Vertel ook het verhaal van de overval
De vele zwarte vierkanten die de afgelopen weken op social media verschenen onder de noemer #Blackouttuesday zweven nog rond in mijn hoofd. Wat betekent het nou eigenlijk, een zwart vierkant? Pas als je weet wat er bedoeld wordt, als je de geschiedenis kent, als je weet wat het zwarte vlak vervangt, wat het verzwijgt, wat het uitwist, wat het verbergt, dat het een opening is naar iets wat eerder niet ontsloten was, als je weet welke woorden over elkaar heen buitelen in het zwarte vlak tot er een onleesbare, ondoordringbare massa ontstaat – pas dan heeft een zwart vlak betekenis. Soms een black out. Een slot. Of een begin. Een tabula rasa. Een rabbit hole.
De vierkanten sturen me door een rabbit hole van associaties. Ik denk aan de Amerikaanse kunstenaar Ellen Gallagher, die vanaf 1998 een serie Black Paintings maakte die van veraf op zwarte vierkanten lijken, maar van dichtbij gelaagd zijn, en onder de juiste lichtinval verschillende materialen onthullen. Ze zijn opgebouwd uit rubber, glazuur, papier in geometrische vormen, en collage-elementen uit tijdschriften en andere bronnen. In 2016 maakte ze een reeks van vier schilderijen genaamd Negroes Battling in a Cave. De titel verwijst naar het beroemdste zwarte vierkant uit de kunstgeschiedenis, dat van Kazimir Malevitsj (1915): het schilderij dat in de westerse mythevorming als de tabula rasa voor de kunst geldt, als de overgang van figuratieve naar abstracte kunst. Een nulpunt, een nieuw begin.
Op de honderdste verjaardag van het schilderij onthulden Russische kunsthistorici dat met behulp van microscopisch onderzoek een handgeschreven tekst onder de zwarte verf gevonden was, de tekst die Gallagher als titel voor haar werk koos. Malevitsj zou hiermee knipogen naar een eerder zwart vierkant uit de kunstgeschiedenis, dat van de Franse ‘humoristische’ schrijver Alphonse Allais uit 1897 met dezelfde titel. Gallagher benadrukt met haar reeks dat de westerse abstracte kunst onlosmakelijk verbonden is met een racistisch systeem.
Ik zie het werk ook als een vorm van toe-eigening: Gallagher, een vrouw van kleur, voegt zichzelf toe aan de reeks tongue-in-cheek verwijzingen van witte mannelijke kunstenaars. Zij incorporeert de kunstgeschiedenis in haar eigen werk en schildert er nog een dikke laag zwart overheen. Niet om een pijnlijke geschiedenis te verduisteren, maar juist om deze te onthullen.
Ook Malevitsj maakte trouwens meerdere zwarte vierkanten. Dat vertroebelt het idee van het zwarte vlak als nulpunt, want welke is dan eigenlijk de échte? Wat is de precieze geboortedatum van de abstracte kunst? Die vraag wordt nog moeilijker dankzij Malevitsj’ gewoonte zijn werken expres verkeerd te dateren. De laatste in de reeks zwarte vierkanten dateerde hij als 1913, hoewel het waarschijnlijk in de jaren twintig of dertig is gemaakt. Ik denk dat Malevitsj zich verzette tegen de gedwongen transparantie van de datering, dat hij vrijheid zocht in de onmogelijkheid van de juiste chronologie. En misschien wilde hij iets zeggen over de mythe van de tabula rasa.
Ik vond een essay van curator Vincent van Velsen over het werk van Gallagher, waarin hij de Black Paintings in verband brengt met het begrip ‘ondoorzichtigheid’ (opacité) van de Martiniquaanse schrijver en filosoof Édouard Glissant. Glissant verdedigt ondoorzichtigheid – het tegenovergestelde van transparantie – als een recht. Transparantie is een kernbegrip van de Verlichting, het is de noodzaak om alles te willen kennen en doorgronden. Wat we niet kennen, noemen we ‘de ander’. We eisen van de ander dat hij transparant is over zijn identiteit, anders ervaren we hem als bedreigend. (Ik denk hierbij altijd aan de gewoonte van witte mensen om aan mensen van kleur te vragen waar ze écht vandaan komen.) Glissant eist het recht op om daar niet aan toe te mogen geven, opdat de grenzen tussen het eigene en het andere niet meer zullen bestaan. Transparantie reduceert, schrijft hij in Poétique de la Relation (1990). Om de ander te begrijpen – en daarmee te accepteren – vergelijken we hem met wat we al kennen, en daarmee oordelen en reduceren we. Immers, je kunt alleen vergelijken als je iemand in categorieën stopt, als je hem meetbaar maakt. Daarmee doe je iemands eigenheid geweld aan.
