Voor gek verklaard – interview Michiel van Nieuwkerk
Jan Dibbets, de nestor van de beeldende kunst, loopt door een witte expositieruimte. Terwijl de camera hem volgt zijn er op de achtergrond een aantal van zijn kunstwerken te zien. Immense foto’s, video’s en conceptschetsen van destijds en nu komen tijdens zijn wandeling voorbij. Dibbets geeft een rondleiding door zijn eigen overzichttentoonstelling en wordt ondertussen ondervraagd door een interviewer. Het portret van deze man brengt een nieuwe, verlichtende, maar ook leerzame kijk op zijn werk en zijn persoonlijkheid. Hij is een van de Hollandse Meesters.
Een paar jaar eerder schuifelt er een man op leeftijd met zijn wandelstok door een ander museum en geeft beeldend kunstenaar Michiel van Nieuwkerk een compliment over zijn fotografie. Het is 2010 en de twee mannen bevinden zich in de schuttersgalerij van het Amsterdams Historisch Museum op de opening van de tentoonstelling Kunstkoppen. De expositie toont een overzicht van een portrettenreeks waar van Nieuwkerk sinds 2008 aan werkt. Hij heeft een tal aan bekende Amsterdammers zo puur mogelijk gefotografeerd. Van Nieuwkerk: ‘het waren eenvoudige portretten met zo min mogelijk poespas waarin ik op zoek ging naar de essentie van het portret. Ik probeerde steeds dichterbij de persoon te komen’. Van Nieuwkerk imiteert met een donkere, schorre stem het compliment van de oude man; ‘Dat zijn hele goed portretten, je kunt precies zien wie zichzelf is en wie aan het poseren is.’ Wanneer de dan nog onbekende man van Nieuwkerk informeert naar zijn toekomstplannen antwoordt hij bezig te zijn met de opzet van een portrettenserie op film van 100 Hollandse meesters van de 21e eeuw. De onbekende man blijkt Jan Dibbets te zijn die 25 jaar eerder ook probeerde geld te verzamelen voor hetzelfde idee. Het is een teken. In de eerste reeks van de Hollandse Meesters is het portret van Jan Dibbets geschoten: door Michiel van Nieuwkerk.
‘Kom binnen, wil je thee? Ik heb een primeur!’ Het eerste wat Michiel van Nieuwkerk me vraagt wanneer ik een steile trap naar zijn studio beklim, is of ik even in een uitgezakte beige leunstoel plaats wil nemen. ‘Kom eens hier in deze stoel zitten, dan kun je zien hoe prachtig het uitzicht is waar ik dagelijks mijn dag mee begin.’ Hij heeft gelijk, het uitzicht is bijzonder schilderachtig en doet denken een oudhollands landschap uit de Gouden Eeuw.
‘Het plan moest groots zijn. Of ze denken dat je gek bent, of ze denken; deze jongen deze jongen heeft een serieus plan.’ 100 portretten van 15 minuten over 100 kunstenaars, een bizarre hoeveelheid films. Het idee is geboren in het Parool theater in Amsterdam, waar maar voor 20 man plaats is. Eén keer in de maand kon de liefhebber luisteren naar de interviews die Michiel van Nieuwkerk met kunstenaars, ontwerpers en muzikanten hield. Het publiek beleefde hier veel goede avonden. Het was een plek om grote plannen te laten ontkiemen. ‘Het is ontzettend waardevol om portretten van Nederlandse kunstenaars vast te leggen, hun ideeën, kunst en werkwijze moeten gedeeld worden met een groot publiek.’ In een jaar tijd maakt van Nieuwkerk een queeste door heel het land en bezoekt alle musea met een moderne kunstcollectie, niet om geld binnen te halen, maar om genoeg handtekeningen te verzamelen voor de start van de Hollandse Meesters. Hopend dat hij met deze steunbetuigingen het programma van de grond kan krijgen. ‘De musea vonden het een goed idee en waren gecharmeerd van mijn concept, al snel had ik 35 handtekeningen bijeen verzameld van curatoren en directeuren.’
‘Ik heb Ieder museum waarvan ik een handtekening ontving lijstjes laten maken met namen van kunstenaars waarvan het museum in kwestie graag een portret zou willen zien.’ Het rendement hiervan is een lijst met 250 kunstenaars, net beginnende jonge honden en vanzelfsprekend de gevestigde namen. ‘Uit de 250 namen is een selectie gekozen door een commissie. Ik heb later de namen nogmaals voorgelegd aan journalisten en redacteurs van kunstbladen om de lijst nog eens na te gaan, het is belangrijk dat de lijst open blijft. Iedereen moet op de lijst kunnen komen, het is geen top 100 van Nederland.’
