Verwondering, claustrofobie en van Veluw
Alles is zwart. Je loopt door een korte gang en komt binnen in een kamer waar een tafel en een stoel gecentreerd tegen de achterwand geplaatst zijn. Op de tafel liggen allerlei kleine geometrische objecten, donker, net als alle andere vormen die je omgeven. In stellingkasten die reiken tot het plafond liggen kleine zilvergrijze brokstukken uitgestald. Tot ziens bekende buitenwereld. Goedemorgen, transcendentale realiteit.
In een interview met Valentijn Byvanck zegt Levi van Veluw: ‘Ik zoek naar visuele informatie die zich niet meteen laat verwerken.’ De klompjes liggen te glanzen als maanstenen in het zwakke licht van deze beklemmende kamer. Van Veluw streeft ernaar ‘een futuristische ordening die de bezoeker doet balanceren tussen euforie en claustrofobie’ te creëren. Door alles weg te halen wat je aan een tentoonstellingsruimte doet denken schept Van Veluw met een fascinatie voor sciencefiction een geheel nieuwe wereld waar je, hoe langer je erdoor loop, verder in verdwijnt. Je beweegt je door een klein halletje waar kasten om lijken te vallen: ze staan zodanig opgesteld dat je er amper tussendoor kunt lopen. Alles werkt desoriënterend, je benen beginnen te trillen en je vingers haal je vluchtig door je haren. In deze installatie ben je alleen en dat is voelbaar; elk geluid dat je hoort doet je opschrikken in deze beklemmende situatie.
Na de smalle hal kom je in een wederom duistere kamer waar een compositie van zwarte balken zweeft in het midden van de ruimte. Wederom is er sprake van een vorm die niet te plaatsen is binnen dat wat je herkent. Doorlopend naar een iets minder dan twintig meter lange smalle gang tref je een gigantische hoeveelheid veelhoeken, opgesteld in de terugkerende stellingkasten. Het drukkende gevoel verdwijnt niet en je voelt je minuscuul in deze hoeveelheid van herhaalde objecten.
Er volgt een opstapje, het lijkt een springplank, wat naar een mystieke ruimte lijdt waar een tafel en een stoel gepauzeerd lijken in een zinkende beweging het moddergrijze water in, dat het vloeroppervlak bedekt. Op de tafel ligt eenzelfde soort verzameling van vormen als in de eerste kamer en het is zodanig donker bovenin de kamer, dan het plafond lijkt te zijn verdwenen. De realisatie dat de overweldigende rust die je overneemt iets is dat je anders zelden ervaart, ontroert.
Voor het eerst tref je een ruimte met een kleur; een helder blauwe sferische ruimte waarvan de muren, de vloer en het plafond volledig gerasterd zijn in vakjes van tien kubieke centimeter, met in ieder segment een zwevende bol, ter grootte van een tennisbal. Het geluid van je ademhaling weerklinkt als die van een astronaut, een fluisterende ruis en de echo die de akoestiek van de kamer biedt laat voetstappen weergalmen. Je loopt verder en treft een tweede kamer en een volgende gang, die je tweemaal een hoek naar rechts laat maken en je brengt bij de laatste installatie.
De onaardse ervaring van The Relativity of Matter trekt je los van alles wat je kent en brengt je in een trance die je niet loslaat voor je weer buiten staat. De beklemmende duisternis van deze zeer fysieke ervaring overmant je, gedachten worden uitgeschakeld en maken plaats voor onheilspellende beleving. ‘Je zweeft in een zwart niks en wordt ergens in gezogen. (…) Mijn ultieme ambitie is dat bezoekers werkelijk in mijn universum terechtkomen.’
Op reservering is The Relativity of Matter tot en met 17 januari te bezoeken in Marres Maastricht en is ook geopend op dinsdag en donderdagavond.