Visuele beperking en visuele overmaat
Verdwalen in de waarneming tijdens de performance van Sarah van Lamsweerde
Multisensorisch
Van Lamsweerde, Hoost en De Böck dienden het plan voor Sightless Seeing #4 in 2019 in bij het Stedelijk, in reactie op de oproep om kunstwerken te pitchen over ‘verhalen die ongezien blijven’ en die ‘een kritische blik op de museumcollectie’ konden werpen. Zij vatten de uitnodiging niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk op: al sinds 2015 maken ze samen performances onder de titel Sightless Seeing voor publiek met en zonder visuele beperking. Een artistiek, theatraal, poëtisch, persoonlijk en documentair onderzoek gericht op de ontwikkeling van een multisensorische kunst- en publiekspraktijk waarin tast, gehoor en reuk met evenveel zorg worden bespeeld als het gezichtsvermogen. Na selectie van hun plan werkten Van Lamsweerde, De Böck en Hoost de details van de performance op locatie uit tijdens de opbouw van In The Presence Of Absence. Drie weken brachten ze van vroeg tot laat in het museum door (en incasseerden de ene na de andere beperking in verband met covid-19).
Juist de combinatie van rondgeleid worden door performers met een visuele beperking in gezelschap van dito publieksgenoten was voor mij als ziende een van de spannendste elementen van de performance. Wat maakten zij mee dat ik niet meemaakte, en andersom?
IK ZIE
Ik zie ze al van verre staan in de hal van het museum, de man en de vrouw met roodbestreepte blindenstokken. Zouden dat Hannes en Marianne zijn? Na afloop van de performance mag ik hen ondervragen over hun ervaring, zo heb ik geregeld. De vrouw die misschien Marianne is draagt een groen hesje met reflectoren, bedrukt met grote letters: IK ZIE JE NIET. HOUD JIJ AFSTAND? Als ze zich omdraait bedekt haar capuchon deels de tekst, waardoor alleen IK ZIE en HOUD JIJ zichtbaar blijven.
Bij het verzamelpunt krijgen we drukwerk met letters en braille aangereikt van de twee gastvrouwen, en één zachte blauwe handschoen. Ik zie hoe vermoedelijk Marianne en Hannes met hun exemplaren frunniken terwijl ze behalve het drukwerk ook hun blindenstokken vasthouden. Zal ik hulp aanbieden, of is dat beledigend? Misschien zit je als zelfredzame slechtziende absoluut niet te wachten op goedbedoelende vreemdelingen die denken je situatie beter te kunnen overzien dan jijzelf. Of maak ik juist zo een klassieke inschattingsfout?
Doordachte schoenkeuze
We gaan van start met een spelletje, kondigt een gastvrouw aan. Wie niet perfect kan zien dient een pas naar voren te doen. Daarna ieder met minder dan 50% zicht nogmaals. Dan wie minder dan 25% ziet gek genoeg weer een stap achteruit. Het lijkt een praktische groepspeiling, tot de gastvrouw informeert of er iemand een déjà vu heeft, of helderziend is. ‘Het is een spelletje, hè? Je mag liegen,’ zegt ze ernstig. Of de mensen met rechterhandschoenen haar maar willen volgen.
Al neuriënd klik-klakt ze in stevig tempo weg op laarzen met luide hakken. Een goed doordachte schoenkeuze. Nadat ik me ervan heb vergewist dat Hannes en Marianne haar spoor hebben opgepikt volg ik, met gespitste oren, helaas zelf geruisloos op mijn gummi zolen. De ratelende balletjes van Hannes’ en Mariannes blindenstokken overstemmen de weg-echoënde gastvrouw meteen. Wat een geluk dat ik haar kan zien. Dat voelt niet meer vanzelfsprekend.
Verdwaald in eigen waarneming
Boven ontmoeten we Alicia, onze eerste gids. Ze maakt indruk met haar wonderlijke verschijning in monochromatische blauwe outfit — tuniek, legging, slippers en gelakte teennagels — en door haar natuurlijke leiderschap. Alert, geduldig en zelfbewust. In haar hand krijgt de witte stok ceremoniële allure.
