WAAN(ZINNIG)
Een melk wit zeil wordt van de tafel verwijderd, het witte doek eronder wordt opengeslagen. Een uit natte klei vervaardigd mensfiguur komt tevoorschijn. Het lichaam ligt levenloos op tafel, de dood wordt benadrukt wanneer de kunstenaar met moeite de geboetseerde handen van het beeld over elkaar slaat.
In het kader van het Jheronimus Bosch jaar presenteert Park in Tilburg de audiovisuele tentoonstelling WAAN. Park heeft al haar ramen verduisterd en de vloer is bekleed voor de juiste akoestiek; de gehele ruimte is gewijd aan de videokunst. De tentoonstelling heeft betrekking tot de thematiek van Jheronimus Bosch, betrekking tot het geloof – evenzeer in religieuze als in ambitieuze zin; een nieuwsgierigheid naar de vormgeving van het leven -, daar waar waanzin schuilt.
‘Pietá’, 1992, is een videobeeld waarin Erzsébet Baerveldt stoeit met de dood. Haar werk heeft een religieuze achtergrond die zij bezegeld met de titel Pietá; een intieme verbeelding van de dood van de heilige zoon Christus omhelst door maagd Maria. In Baerveldt’s video wordt de dood belichaamd door het stroeve karakter van de natte klei. Onder de video is een melancholisch pianospel te horen, hier en daar klinkt er wat stromend water langs de melodie. Eerst probeert Baerveldt de benen van het beeld te krommen en doet zij een poging de hand het hoofd te laten ondersteunen. Het lichaam trekt uiteen bij elke poging, de weerstand die de natte klei biedt lijkt haar doorzettingsvermogen te prikkelen. Ze gooit haar eigen lichaam volledig in de strijd om het beeld in een levende houding te krijgen.
Wanneer het lichaam dan eindelijk zit en Baerveldt uit beeld verdwijnt, wordt het beeld verwoest door een val. Hulpeloos keert ze terug en sprokkelt ze het lichaam tevergeefs weer bij elkaar.
In Park lijken verschillende kunstenaars in de ban van het leven. Niet met de onnavolgbare fantasie van Jheronimus Bosch, maar met een bepaalde vorm van nuchterheid; een eigentijdse blik waarin ondertussen duidelijk is geworden wat het leven inhoudt en waarbij de dood wordt ingevuld als een onoverkomelijk feit. Er heerst geen angst voor een Laatste Oordeel, maar veel eerder de angst voor een zinloos einde. Niet de waanzin van de fantasie, maar juist de waanzin van de realiteit. Middels tekeningen, schilderingen of videobeelden van vergeefse acties krijgen ontastbare inzichten vorm, wellicht om enigszins grip te krijgen op dat wat niet grijpbaar is.
Het videobeeld van een enorme, snellende ijsbreker behangt de muur. Het gevaarte maakt stomende geluiden die door de ruimte welven. IJsbrokken kantelen omhoog richting het schip waarna ze verdwijnen in het niets. Een kleine zwarte schim plaatst het schip in perspectief. De schaduw sukkelt wat voor zich uit terwijl de ijsbreker achter hem aan duwt en stuwt. Zijn blik blijft naar voren gericht. Met een kenmerkend ritme in zijn draf vervolgt hij rusteloos zijn pad. Zijn ene beentje voor de andere, waarmee hij voetstappen metselt in de sneeuw.
Seconden later worden zijn voetstappen weer verwoest door het reusachtige geval. De compositie, die het menselijk figuur verandert tot een schim, zorgt bij de toeschouwer voor identificatie met het beeld. Echter is er maar één die deze zinloze tocht werkelijk volbracht; kunstenaar Guido van der Werve. Van der Werve staat bekend om zijn filmische registraties waarmee hij zijn daden vastlegt in beeld. De video wordt ingeluid met de titel ‘Nummer acht – Everything is going to be alright’. Nummer acht toont de nietigheid van de mens, overgelaten aan de zin en onzin van het leven. Waarnaast het ook een vastberadenheid belichaamd waarmee we het leven achteloos vorm blijven geven.
De tentoonstelling WAAN is nog te zien tot en met 30 oktober, in Park te Tilburg.
Deelnemende kunstenaars: Erzsébet Baerveldt, Ger van Elk, William Kentridge, Saskia Olde Wolbers, Emma van der Put en Guido van der Werve.