Vertragen en verbinden – Brieven aan Franci Stukart (88) in het Rosa Spier Huis
Dit voorjaar plaatste Tosca Hellemans een oproep bij het Rosa Spier Huis, een woongemeenschap voor kunstenaars en wetenschappers op leeftijd. Ze nodigde bewoners uit met haar in gesprek te gaan over kunst en het leven via een briefwisseling.
Aanleiding voor de oproep van Tosca was de pandemie, waarbij veel wooninstellingen met kwetsbare groepen groter risico liepen op maatschappelijke isolatie. Een briefwisseling vormt een alternatieve, COVID-proof, manier van contact. De afgelopen maanden heeft Tosca met kunstenaar en bewoonster Franci Stukart gecorrespondeerd. De brieven bleken een interessant middel tot communicatie, zeker in coronatijd. Dit is wat Tosca heeft geleerd.
“Vanmorgen zat ik stil te denken over kunst. Ik dacht; wat is nou echte kunst?”
De bovenstaande zin is afkomstig uit één van de brieven die Franci Stukart (1932) me schreef. Ik vind het een mooie zin om twee redenen. Ten eerste omdat die uitnodigt tot een gesprek en de vraag die wordt gesteld niet eenduidig te beantwoorden is. De tweede reden is hoe ze hier beschrijft in stilte een moment te nemen om na te denken over kunst. Ik schrijf haar in mijn brieven onder andere hoe ik zelf moeite ervaar stilte te vinden. In de dagelijkse hectiek vind ik mezelf vaak in een lichtelijk overprikkelde staat waar weinig échte ruimte is voor kunst. Mijn museumbezoeken forceer ik gehaast tussen het sporten door en wanneer ik er dan ben heb ik moeite wat ik ervaar echt binnen te laten komen. Ik beperk en degradeer kunst hiermee tot een taak op mijn to-do lijstje, tot een product voor consumptie.
Tijdens de briefwisseling is de afstand tot Franci Stukart constant geweest en toch heb ik me verbonden met haar gevoeld. Vaak denken we dat er voor het ontstaan van verbinding méér contact nodig is maar het wegvallen van ruis blijkt soms effectiever te zijn. Ook dwingt deze vorm van contact zelfreflectie af, vanwege de dagen die je wacht op antwoord en vanwege de vertraging van het handmatig uitschrijven van woorden op papier.
Franci Stukart is zowel een maker uit een andere generatie als een vrouw van deze tijd. Ik luister naar haar ervaringen en visie op kunst met dit in gedachten. Ik was vooral benieuwd; hoe ontwikkelt de ervaring van kunst (maken) zich door een leven heen? Maar ook: wat is de invloed op het kunstenaarschap van wonen in een woongemeenschap als het Rosa Spier Huis? En bovenal: hoe kan men, in de dagelijkse hectiek, échte ruimte voor kunst behouden?
Naast onze correspondentie heb ik veel over Franci mogen leren via haar boek “Leven en werk”. Dit boek is een documentatie van zowel haar persoonlijke leven als van haar ontwikkelingen als kunstenaar. Haar werk, voornamelijk schilderijen, zijn uiteenlopend in stijl. Ze werkt zowel abstract als realistisch, haar kleurgebruik varieert. Franci geeft aan een balans te zoeken in spanning en harmonie tussen het schilderij en de toeschouwer. Ze zegt inspiratie te vinden in muziek, natuur, architectuur en “alles wat er in de wereld gaande is”.
Dit laatste is duidelijk terug te zien in haar thematiek, bijvoorbeeld bij de serie “Mens en Computertijdperk”. In deze serie, gemaakt in de jaren tachtig, reageert ze op de invloed van digitale techniek op de samenleving. In een van haar brieven aan mij schreef zij: “Ik zag [het] toen al gebeuren, snelheid en tijd. Dat de mensen geen tijd meer voor elkaar zouden hebben en alles in snelheid voorbij zou gaan”.
Of bij de serie “War is Over” die zij schilderde zo’n eind jaren negentig en opdroeg aan stichting Warchild. Met de serie wil ze uitdrukking geven aan het “verstrikte en angstige gevoel” dat oorlogskinderen kunnen voelen. Een ervaring die ze aangeeft zelf goed te kennen.
