Voorbij de menselijke blik naar trauma kijken – in gesprek met Lesia Topolnyk die de Prix de Rome won met een project over de MH17-ramp
Lesia Topolnyk won de Prix de Rome Architectuur 2022 met haar werk No Innocent Landscape, een project over de MH17-ramp. Maurits de Bruijn zocht Lesia op en sprak met haar over hoe ze als architect zoekt naar mogelijkheden tot transformatie, om zo een collectief genezingsproces tot stand te kunnen brengen. ‘Ik wil het perspectief verschuiven, door de wereld vanuit andere ogen te bekijken. Voorbij het menselijke. Een andere omgang vinden met trauma, dat is een utopische of artistieke vraag.’
Lesia Topolnyk was 24 jaar oud en nog maar net naar Nederland verhuisd op het moment dat de MH17 door een luchtdoelraket werd geraakt een neerstortte nabij het Oost-Oekraïense dorp Hrabove, het landschap dat ze tot voor kort haar woonplaats had genoemd. In haar project No Innocent Landscape waarmee ze onlangs de Prix de Rome Architectuur in de wacht sleepte, verbindt Topolnyk die ramp aan illegale mijnbouwactiviteiten die zich hadden voltrokken onder de grond waarop het vliegtuig neerdaalde, aan de persoonlijke verhalen van de inzittenden van wie niemand de crash overleefde, en aan de zich voortslepende oorlog in haar geboorteland.
De ruimte die Lesia in Het Nieuwe Instituut heeft ingericht, en die nog tot 9 april te zien is, lijkt in niets op die van de andere genomineerden. Deze plek is donker, vol van een onheilspellende geur, er liggen brokstukken alsof ze nog nasmeulen, er heerst chaos – niet de kenmerkende rechte lijnen en maquettes die je bij de presentatie van een architectonisch idee zou verwachten. Boven alles is het werk verhalend en meeslepend. Juist haar durf om buiten de traditionele kaders en instrumenten van de architectuur te denken werd door de jury van de Prix de Rome geprezen.
De Prix de Rome Architectuur wordt iedere vier jaar uitgereikt, het thema van 2022 was Healing Sites: locaties die getekend worden door maatschappelijke trauma’s. Voor de eerste ronde werden kandidaten uitgenodigd binnen dit thema een ruimtelijk statement in te dienen dat past in een doos van 30 x 30 x 30 cm. Vervolgens nomineerde de jury vier architecten die gedurende vier maanden onderzoek deden naar ‘het helende potentieel van ruimtelijk ontwerp en de rol die zij als architecten vervullen de samenleving’.
In haar Rotterdamse woonkamer, die nog maar net is gehuld in frisgeel en daarmee het ultieme contrast lijkt te vormen ten opzichte van No Innocent Landscape, vertelt Lesia me over het persoonlijke verhaal, het proces en de intenties die schuilgaan achter haar wonderlijke project.
Maurits de Bruijn
Als monumenten worden opgericht, gebeurt dat veelal jaren, of decennia nadat de oorlog of de ramp heeft plaatsgevonden. Hoe is het om een werk te maken dat gerelateerd is aan een oorlog die nog steeds gaande is?
Lesia Topolnyk
Allereerst ben ik vooral dankbaar dat ik juist nu zo’n werk heb kunnen maken. Dat geeft me de kans om dieper te duiken in alles wat er met me gebeurt. Het project heb ik om die reden niet gepresenteerd als af, of compleet. Ik heb de instabiliteit willen omarmen. Het project kan ook nog groeien.
