the uncanny moment
/*–>*/
‘Acht jaar geleden las ik de krant in de metro en merkte ik een bijzondere foto op: een raam met de afdruk en resten van een ingevlogen uil. Ik zag de kleine foto op het groezelige papier en ik wist onmiddellijk dat ik het raam wilde hebben. Een diep verlangen groeide in mij en ik besloot mijn plannen van de dag om te gooien; ik stapte uit bij het eerstvolgende metrostation en zocht een internetcafé. De naam van de 75-jarige eigenaar van het raam en de stad waar hij woonde stonden in het artikel naast de foto, het was de enige informatie die ik had. Ik zocht alle nummers van de mensen uit de stad met diezelfde achternaam op en ik belde ze een voor een. Na drie of vier pogingen kreeg ik de juiste man te pakken en mocht ik op bezoek komen. In de keurige woonkamer van het oude echtpaar vertelde ik dat ik graag hun raam wilde meenemen. Ze waren gechoqueerd: ‘we dachten dat je een kunstenaar was die foto’s zou maken van het de afdruk van de uil; niet dat je ons raam eruit zou slopen!’.’
/*–>*/
Beeldend kunstenaar Douglas White is de man van de gevonden kunstwerken. Het lijkt wel alsof White zo nu en dan onverwachts getroffen en betoverd wordt door het ‘iets’ dat hij vrij willekeurig aantreft. Hij studeerde in 2005 af aan de kunstacademie in Londen, waar hij nog altijd werkzaam is. Sindsdien zit hij niet stil, de ene na de andere expositie volg. Voor de tentoonstelling sparkling like the surface of the ocean at night in Garage Rotterdam is de Britse kunstenaar voor een paar dagen in Nederland. Ik grijp de kans om in gesprek te gaan over zijn werk en de betoverende momenten die daaraan voorafgaan.
Douglas White werkt met gevonden objecten en streeft ernaar de hoedanigheid hiervan in stand te houden. Daarnaast maakt hij sculpturen, waarbij een beeld dat hij ergens heeft gezien, vaak een rol speelt. Een bepaald moment of een bepaalde staat van het zijn, is hetgeen het werk van White karakteriseert.
Het gevonden object bezit iets wonderlijks. Het houdt het heden vast, tegelijkertijd is het een soort drager van iets dat is geweest. Het raam met de afdruk van de uil zet een ‘moment suprême’ uit het verleden stil en vereeuwigt het. De uitdaging zit hem in het behouden van een de conditie van het object. De gevonden objecten grijpen een moment, dat niet gepland voor het oprapen ligt. Beeldende kunst die White zelf construeert, zijn daarentegen langdurige processen, waarin de kunstenaar jarenlang onderzoek verricht naar ‘het ding’ dat hij maakt. In dit proces zoekt hij eveneens naar een bepaalde reconstructie van een moment.
Boomstronken, autobanden, octopusinkt, afgestorven cactushuid; opmerkelijke materialen liggen vaak ten grondslag aan de ruimtelijke werken van White. ‘Zij bezitten vaak een gelijke magische kracht als de gevonden objecten. Ik kan me sterk aangetrokken voelen tot een materiaal, het levert bijna een fysieke reactie op. Ik zie het en ik weet acuut dat ik ermee wil werken, hoe en wat komt pas later. De afgestorven cactushuid ligt bijvoorbeeld al vijf jaar te wachten in mijn atelier. Ik kom nu pas op een punt dat ik het materiaal begrijp en er ook daadwerkelijk mee kan werken.’
Het gaat White om een soort vervallen staat van het materiaal. Het deconstructieve aspect levert iets levends en organisch op. De materie is in staat van transformatie, waarbij het de mogelijkheid heeft iets anders te worden. Neem gedroogde bananenschillen die als zwarte vervormde gestalten ver af liggen van zijn oorspronkelijke gele staat. ‘Je kent het, maar je kent het niet; het herkenbare en onherkenbare is tegelijkertijd aanwezig in de materialen, waardoor een buitengewoon karakter voelbaar is.’