Hollandse glorie
Zwarte vierkanten, ontelbaar veel zwarte vierkanten zweven in draaikolken in Dorine van Meels videowerk Beyond the Nation State I Want to Dream uit 2018. Tegen een donkere achtergrond construeert en deconstrueert Van Meel met computergestuurde 3D-visuals de officiële Nederlandse narratieven rondom kolonialisme en de natiestaat. We zien vertrouwde beelden van windmolens, tulpen en een VOC-schip – rode lijnen tegen een zwarte achtergrond, de figuren zijn transparant -, die langzaam in elkaar overgaan. Ook verschijnt de zaal van de Koloniale Conventie van Berlijn, waarin westerse leiders in 1884 het continent Afrika onder elkaar verdeelden en opdeelden langs perfect rechte lijnen. ‘Fruitless attempts to fall asleep to the sounds of the national narrative’, zegt een vrouwelijke stem in de voice-over, ‘in which history is understood as linear, as progress. A narrative in which we will move to a place, better for all of us.’
Hollandse glorie, tolerantie, VOC-mentaliteit, de kinderzitjes achterop de fiets, en sterke, eerlijke zeemannen, ze worden in de video van hun onschuld ontdaan. Van Meel vraagt zich af wat er wordt weggelaten in deze nationalistische beeldvorming, die geniepiger is dan we denken. Wat er niet wordt verteld in de schoolboeken, in de canon. Of er ook een ander verhaal mogelijk is, voorbij de leugens, voorbij grenzen, voorbij tegenstellingen.
Dan verschijnen de zwarte vierkanten. De duizenden vlakken bewegen en vormen een mensenmassa, we zien mannen aan de borrel aan statafels. Hun contouren zijn niet stabiel, de vierkanten trillen. De stem: ‘And what is needed for me to see the violence of the corporate cocktails, double-faced monsters, a deep need to stay blind.’
Van Meel wil dóórdringen, ze wil reiken achter de façade van welvaart en gelukkige gezinnen en vooruitgang. En ik rolde weer door in het konijnenhol, naar een interview met de Belgische politiek wetenschapper Olivia Rutazibwa. In een verpletterend interview op het Vlaamse internetkanaal Zwijgen is geen optie beschrijft ze hoe selectief het Westen de geschiedenis van het kolonialisme vertelt en onderwijst. Ontwikkelingssamenwerking, waar ze fel tegen gekant is, vergelijkt ze met een gewelddadige overval, waarna de overvallers af en toe wat aalmoezen toewerpen aan de mensen die ze hebben beroofd. In het narratief over kolonisatie is het verhaal van de overval eruit geknipt, zegt ze. Het lijkt alsof het Westen op het Afrikaans continent de brengers zijn van het goede, van geld en beschaving en christendom, terwijl we zelf eerst de boel hebben geplunderd. Het is belangrijk om het hele verhaal te vertellen. En gevaarlijk. ‘Als we het hele verhaal vertellen, stort het systeem in elkaar’, zegt ze. Onze hele wereld is gebouwd op een geschiedenis van roof en moord. Alles waar we trots op zijn bestaat dankzij roof en moord. ‘De Europese beschaving, technologische vooruitgang: zonder ‘de overval’ was het er niet geweest.’
De interviewer, eerst nog zo enthousiast over de ideeën van Rutazibwe, fronst. Het is zo moeilijk, zegt hij, en hoe gaan we dat veranderen, hoe gaan we dat doen?
De stem in de video van Van Meel neemt alvast afscheid van alle obstakels.
‘This is a farewell to but,
to maybe not,
to unfeasible,
impractical,
non-viable and unworkable.
A farewell to logical,
to rational,
to well meaning and well meant.’
P.S.: Beyond the Nation State I Want to Dream is in augustus in Nederland te zien bij Impakt in Utrecht, in de tentoonstelling ‘Abducting Europa’.