Ik wist dat de oorlog niet snel voorbij zou zijn. Het werk is een provocatie, het stelt vragen over hoe we verder kunnen, als maatschappij. Ik bevind me door de oorlog in een onzekere staat, ik weet niet waar mijn leven naartoe gaat, en dat geldt net zo goed voor de levens van mijn familie of het lot van mijn geboorteland. Dat heeft me de mogelijkheid gegeven op zoek te gaan naar wat ik het meest belangrijk vind, en wat voor architect ik wil zijn, juist nu. Binnen dit project heb ik nooit de notie van een einde gevoeld, het heeft een open einde. Het werk is geen commentaar, maar een observatie, een zoektocht. Dat is ook onderdeel van het genezingsproces; zoeken naar mogelijkheden tot transformatie.
Is No Innocent Landscape eigenlijk wel een monument te noemen?
Één van de juryleden zei me dat ze de ruimte die ik heb ingericht zelf als een monument ziet. Die zienswijze begrijp ik wel.
Toen het vliegtuig werd beschoten en neerstortte, stierven alle inzittenden, er zijn dus geen menselijke getuigen van de ramp. Er heeft geen menselijke interactie plaatsgevonden tijdens het onderzoek naar wat er gebeurd is, want dat onderzoek is uitgevoerd door samples te nemen van de aarde en door andere niet-menselijke zaken te onderzoeken. De ruimte die ik heb ingericht dient als getuige van wat er precies is gebeurd. In die zin is het wel degelijk een monument.
Aan de andere kant wilde ik geen monument maken op de locatie waar de ramp heeft plaatsgevonden. Omdat ik geen fysieke structuur wil toevoegen, maar juist een stap terug wil nemen om te bekijken wat er is gebeurd en waarom dat precies is gebeurd. De opdracht van de Prix de Rome was om een plaats voor healing te creëren. En om te kunnen genezen is het wat mij betreft belangrijk om eerst na te gaan wat de oorzaak van de schade precies is.
Dat was het eerste deel van het project: ontdekken wat er exact is gebeurd. Het tweede deel bestond uit het creëren van een poëtisch narratief dat opstijgt uit de plek waar de MH17 is neergestort. Een monument dat uit ideeën bestaat, zogezegd.
Toen de oorlog in Oekraïne begon, en ik begreep dat ik mijn vrienden zou kunnen verliezen, en dat sommige van mijn familieleden gingen vechten, had ik het gevoel dat alles ineenstortte. Het heeft best een tijd geduurd voordat ik begreep dat niets meer normaal zou worden, en dat ik mijn eigen wereld moest heropbouwen vanuit die gebroken stukken. Dat wilde ik ook met dit project laten zien, dat we vanuit brokstukken iets nieuws kunnen maken. Wetenschappelijk onderzoek en poëzie maken deel uit van de gereedschappen die we daarbij kunnen gebruiken. Binnen het werk breng ik eigenlijk de puinhoop samen die je verzamelt in een mensenleven, en ik probeer daar een narratief van te smeden.
Hoe kijk je naar de manier waarop we met trauma zijn omgegaan, als het gaat om de MH17-ramp?
Het beschieten van de MH17 gebeurde toen ik net naar Nederland was verhuisd. Er was een revolutie geweest in Kiev (de Revolutie van de Waardigheid, red.), vervolgens annexeerden de Russen het schiereiland de Krim, en daarna werd de MH17 beschoten. De locatie waar het vliegtuig neerstortte speelde een belangrijke rol in mijn jeugd, maar er was daar al acht jaar oorlog gaande. Het landschap was gedurende die jaren dus veranderd. Ik kan niet zeggen dat ik een trauma heb dat te vergelijken is met de mensen wier naasten slachtoffers zijn van de ramp. Ik wil mijn eigen interactie met deze ramp laten zien, en hoe ik later ben omgegaan met de oorlog.