De resten van een dode olifanten die Douglas White tijdens een reis in Afrika tegenkomt, hebben op slag dat bijzondere magische effect op hem. Een aanwezigheid van transformatie, herkenbaarheid en onherkenbaarheid is eveneens voelbaar. In tegenstelling tot het raam, volgt nu wel een groot obstakel: hij kan de botten en huid van de olifanten niet zomaar meenemen. Jarenlang wordt White achtervolgd door het beeld, de indrukwekkende ervaring en het intense moment. ‘Ik was in een grote groep en ik schaamde me enorm terwijl ik foto’s maakte van het dode dier. Waarom zou je foto’s maken van een dode olifant als er een paar meter verderop levende olifanten lopen? Maar ik zag iets buitengewoons, waarvan ik niet wist wat het nou precies was; de huid, de botten. Het was groots; deels lichaam, deels landschap. Het was een soort tent waar ik in wilde en waarvan ik de behuizing wilde aanraken. Ik wilde het zo graag meenemen, maar dat kon gewoon niet. Het beeld van de dode olifant bleef me achtervolgen en na een tijd ging ik weer op zoek naar de fotonegatieven. De film was beschadigd: foto’s van de botten, witte stukken, maar geen huid! Gek genoeg kon ik nergens op de negatieven de olifantshuid terugvinden. Ik heb nooit meer de mogelijkheid gehad om te zien hoe het er toen uitzag. Het verlangen om het moment en beeld terug te zien, werd hierdoor waarschijnlijk alsmaar groter. Jaren later, zag ik het beeld onverwachts opduiken. In een klein stuk uitgerolde klei, zag ik ineens de huid. De klei werd een soort gevonden ding, een gevonden moment. Ik wilde proberen om de staat van de olifant weer te zien en het overweldigende gevoel wat ik in Afrika ervoer te herbeleven. Door het object in dergelijke conditie na te maken, geef ik slechts een idee, ik zet een kras.’
Nadat Douglas White in 2005 afstudeerde aan de kunstacademie in Londen, wilde hij helemaal niks meer maken. Dat wat hem aanzette tot het maken van kunst, was hij verloren. White stopte en ging terug naar de plek waar hij opgroeide op het platteland. Na een tijd trok hij toch zijn atelier weer in, waarbij het voor hem niet direct draaide om kunst. ‘Dit was het moment waarop ik voor het eerst echt met mijn handen werkte in plaats van met het realiseren van een idee. Ik werkte op een ambachtelijke, intuïtieve manier. Voor het eerst ontstond direct contact met het materiaal, waardoor ik een enorme betrokkenheid voelde met de materie. Ik begreep nu wat ik wilde en op welke manier ik kon creëren. Ik ben geïnteresseerd in het proces van het maken, het verkennen en ontdekken. Ik train mezelf om een object te leren kennen. Kunst maken, is het oog trainen, waardoor me meer kleine dingen opvallen in het dagelijks leven. Ik weet niet of ik bepaalde objecten had gevonden als ik niet in diezelfde periode bezig was met het maken van kunst.’
In het proces van ontdekken, kan reizen belangrijk zijn. Een materiaal hoort thuis in een bepaalde context en wordt daar amper meer opgemerkt omdat het er normaal is. Voor een reiziger kan een bepaald voorwerp echter nieuw zijn. Met nieuwe ogen komt een buitenstaander als het ware een ander landschap tegen.
Het zijn de betoverende momenten en de magische krachten van het object of materiaal die Douglas White oppikt. “Uncanny” (Nederlands: geheimzinnig) is, ondanks het feit dat het moeilijk te definiëren is, het woord dat het dichtst in de buurt komt bij wat hij probeert na te streven en te realiseren. ‘Het onbeschrijfbare en tegelijkertijd het begrijpbare, zijn wellicht de kenmerken van “uncanny” waarnaar ik opzoek ben. Er is geen exacte, helderdere definitie van “uncanny”, maar je voelt precies waar het over gaat.’