‘Val maar in slaap’
Het klapperende dakzeil van een marktkraam, een zwevende zeepbel langs een raam en voetballende jongens in de verte: kunstenaars Apichatpong Weerasethakul en Cao Guimarães belichten in hun video’s het alledaagse bestaan. Waar iedereen argeloos doorloopt, stopt hun lens voor een ode aan de mieren van het leven: verscholen kleinigheden met een ongeëvenaarde kracht. De kunstenaars werken niet samen, maar zijn door curator Jaap Guldemond samengebracht voor de tentoonstelling Locus in het EYE Filmmuseum in Amsterdam. Deze combinatie waar de filmmakers zelf nooit aan hebben gedacht, blijkt te rijmen dankzij het trage effect dat beide kunstenaars bij de beschouwer weten te bereiken.
Tijdens zijn reizen komt voor Cao Guimarães tijd en ruimte in een ander daglicht te staan. Waar normaal gesproken het leven snel wordt geleefd, staat hij open voor nieuwe indrukken. Door aan het snelle leven te ontsnappen, ontstaat er ruimte voor toevallige ontmoetingen tussen zijn camera en de ontroerende details die hij vastlegt.
In de eerste ruimte zijn vijf videowerken te zien, geënsceneerd op een traditionele manier, waarbij iedere film geprojecteerd wordt op een eigen stuk wand. The Tenant toont een zeepbel die systematisch zijn weg zoekt door een leeg huis. Het is de huurder die na het weghalen van zijn persoonlijke spullen, weemoedig terugkijkt op het geleefde leven door een laatste ronde te maken langs de badkamer, door de gang naar de babykamer en weer terug naar de woonruimte. Het weerkaatsende zonlicht verandert de bel in een transparante parel die het vertrouwen geeft niet te zullen knappen.
Honderden krioelende mieren slepen glinsterende confettisnippers naar hun nest in Epilogue: Ash Wednesday. Aswoensdag is de dag na carnaval. Terwijl de Brazilianen hun roes uitslapen, vervullen de ijverige mieren hun taak als schoonmakers van het gekleurde afval. De artificiële cirkels en de ongerepte bodem vormen een surrealistische ontmoeting tussen mens en natuur. Het zenuwachtig trillen van de voelsprieten – zijn ze geïrriteerd over het feit dat hun leefgebied wordt vervuild of juist enthousiast over de fleurige cadeaus? – verandert in een ontspannend ritme.
De werken van Apichatpong Weerasethakul zijn politieker van karakter. Het noordoosten van Thailand, de streek waar de kunstenaar is opgegroeid, vormt veelal de achtergrond voor zijn films. Nabua is het dorp dat in de jaren zestig en zeventig het symbool werd van de strijd tegen sympathisanten van het communisme. Acht schetsmatige films vormen samen Primitive, een verzameling herinneringen van tieners uit dit dorp. Het publiek strijkt neer op een met rode kussens bedekte berg, dat voor even een veilige haven vormt binnen het kunstwerk. ‘Val maar in slaap’, suggereert Weerasethakul. De video’s omsingelen je blikveld en tonen dromende pubers, met een vuurbal voetballende jongens en een net niet volle maan aan de hemel. Het maken van films staat gelijk aan het vangen van licht in de lens. Dit aspect komt in het werk van de kunstenaar letterlijk naar voren door het veelvuldig gebruik van al dan niet kunstmatige lichtbronnen als zaklampen, vuurwerk en bliksem. En bij licht hoort donker. De tiener op het grote scherm spreekt je toe over de de ontmoeting met geesten uit het verleden. Het helderrode beeld vervaagt steeds meer. ‘En toen verdween ik’, zegt de stem in een inmiddels duistere achtergrond. Waarna de beschouwer verdwijnt. Precies zoals de kunstenaar dat aanraadt.