Toen de oorlog in Oekraïne begon, en ik begreep dat ik mijn vrienden zou kunnen verliezen, en dat sommige van mijn familieleden gingen vechten, had ik het gevoel dat alles ineenstortte. Het heeft best een tijd geduurd voordat ik begreep dat niets meer normaal zou worden, en dat ik mijn eigen wereld moest heropbouwen vanuit die gebroken stukken. Dat wilde ik ook met dit project laten zien, dat we vanuit brokstukken iets nieuws kunnen maken. Wetenschappelijk onderzoek en poëzie maken deel uit van de gereedschappen die we daarbij kunnen gebruiken. Binnen het werk breng ik eigenlijk de puinhoop samen die je verzamelt in een mensenleven, en ik probeer daar een narratief van te smeden.
Droomachtige verhalen en scenario’s spelen een belangrijke rol in No Innocent Landscape, hoe kwam je daartoe?
De oorlog in Oekraïne is iets dat ik nooit had willen meemaken, maar ik beschouw het als mijn taak om het te zien als scharnierpunt, en om te kijken hoe ik het tot iets nieuws kan transformeren. Ik heb korte verhalen geschreven, die zijn gebaseerd op realiteit van de ramp en de omgeving waarin die zich voltrok, maar die het transformeren tot iets imaginairs, iets met verbeeldingskracht.
In het project maak ik ook gebruik van dromen. Toen ik nadacht over alle slachtoffers, alle verloren levens, dacht ik namelijk ook aan alle dromen die mensen in dat vliegtuig hadden. Die dromen, die blijven. Toen de oorlog begon, had dat impact op mijn toekomstdromen. Ik had plannen, maar mijn ouders kwamen bijvoorbeeld hier in Nederland bij me in huis wonen, om te vluchten voor de oorlog. Ik wilde me dus proberen voor te stellen hoe het anders kon. Dat was voor mij helend, me voor te stellen hoe een andere manier van leven en omgaan met de oorlog eruit kan zien.
De Nederlandse schrijver Arnon Grunberg zegt over trauma dat het belangrijk is om er speels mee om te gaan. Dat is een houding die niet heel erg ingeburgerd is als het gaat om collectief trauma. Die houding is vaak serieus en op feiten gericht, misschien wel het tegenovergestelde van speelsheid. Ben jij het eens met dat idee van Grunberg?
Ik vind dat een heel interessante gedachte. En ik zou meteen willen zeggen dat ik het ermee eens ben, maar ik moet er eigenlijk eerst over nadenken. Allereerst is belangrijk te beseffen dat je in een andere realiteit belandt, in een oorlog. Het was voor mij onmogelijk daarmee om te gaan zonder verbeeldingskracht. Omdat er zoveel pijn was. Maar tegelijkertijd komen er ook lichtere verhalen naar boven drijven als mensen met moeilijkheden geconfronteerd worden. Dan vallen ineens ook de mooie dingen op.
Binnen dit werk heb ik daar gebruik van gemaakt. En voor mij was dat inderdaad noodzakelijk. Want als je alleen feiten adresseert, kunnen mensen er geen verbinding mee aangaan. Eerst moet het verhaal gesmeed worden, pas daarna kun je verder met genezing.
Als maatschappij zijn we op verhalen gebouwd. Je bent wat je gelooft. Dat is ook van belang als je kijkt naar de Russische federatie, die is op heel andere verhalen gebaseerd dan de Oekraïense.
Ik wil het perspectief verschuiven, door de wereld vanuit andere ogen te bekijken. Voorbij het menselijke perspectief. Een andere omgang vinden met trauma, dat is en utopische of artistieke vraag.
Als het over collectieve trauma’s gaat, is ook van belang om je af te vragen van wie het verhaal is, en wiens rol het is om het te vertellen. Hoe verhield jij je tot jouw positie als het gaat om de MH17-ramp? Heb je nabestaanden van slachtoffers gesproken?
In het begin was dat voor mij een heel relevante vraag. Ik heb met journalisten gesproken die na de beschieting en de crash op die locatie waren. Maar ik heb ervoor gekozen geen contact te zoeken met nabestaanden. Het klinkt misschien raar, maar ik dacht dat ik niet het recht had om nabestaanden lastig te vallen met dit project voordat het afgerond was. Dat was één ding. Het andere was dat niemand het overleefd heeft, en dat de nabestaanden door een proces van verlies heengaan. Niemand weet hoe het was om in dat vliegtuig neer te storten, en daar te sterven.