Ik word overrompeld door onzekerheid over waar wel en niet op te letten nu ik als geoefende museumbezoeker de visueel onbeperkte volgeling van een visueel beperkte gids ben. Staand voor het anti-staatsieportret van Johan de Witt en Wendela Bicker, geschilderd door Natasja Kensmil, is het me vreemd te moede. Ik heb heus wel in de gaten dat ik voor spookachtig goede schilderijen sta, maar omdat ik zowel mijn aandacht op Alicia gevestigd wil houden als voor de verandering probeer mijn ogen niet de kost te geven, ben ik verdwaald in mijn eigen waarneming. Noch de schilderijen, noch de woorden van Alicia dringen goed tot me door.
Ik word overrompeld door onzekerheid over waar wel en niet op te letten nu ik als geoefende museumbezoeker de visueel onbeperkte volgeling van een visueel beperkte gids ben.
Zintuiglijke hiërarchie
Ondertussen voer ik werktuiglijk Alicia’s opdrachten uit en probeer ik door mijn mondkapje heen olieverf op te snuiven zonder überhaupt zeker te weten of er iets te ruiken valt; neem ik braaf een houding aan waarvan ik pas later besef dat ik daarmee de pose van de afgebeelde regenten na heb gebootst; en druk ik vergeefs mijn slagader plat om mijn polsslag te detecteren zodat ik weer uit hun huid kan kruipen, al was ik daar per ongeluk helemaal niet in terecht gekomen. Ondertussen komt er een spervuur aan afleidende vragen in me op, zoals: waarom heerst er eigenlijk zo’n hiërarchie onder onze zintuigen? Waarom wil een blind iemand eigenlijk een schilderij bezoeken? Waarom vrees ik deze tentoonstelling compleet mis te lopen tijdens deze tour? Waarom voelt het onbeleefd om iemand aan te kijken die je blik niet kan beantwoorden? Waarom is kijken zo beladen? Is kijken naar kunst doorgaans eigenlijk een heel veilig soort van kijken, zelfs al is die kunst confronterend?
Oude gevoelens
‘Het is alsof je lichaam niet langer van jou is,’ hoor ik Alicia zeggen. ‘Je voelt je leeg, maar op de een of andere manier ook opgelucht. Laat deze oude gevoelens gewoon door je heen golven, de intensiteit zal vanzelf afnemen, als kringen in het water.’ Het lukt enigszins om mijn innerlijke vragenvloed met rust te laten, maar ik blijf de hele performance op drift. Alleen al onze groepsbeweging van de ene naar de volgende museumzaal is spannend (gaat het ons weer lukken om met z’n allen zonder stoten door de smalle portalen heen te komen?), om nog maar te zwijgen over het bewegen langs de kunstwerken in de zalen.
Naast logistiek is er ook inhoudelijk weinig vanzelfsprekend aan de rondleiding. Het komt weliswaar voor dat Alicia of Leroy ons iets informatiefs vertellen over een tentoongesteld werk, zoals wanneer Alicia ons almaar luider en feller toespreekt over het provocerende kunstwerk Bakunin’s Barricade (2015) van Ahmet Öğüt, tot ze bulderend voor ons staat. Maar het volgende moment haalt ze bij een lege muur een herinnering op aan een daar vroeger geëxposeerd schilderij van Raquel van Haver. Of Leroy, gekleed in hetzelfde blauw als Alicia, gaat op de grond liggen en versmelt als een kameleon met het tentoonstellingstapijt dat exact dezelfde kleur blijkt te hebben als de kostuums van de gidsen (ontworpen door Janneke Raaphorst). Hij nodigt ons uit om het ons ook gemakkelijk te maken, en deelt persoonlijke associaties met de zee.
Het is alsof je lichaam niet langer van jou is
TapTapSee
Op zeker moment demonstreert Alicia op een tablet TapTapSee, een hulpmiddel voor mensen met een visuele beperking waarmee je objecten kan fotograferen en met behulp van Artificial Intelligence laten analyseren. Geroutineerd voert Alicia het algoritme een zwart-wit foto uit de installatie Werker 2 – A Gestural History of the Young Worker (2019) van het Werker Collective. Er is een staande persoon op te zien wiens hoofd bedekt wordt door een donkere bivakmuts, met een baby in zijn armen gewikkeld in een lichtgekleurde doek. ‘Vrouw in jas liggend op bed’ orakelt de iPad.
