maand: Yael Davids.
Een proper etiquette verpest de sfeer aan tafel. Broeierig hangt zij boven het moment waarop herinneringen ontstaan, kijkt ons op de vingers, en doet daarmee afbreuk aan niet alleen het moment zelf, maar tevens aan ons eigen zijn. Wij, personen, zijn niet enkel en alleen onze fysiek aanwezige lichamen die plaatsnemen op de stoelen rondom een tafel.
Het eten wordt verteerd, de afwas wordt gedaan, maar het is het moment dat blijft. Dat zich omvormt tot een herinnering en een ‘anekdote voor later’. Deze herinneringen zijn evengoed, al dan niet meer, onderdeel van wie we zijn. ‘…stof ben je, tot stof keer je terug.’.
De woorden ‘adem’ en ‘ziel’ staan in het Hebreeuws onder dezelfde noemer bekend: נשימה. De, nu in Amsterdam gevestigde, Israëlische kunstenaar Yael Davids geeft objecten leven door het fysieke lijf van de mens en het moment in elkaar over te laten lopen. Haar werken bewegen, maken geluiden en ademen, waardoor zij daadwerkelijk lijken te leven.
The worst thing we can do is remain stuck in one particular mask
De installatie ‘Table’ bestaat uit een tafel met daaromheen vier lege stoelen en vier harige objecten die zich in het midden van het tafelblad bevinden. Als borstelige eieren liggen zij op tafel, wat een ietwat verontrustend beeld oplevert. Zeker wanneer je de smetteloos wit bedekte tafel associeert met bijvoorbeeld een uitgebreide Paasbrunch, omgeven door familie en vrienden. Net als deze brunch vraagt het werk ‘Table’ om meer tijd en aandacht. De ware aard van het werk toont zich alleen wanneer deze zorgvuldig en nauwkeurig wordt onderzocht door de toeschouwer en het zal opvallen dat het tafelkleed hier en daar sporadisch een tikkeltje lijkt te bewegen. De beweging volgend met het oog, is deze afkomstig van de harige eieren die onverwachts blijken te leven. Het zijn vier achterhoofden die bij iedere ademhaling op en neer gaan, veilig verborgen onder het tafelkleed dat is gemaakt van aan elkaar genaaide witte overhemden. Het tafelblad lijkt hen te hebben opgeslokt en de vier personen nemen geen plaats aan tafel, maar zijn -onderdeel geworden van- de tafel. Het moment is echt toegeëigend.
Davids stelt in het werk ‘Table’, en vele van haar andere werken, het lijf op de proef door het in ongemakkelijk situaties en posities te dwingen, met een blik voornamelijk gericht op de verschillende mogelijkheden van uitdrukken in verhouding tot de ruimte en de gehele ‘wereld-der-objecten’ in het algemeen. Het schisma dat er is geslagen tussen het menselijk lichaam en de omgeving verkent Davids veelal door middel van performances. Deze dienen als middel van onderzoek naar de vraag hoe twee componenten -lichaam en geest, aards en spiritueel- vaker één zijn dan wij doen vermoeden. Doodgewone voorwerpen, zoals een tafel, vinden in het werk van Davids leven met behulp van menselijke aanwezigheid. Waarbij het lichaam niet alleen als sculpturaal element dient, maar de mens wordt materiaal an sich.
De persoonlijkheid, het ego, vallen weg en maken plaats voor een meer objectiever lichaam.
Binnen de performance-installaties van Davids speelt het lichaam een essentiële rol, maar niet de persoon zelf. Zoals op een traditioneel, klassiek portret persoonlijke kenmerken juist worden geïllustreerd, zo ontdoet Davids het lichaam van zijn persoonlijkheid en toont ons slechts delen, zoals de achterkant van de hoofden in het werk ‘Table’. De persoonlijkheid, het ego, vallen weg en maken plaats voor een meer objectiever lichaam. Een die versmelt met het object waar het nu deel van uitmaakt. De tafel in het werk ‘Table’ vormt in zekere zin een begrenzing voor deze delen van het lijf en maakt dat er een gevoel van onderdrukking ontstaat. Zeker gezien het feit dat, ondanks de subtiele bewegingen van het tafelkleed door menselijk handelen, het werk bijna statisch is van aard. Enerzijds humoristisch, anderzijds verontrustend.
Juist door deze cruciale rol van de mens doen veel werken van Davids ook aanspraak op het begrip ‘tijd’. Kijkend naar ‘Table’ mist het een nadrukkelijk begin en een eind, waar slechts de personen in het werk deze verstreken tijd voelbaar maken. De ademhaling van de uitvoerders is de enige indicatie van het verstrijken van tijd. Zolang de uitvoerder blijft ademen, leeft het werk en beschikt het over een eigen zijn.
Een ander werk waar het verstrijken van tijd voelbaar wordt gemaakt is ‘Timetable’, waar Davids met haar eigen haren een letterlijk tijdschema heeft geborduurd van haar eerste jaar op de Rietveld Academie. Ook hier is de fysiek herkenbare persoon afwezig, maar is er een deel zichtbaar in de strengen haar. Waar de tijdlijn de tijd zelf belichaamt, symboliseren de haren dat er tijd is verstreken. Toch is de uitgebeelde tijd vrijwel nooit nauwgezet, maar nagenoeg altijd een claustrofobische verstilling van het verstrijken ervan. Zo bepalen de uitvoerders binnen de performance-installatie ‘Table’ het tempo met hun ademhaling, maar zijn verdere bewegingen niet tot nauwelijks aanwezig, en is er bij ‘Timetable’ een moment -één jaar- gepakt, dat nu als object zijn eigen verstrijken van tijd ondergaat, verstilt in een lijst aan de muur. Het ontbreken van een begin en een eind maakt dat het werk juist vastgeklemd staat tussen beiden.
Deze beklemming werkt op de zenuwen, roept onzekerheid en ongemak op.
Dit ongemak komt uitermate tot zijn recht in Davids fotoreeks ‘Thread’. In deze serie zwart wit foto’s zien we in elk van de individuele beelden een paar handen met hiertussen draad. In eerste instantie ogen ze kalm; de handen zijn niet in staat van uiterste inspanning, maar lijken vastgelegd op een moment van vrije, beheerste beweging. Ze beschikken over een zekere gratie, tot er duidelijk wordt dat de draad is bevestigd door kleine gaatjes in de nagels van de handen. Deze gaatjes moeten door de mens gemaakt zijn; geboord, weggeslepen of wellicht zelfs geperforeerd. Door het idee alleen al, springen nekharen overeind en dan is er nog niet gesproken over het gevoel van gevangenschap dat bij deze handeling komt kijken. De realisatie dat deze handen letterlijk aan elkaar vastgenaaid zijn doet rillen.
Wanneer een klok stopt met tikken, stopt dan ook de tijd?
De werken van Davids liggen enerzijds verstild in de tijd, maar tegelijkertijd beschikken zij over een subtiele dynamiek die louter kan bestaan bij de gratie van diezelfde tijd. Ze balanceren daarmee op een dunne lijn betreft het zijn van een performance of een sculptuur en houden de definitie graag in het midden.
Dit stuk is geschreven in opdracht van Museum Arnhem, zonder redactionele inspraak. Museum Arnhem is momenteel gesloten in verband met een uitbreiding en vernieuwing. Hoewel de collectie nu niet te zien is in het museum, is een groot deel van de collectie te raadplegen via de website van het museum.