Toen ik het plan opvatte was de oorlog in Oekraïne nog niet begonnen, dat gebeurde net nadat ik was geselecteerd voor de Prix de Rome. Toen kreeg het project een andere draai, en ging het meer over mezelf, over mijn eigen ervaringen, en de samenhang tussen verschillende incidenten.
Nog iets dat niet typisch is voor een monument, is dat het werk echt is opgericht vanuit jouw gezichtspunt, toch?
In de ruimte zie je onder op de muren zwart en boven wit, die kleuren staan voor de lucht en grond, want ook die horen bij de plek waar het vliegtuig neerstortte. En de lijn die het zwart van het wit scheidt, bevindt zich precies op mijn ooghoogte. Die ingreep suggereert dat je de ruimte door mijn ogen ziet, niet door die van een ander. Dat was mijn keuze, het verhaal te vertellen vanuit mijn eigen ervaring.
Wat voor mij inspirerend was – al weet ik niet of dat het juiste woord is – aan boord van het vliegtuig zaten twee bloemisten die onderweg waren naar Bali. Vlak voor de vlucht vertrok, postten ze op sociale media een foto met de tekst dat ze naar een plek zouden afreizen waar veel rozenblaadjes zouden zijn en dat ze niet zouden vertrekken voordat die blaadjes waren verwelkt. Dat was een van de verhalen die ik wilde gebruiken, één van de modellen in de ruimte is op de slachtoffers gebaseerd, en ik heb die rozenblaadjes daarin verwerkt. Ik heb dus meer de perspectieven van de inzittenden gebruikt dan die van de nabestaanden.
Het project biedt ook ruimte aan de geologie van de plek. De ramp legt nadruk op dingen die normaal gesproken geen ‘stem’ krijgen, maar nu wel, omdat er radarscans zijn gemaakt en proeven van de grond zijn genomen.
Mensen bezochten vervolgens de tentoonstelling, en zoals je zegt moet het werk in de eerste plaats worden ervaren. Heb je de manier waarop bezoekers het werk ervoeren gezien?
Ik ben naar mijn ruimte gegaan tijdens de opening en daar was ik zo van onder de indruk. Er waren heel veel mensen die de gehele film bekeken, terwijl het best intens is. Op dat moment realiseerde ik me waarom ik mijn werk maak. Dat voelde ik misschien wel voor het eerst in mijn leven.
Naderhand bedankten mensen me ook, en zeiden dat ze geraakt waren door het verhaal en dat gaf heel veel voldoening en dat motiveert ook om nieuw werk te maken. Er is heel veel energie in dit project gaan zitten, ik heb er ook een persoonlijke prijs voor moeten betalen. Ook voelde ik een enorme verantwoordelijkheid vanwege het onderwerp.
Sommige mensen komen mijn ruimte binnen, verwachten architectuur te zien, zien iets anders en gaan daarom weer weg. Dat gebeurt ook.
Het project is zo duidelijk ingebed in de werkelijkheid, in pijn, en draait om genezing, maar waar begint dat en waar eindigt dat, die mate van zorg voor de mensen die met het werk in aanraking komen?
Met dit project kan ik onmogelijk iedereen genezen, maar ik probeer wel een fundament te leggen voor heling. Ik wil met mijn werk ook meer internationale collectieve genezing teweegbrengen. We moeten radicale verandering teweegbrengen in onze samenleving om te kunnen genezen. Dat is niet eenvoudig. We worden nu met zoveel problemen geconfronteerd die niet te omzeilen zijn.