‘Het proces kan fout lopen als een plaatje wel bekende kenmerken heeft, maar niet in de juiste volgorde of positie, bijvoorbeeld een gezicht waarbij de neus en de mond verwisseld zijn. Het algoritme heeft moeite met een Picasso, of iedere andere afbeelding die niet bij de gangbare norm past,’ licht Alicia op montere toon de prestatie van de blunderende tool toe.
Zo is de hele tour eigenlijk getoonzet: als een blijmoedig hindernissenparcours dwars door de museale wildernis vol fragmentarisch en symbolisch verbeelde verhalen. ‘Als ik een goed humeur heb, zie ik het als een spel. Ik hoop dat jullie ook in een redelijke stemming zijn,’ zegt Leroy vlak voor hij ons opdraagt een zaal over te steken aan de hand van geluiden. Ik schuifel voetje voor voetje vooruit, Hannes en Marianne nemen grote passen.
Zo is de hele tour eigenlijk getoonzet: als een blijmoedig hindernissenparcours dwars door de museale wildernis vol fragmentarisch en symbolisch verbeelde verhalen.
Blinde ziener
Napratend met Hannes, Marianne en de gidsen blijken zowel Hannes en Marianne als ik ons het ene moment meer, het andere minder aanwezig te hebben gevoeld; nu eens betrokken en dan weer verloren. We delen tot mijn verrassing een zeker ongemak over de ‘visuele verwaarlozing’ van de tentoonstelling waar we doorheen navigeerden. Hannes en Marianne blijken er namelijk net zo aan gewend te zijn als ik dat rondleidingen en museumbezoeken vooral draaien om beeld, al is dat in hun geval vaak beschreven beeld.
‘De tour is inderdaad niet educatief bedoeld, al spelen we met de herkenbare vorm van de gids en het archetype van de blinde ziener,’ vertelt Van Lamsweerde later aan de telefoon. ‘Ik vind het interessant dat je je automatisch verplaatst in een ander op wie je je aandacht richt. Hoe meer die ander van je verschilt, hoe meer je verbeelding op hol kan slaan en je meegenomen kan worden in een andere wereld. Voor mij persoonlijk is een museum een overweldigende plek, ik word overmand door alle mogelijkheden. Ik heb focus nodig, ik wil niet omvallen. Als danser wil je je lichaam graag centreren, jezelf openstellen maar daarbij niet kwijtraken. Een zelfopgelegde beperking opeisen, zoals een visuele beperking, geeft mij veel vrijheid.’
We delen tot mijn verrassing een zeker ongemak over de ‘visuele verwaarlozing’ van de tentoonstelling waar we doorheen navigeerden.
Braakliggende stimuli
Inderdaad bleek het experiment om het visuele een keer aan mijn laars te lappen in het museum voor mij als ziende bevrijdend; het bewust braak laten liggen van de stimuli die normaal de waarneming dirigeren, met alle bijbehorende gewoontes, normen, plichtsgevoelens en wat er zoal komt kijken bij een conformistisch tentoonstellingsbezoek. Opwindend, bevreemdend en ook uitputtend. Al die veranderlijke akoestieken, al die geluiden op allerlei afstanden uit onpeilbare bronnen, overal verschillende geuren, temperaturen, sferen.
Het is me duizelingwekkend duidelijk geworden, op een fysieke manier, hoe verregaand het museum en in het verlengde daarvan onze maatschappij zijn ingericht en gecodeerd op basis van zicht. Ik voel sterk hoeveel mij moet ontgaan in het dagelijks leven door zintuiglijke veronachtzaming. Ik bespeur zelfs een zekere beschaamdheid ten overstaan van mijn eigen zintuigen met al hun onbenutte potentie, totaal overgekwalificeerd voor de functie die ik ze toebedeel.