Haar latere werk, zoals de bovenstaande schets, voelt anders. Vergeleken met haar eerdere schilderijen voelt dit voor mij ‘losser’ en meer expressief. In “Leven en werk” valt het me op dat de stijl van haar werk door de decennia heen mee verandert met zowel haar persoonlijke als maatschappelijke leven, zoals bij veel kunstenaars. Ondanks die veranderingen is er één ding constant; kunst behoudt een centrale plek in haar leven. Ze zag kunst in alles, in de ravage van oorlogstijd tot de etalages die zij opmaakte in haar winkel voor huishoudelijke spullen.
Wat is kunst?
Zien hoe haar werk met haar mee ontwikkelt en groeit maakte me benieuwd wat haar antwoorden zouden zijn op de bovengenoemde vraag die zij zichzelf stelde in haar brief naar mij: “Wat is échte kunst?”. Tussen de regels door vond ik verschillende antwoorden.
Kunst is troost:
“Suikerbieten en bloembollen of in een vuilnisbak op zoek naar eten. Toch had ik mijn potje Oost-Indische inkt en papier altijd bij de hand om te tekenen wat er nog aanwezig was.”
Kunst is thuiskomen bij jezelf:
Bij het zien van een Mondriaan-achtig stoeltje in de Bijenkorf als kind: “Ik vond het prachtig en wist dat de kunst bij mij hoorde”
Kunst is afleiding:
“Deze tijd van het jaar (4-5 mei periode) is voor mij altijd een moeilijke periode”
“Er was [bij het Rosa Spier Huis] een jongen die in opleiding was voor dansen, vond het wel leuk, en gaf wat afleiding.”
Kunst is inspiratie:
“Wilde naar de toneelschool maar werd uitgelachen door mijn moeder. Heb toen op kantoor gewerkt als facturiste. Het was een fabrikant van luxe sjaals, waar ik ook kunst in zag.”
Kunst is therapie:
“Het was ook in die tijd dat ik bezig was met serene stillevens om mijn leven weer op orde te brengen”
Kunst is het leven zelf:
“Door hard werken ontstond daar een levend beeld. Dat is volgens mij de grootse kunst (de mens). De eer aan alle moeders die volgens mij kunstenaars zijn”
Voor mij is het bovenstaande illustratief voor hoe de betekenis van kunst altijd veranderlijk, veelzijdig en persoonlijk zal zijn. Een mensenleven kent verschillende stadia en kunst beweegt hierin met ons mee. Het is een manier om de wereld te onderzoeken en laat een tastbaar spoor van de menselijke ervaring. Om terug te komen op de vraag die ik mezelf stel: ‘hoe kan ik échte ruimte behouden voor kunst?’, benadrukt dit voor mij het belang te blijven zoeken naar mijn eigen definities van kunst. Om mezelf te blijven vragen in wat ik doe en hoe ik leef: wat is kunst voor mij?
Vertragen
Wat ik meeneem uit deze briefwisseling is een noodzaak om af en toe te vertragen. Dit is niet alleen noodzakelijk maar ook, zo ervaarde ik tijdens de briefwisseling, een fijne ervaring.
Een boek dat die noodzakelijkheid op een mooie manier voelbaar maakt is Slow Spatial Reader: Chronicles of Radical Affection (2021), een van de meest recente publicaties van uitgeverij Valiz. Dit boek onderzoekt via essays en casestudies verschillende “Slow” benaderingen. In verschillende domeinen, waaronder kunst en architectuur, wordt onderzocht hoe we via creativiteit kunnen omgaan met tijd en ruimte.
Dit onderzoeken blijft ook waardevol in onze zoektocht naar verbinding in coronatijd. Het maken van contact kan snel of langzaam, op afstand of dichtbij. Een briefwisseling is een vorm, een appje ook. Het blijft een uitdagende tijd maar ook een die uitnodigt tot het ontdekken van alternatieve manieren om met tijd, ruimte én elkaar om te gaan.
Benieuwd geworden naar Franci Stukart? Het Rosa Spier Huis maakte deze maand een vlog over haar. Deze is hier te bekijken.