waarom je als kunstenaar geen kunstbeurs moet bezoeken
Jan Hoek schreef in 2016 deze tekst voor mister Motley. In het kader van Art Rotterdam 2020 leek het de redactie van mister Motley een goed idee dit artikel te herpubliceren.
Ik was laatst op de Frieze in Londen. Ik ben er twee dagen geweest en beide dagen begon ik optimistisch met niks meer dan wat onschuldige hoop dan wat mooie werken tegen te komen. Maar beide dagen eindigde met het duizelig uitlopen van de gigantische zuurstofarme hal, me ernstig afvragend of het al te laat is om een leven als dakdekker te beginnen, of een ander beroep dat niks met kunst te maken heeft. Dat ging zo:
-De kunst wint het maar moeilijk van de mensen die er rondlopen. In de meeste musea heb je meestal enkel gezelschap van een paar rondsjokkende oma’s met steunkousen. Op de Frieze waan je je op een soort koninginnendag waarin de oranje hoedjes zijn ingeruild voor futuristische pauwenpakken en andere outfits waarmee je kan uitstralen dat je belangrijk bent in de kunstwereld. Bovendien heb je elke 5 minuten een gesprek in de trant van: ‘Daar rechts, naast die zilveren reuzenpanda, was dat niet Paris Hilton?’ waarna je gesprekspartner zegt: ‘Sorry, ik was even niet aan het opletten, ik dacht dat ik George Clooney bij die Braziliaanse galerie een werk zag kopen.’ Kortom: de mensen zijn vaak interessanter om naar te kijken dan de kunst.
-Er is dus weinig zuurstof.
-In tegenstelling tot musea ontdek je hier veel te snel wat de prijs is van je favoriete werken. En waar je in een museum het gevoel hebt dat je voor de prijs van je entreekaartje jezelf toegang hebt verschaft tot de kunst die je bewondert, kom je er hier achter dat het echte prijskaartje van je favoriete werken toch wel een getal van minstens zes nullen bevat.
In tegenstelling tot musea ontdek je hier veel te snel wat de prijs is van je favoriete werken.
-Als je eenmaal hebt ontdekt dat je je favoriete kunst dus nooit zal kunnen bezitten begin je je opeens af te vragen wat jij allemaal zou kunnen doen met het geld dat mensen hier rustig uitgeven voor zo’n aardigheidje voor boven de bank: een jaar op wereldreis, een nieuwe keuken, eindelijk je fiets naar de fietsenmaker brengen, een buitenhuisje in Tenerife.
-Vervolgens besef je je dat je dat geld ook zou hebben als een van die galeriehouders het wijze besluit zou hebben genomen om hier jouw werk te verkopen. Bij elk werk dat je vanaf dit moment ziet denk je: ‘Wat heeft deze kunstenaar wat ik niet heb? Ik bedoel, een haai op sterk water, is dat nou echt interessanter dan wat ik maak?’
-Je aandacht verschuift van de werken tot de galeriehouders. Zij zijn immers de mensen die ervoor gezorgd hebben dat je dit jaar alweer geen buitenhuisje op de Tenerife kan betalen. Terwijl je bij elke nieuwe stand als gehypnotiseerd naar de in casual chics peperdure designerkleren gehulde galerie-eigenaars staart, straalt je blik aan de ene kant pure onversneden haat uit, en aan de andere kant iets als: ‘JOEHOE! KIJK NAAR MIJ! ZIE JE DAN NIET DAT IK OOK EEN BRILJANTE KUNSTENAAR BEN!?????!!!!!!’
Ik bedoel, een haai op sterk water, is dat nou echt interessanter dan wat ik maak?
-Maar dan zie je dat Kanye West gekleed in een lichtblauw Hugo Boss-pak de ruimte betreedt en dat achter jou een vrouw verkleed als futuristische pauw langsloopt, en daarachter een volwassen vrouw in fluoriserend roze verenjurk met 18-karaats gouden stilettohakken en dan kijk je naar beneden en zie je je eigen versleten Vanz-schoenen en je Cheap Monday skinny jeans, die zelfs onder kunstacademiestudenten al behoorlijk passé is, en begrijp je ook wel dat die galeriehouder in deze context misschien niet gelijk kan zien dat daar eigenlijk een briljant kunstenaar in verscholen zit.
-En had ik al gezegd dat er echt heel weinig zuurstof is?
-En door het gebrek aan zuurstof en door al die andere dingen die ik net omschreven heb vergeet je op het moment dat je naar buiten gaat helemaal dat het bij goede kunst er niet enkel om gaat voor hoeveel miljoen die door bekende verzamelaars en celebrity’s gekocht worden, en dat er ook zorgvuldig gecureerde shows bestaan waarin niet zoveel mogelijk werk zonder enige samenhang aan de muur gehangen wordt, maar dat er dus ook kunst bestaat die ergens over gaat, die je kan ontroeren, kunst die vies en vuig is en je juist verschrikkelijk bang en nietig kan laten voelen, dat er ook kunst bestaat waar je 6 uur ononderbroken naar wil kijken zonder om je heen te kijken, waarbij je helemaal kan vergeten dat er nog maar iets anders op de wereld is dan dat ene kunstwerk. Dat ben je dan allemaal even vergeten en het enige wat je denkt is: ‘hoe kan ik zo snel mogelijk een baan krijgen als dakdekker, paardentrainer of banketbakker?’
Had ik al gezegd dat er echt heel weinig zuurstof is?