Het is me duizelingwekkend duidelijk geworden, op een fysieke manier, hoe verregaand het museum en in het verlengde daarvan onze maatschappij zijn ingericht en gecodeerd op basis van zicht.
Hoe een boom klinkt
Stamelend van ongemak over mijn onprettig beperkt aandoende voorstellingsvermogen bel ik Alicia naderhand nog een keer op, om de hardnekkig bij mij achtergebleven vraag te stellen wat voor haar als visueel beperkte performer, erfgoeddeskundige en kunstliefhebber precies de aantrekkingskracht is van kunst. ‘Mijn voorkeur voor kunst heeft niets te maken met al dan niet goed kunnen zien,’ antwoordt ze. ‘Kunst heeft altijd een maker, iemand die iets wil vertellen op een eigen manier; niet direct, in woorden, maar… anders. Dat is een keuze die ieder kan begrijpen, of je nou kan horen of niet, zien of niet. Het gaat om die houding. Momenteel is het zo dat het in 98% van de gevallen dat je kunst bezoekt draait om zien. Er wordt van ieder gevraagd om visueel bezig te zijn; er wordt op geen enkel ander zintuig een beroep gedaan. Wij doen dat wel in onze performance. Kijk, als je Leroy vraagt om zich een boom voor te stellen, dan heb ik geen idee wat hij zich voorstelt. Maar je kan het ook hebben over hoe een boom klinkt of ruikt — dat vraagt van Leroy geen vertaalslag. Onze performance is voor zienden misschien zintuiglijk heel experimenteel, maar voor een niet-ziend persoon werkt het eerder andersom. Die moet gewoonlijk in een museum continu allerlei visuele informatie vertalen, maar kan nu gewoon meedoen. Dat vind ik heel belangrijk. Iedereen zou gewoon een museum moeten kunnen binnengaan en zich welkom voelen. Dat is voor veel mensen nu niet zo.’
Mengpaneel
‘Als ik me elke dag zo zou proberen open te stellen voor het bewust opvangen van alle beschikbare zintuiglijke informatie zou ik gek worden. Totaal overprikkeld,’ verzucht ik bij het afscheid tegen Hannes. Hij antwoordt grinnikend: ‘Als je er alleen al aan denkt hoor je de ambulance in de verte al aankomen.’ Daarna vervolgt hij: ‘Ik vergelijk de waarneming wel eens met een mengpaneel. Als er een schuif dichtgaat, zoals bij mij is gebeurd met het zicht, gaan andere schuiven omhoog.’
Het is een interessante gedachte: het hele complex aan zintuigen als één multifunctioneel waarnemingssysteem, onderling samenwerkend als instrumenten in een orkest. Die kunnen natuurlijk niet allemaal onafgebroken op volle kracht bijdragen, dan ontstaat er een onverstaanbare kakofonie. Maar als er een non-stop soleert is dat net zozeer een soort omgekeerde verspilling.
De metafoor lijkt een belofte in te houden. Want hoe zit het met de rol van de dirigent, of de bediening van het mengpaneel? Misschien laten zienden hun niet-visuele zintuigen teveel links liggen, en horen we daardoor zonder het te beseffen misschien maar een heel mager melodietje van de overdadige symfonie die de wereld te bieden heeft. Kunnen we een andere omgang met onze zintuigen ontwikkelen, waarbij het werken aan een inclusievere maatschappij gepaard kan worden aan het ontwikkelen van een zintuiglijk rijkere belevingswereld voor iedereen? Om te beginnen in de kunst en in het museum, waar kijken sinds mensenheugenis het hoogste en heiligste goed lijkt? Sightless Seeing #4 maakt me nieuwsgierig naar het verlies dat het mogelijk inhoudt als je comfortabel ziend bent en visueel voortdurend aan alle kanten bediend, bespeeld en verleid wordt. Ik stop mijn ogen graag wat vaker in mijn zak om mijn andere zintuigen meer ruimte te geven.
Een videoregistratie van Sightless Seeing #4: Acquisitions (beschikbaar met en zonder audiodescriptie), gefilmd met zeer beperkt publiek in het nu gesloten Stedelijk Museum, is toegevoegd aan het museumarchief. Wil je de video zien/horen? Klik dan hier.