Ik wil het perspectief verschuiven, door de wereld vanuit andere ogen te bekijken. Voorbij het menselijke perspectief. Een andere omgang vinden met trauma, dat is en utopische of artistieke vraag.
Jouw project neemt geen typisch architectonische gedaante aan. Betekent dat dat traditionele architectuur niet altijd het antwoord vormt op de vragen van deze tijd?
Architectuur wordt nu vaak als een gecontroleerde, beheerste ruimte gezien. Ik kom uit Oekraïne, dat is geen heel stabiele omgeving. De eerste revoluties en opschuddingen die ik me herinner stammen uit 2004. Ik groeide op met het besef dat wat er om je heen gebeurt, invloed heeft op de fysieke ruimte, zelfs al kun je dat niet zien.
Als architect heb je de tools om het onzichtbare zichtbaar te maken, dat zag ik ook als mijn taak binnen dit project, om vorm te geven aan wat onzichtbaar is. Als je de problemen wil adresseren die nu op de planeet spelen, kun je niet altijd uit de voeten met de traditionele middelen van architectuur. Dat was voor mij al een tijd helder. Maar ik wilde wel een manier vinden om met architectuur te werken in de thema’s die mij aan het hart gaan. Mijn afstudeerwerk gaat ook over het schiereiland de Krim. Dat project gaat ook over het veranderen van perspectief. Toen de oorlog begon, herinnerde iedereen me aan dat project.
Ik ben geïnteresseerd in het idee van een steeds minder stabiele en meer verbonden en complexe wereld, en hoe je je daarbinnen als architect staande kunt houden. Wanneer je als architect gevraagd wordt iets toe te voegen aan deze wereld, moet je vooraf echt goede vragen stellen, of hetgeen je gevraagd wordt te maken wel relevant is. Is dit verzoek wel echt van toegevoegde waarde voor de maatschappij? Als je echt wil begrijpen met welke problemen we te maken hebben, kun je niet alleen binnen de gecontroleerde kaders van architectuur bezig zijn, maar ook moet je je ook verhouden tot bijvoorbeeld geologie of politiek.
Is de manier waarop je bent opgeleid genoeg voor die rol hoe jij dit wilt invullen?
Ik merk dat veel architecten het moeilijk vinden om mijn werk te plaatsen. Maar juist daarom vind ik dat binnen dit veld moet blijven werken.
Architectuur studeren is heel breed. Veel breder dan het in de praktijk brengen ervan. Het is heel belangrijk om veel verschillende skills te hebben. Onder andere vanwege de markteconomie is de rol van architect vaak beperkt, die moeten vooral helpen gebouwen te bouwen. Maar de rol van architecten kan vele vormen aannemen. In de manier waarop dat binnen de professionele wereld wordt ingevuld missen we bredere en diepgravende aspecten van architectuur die van positieve maatschappelijke invloed kunnen zijn.
En hoe zit het met jouw eigen genezing?
Ik ben zelf door een traumatisch proces gegaan. Tijdens en na de opening van No Innocent Landscape heb ik gezien dat mensen hun eigen relatie met het werk aangaan, die verbinding heeft me heel erg geraakt. Ik voelde toen ook dat ik er niet alleen doorheen ga, dat ik een soort gemeenschap heb kunnen creëren. Ik deel mijn verhaal en dat heeft mijn eigen genezing geholpen.
Weinig mensen zijn geïnteresseerd in politieke thema’s, dat merkte ik ook bij mijn vrienden, dat ze geen verbinding voelden tot het verhaal van de MH17 en de oorlog in Oekraïne. Mijn doel is om een verhaal vanuit veel verschillende standpunten en perspectieven te vertellen, zodat iedereen een ingang kan vinden, via taal, tekeningen, of via een droom.
Prix de Rome Architectuur 2022, met No Innocent Landscape van Lesia Topolnyk en de werken van de andere genomineerden, is nog tot 9 april 2023 te zien in Het Nieuwe Instituut.