Na drie jaar hoeft de Hollandse Meesters zich eindelijk niet meer te bewijzen. Ieder jaar weer moest van Nieuwkerk keer op keer hardmaken dat de Hollandse Meesters het waard zijn om te produceren en het verdienen om uitgezonden te worden. Nu het knokken heeft geloond loopt de serie volop en wordt deze buitengewoon goed ontvangen bij kijkers, kunstenaars en regisseurs. Zijn doel is behaald.
In eerste instantie is van Nieuwkerk van plan om zelf veel films te regisseren, maar er komt zoveel positieve respons van regisseurs dat hij besluit het merendeel uit handen te geven en iedere filmmaker maximaal 2 portretten laat maken. De portretten draaien om de kunstenaar, maar de regisseur bepaalt hoe hij deze in beeld brengt. Het project is veel groter en beter geworden dan van Nieuwkerk ooit had durven dromen.
‘Ik werd voor gek verklaard vanwege de omvang van het project, ik wist ook niet helemaal precies wat de grootte inhield en of het echt ging gebeuren.‘ vertelt van Nieuwkerk terwijl hij op staat van zijn stoel, nog meer thee inschenkt en al pratend weer gaat zitten. Deze man doet vanalles tegelijk.
Inmiddels werkt van Nieuwkerk samen met filmproducent Rene Mendel en zijn er 80 portretten gemaakt. De laatste 20 portretten zijn volop in regie. De laatste film is in zicht en zal op 23 januari in première gaan in EYE, ‘Je bent de eerste die het hoort, een echte primeur! Het wordt een grootse dag waarop alle 100 films te zien zijn.’
Hoe reageren kunstenaars op een uitnodiging mee te doen aan de Hollandse Meesters? ‘De meeste kunstenaars zijn erg vereerd en werken graag mee aan de serie, sommige kunstenaars worden liever niet gefilmd, zoals Rineke Dijkstra.’ Het is een eer om tot de 100 Hollandse Meesters te horen, maar de portretten zijn ook kwetsbaar, ze laten de werkwijze, werkruimte en ideeën van de kunstenaar zien. Ook zijn er een aantal kunstenaars in Nederland te druk om gefilmd te worden. ‘Het zou fantastisch zijn als Anton Corbijn een portret van Marlene Dumas zou maken, het is mijn droommatch. Helaas hebben ze beide geen tijd maar hopelijk komt het er ooit nog van.’
Stopt het als de 100 portretten af zijn? ‘Nee, de Hollandse Meesters houdt niet op. Er zullen regelmatig updates komen met nieuwe portretten en ook wordt er gewerkt aan een website waar alle films te bekijken zijn, het moet een levend archief worden.’ Op de vraag of hij zelf ooit geportretteerd zou willen worden antwoordt hij volmondig ja, ‘..maar niet voor de Hollandse Meesters, dat is onmogelijk.’
Het produceren van de Hollandse Meesters is voor van Nieuwkerk inspiratie geweest om zelf een nieuwe slag in zijn werk te maken. Hij laat me de foto’s zien waar Jan Dibbets destijds zo over te spreken was terwijl ik nu, aan de muur van zijn studio, experimentele versies hiervan terug zie. Michiel van Nieuwkerk kan wonderbaarlijk genoeg de werkzaamheden van de Hollandse Meesters combineren met het maken van kunst. Mede door de Hollandse meesters vraagt hij zich af waar een perfect portret aan moet voldoen en wat zijn favorieten zijn uit de kunstgeschiedenis. Hij vertelt me over een klein schilderijtje van Petrus Christus wat de jonkvrouw wordt genoemd, de portretten van Jan van Eijck maar ook een aantal foto’s Rineke Dijkstra vindt hij inspirerend. Wat is de gemeenschappelijke noemer in deze kunstwerken? ‘De rode draad is hetzelfde. Het doet er niet toe wie er op het portret staat, de beelden staan voor iets universelers.’ Zijn portretten zijn semi abstract: het gezicht is niet meer herkenbaar door uitstekende vormen die bedekt zijn met aarde, steen en zelfs gemalen koffiebonen.
Bezoek tot en met 8 november de expositie ‘verborgen plekken’ in KadS, Kunst aan de Schinkel, waar 5 werken van Michiel van Nieuwkerk te bewonderen zijn.