Tussen Kunst & Ko: Zweten en tietenmemmenjopen in Foam
Het was niet alleen de warmste dag van het jaar, het was ook de dag dat ik erachter kwam dat ik (30) nog steeds in de pubertijd zit. Dat besef dank ik aan Helmut Newton. Het gebeurde toen ik na een paar uur in de volle zon leeg te zijn gelopen, even koos voor de koelte van het museum.
Het retrospectief van Helmut Newton is een modefotografietentoonstelling, maar het lijkt naar mate ik verder door de tentoonstelling loop meer te gaan om tietenmemmenjopen dan om de kleding die de vrouwen nauwelijks aan hebben (dan wel uittrekken). Maar, zo zegt Foam, er is “onvoldoende zicht op de inhoudelijke complexiteit en gelaagdheid ervan.” Oké. De foto’s van Newton gaan ook over vrouwelijkheid, over de toenemende macht van de vrouw, over emancipatie. Softporno en feminisme lopen dus hand in hand over de Amsterdamse Keizersgracht.
Dan loop ik de laatste zaal in. Alle wanden zijn helderblauw, als de wolkeloze lucht buiten. Gelijk word ik getrokken naar een van de lange zijdes met daaraan vijf grote foto’s. Vijf reusachtige, beeldschone vrouwen. Helemaal naakt. Maar met hakken én schaamhaar. En met navels op mijn ooghoogte. Dit is geen modefotografie, lijkt me, maar het is wel lekker. De vrouwen zijn bloot, maar niet breekbaar. Ze zijn overweldigend en sterk. Achter mij hangt een foto van een stier.
Ik moet iets bekennen. Dat het vijfluik wel lekker is, gaat eigenlijk niet over de foto’s. Noem me een simpele seksist, ik kan eigenlijk niet goed naar deze foto’s kijken. Dat wil zeggen, niet naar de foto’s, maar alleen naar de vrouwen. De foto als kunstwerk bestaat bijna niet, ik zie alleen maar de beeldschone vrouwen. En of ik – nee dat ik – er seks mee zou willen hebben. Het is geen porno, denk ik. Het zijn geen geile foto’s, de foto’s winden me niet op. Maar god wat zijn ze naakt en mooi.
Mezelf op deze domme seksuele eerste blik betrappend, dwing ik mezelf om langer te kijken. Naar de foto’s, naar de kunst. Dat kost moeite, want het heeft iets gênants om lang naar dit naaktgeweld te kijken. Alsof ik een vies ventje ben die nog nooit een blote vrouw heeft gezien. Alsof ik stiekem een vies boekje koop bij een tankstation. Ik zie een groffe korrel, haren op armen en buiken, moedervlekken, tanlines en misschien zelfs wel een litteken van een blindedarmoperatie. Ik zie hoe hard en doortastend ze zijn, hoe ze over me heen kijken als krachtige maar prachtige monsters. Ik zie schaduwen die zich warm en behaaglijk onder de borsten hebben genesteld. Shit.
Het gaat niet. Ik besluit maar weer naar buiten te gaan, hopen dat het daar, ondanks de hoge zomer, wat koeler is.
Meld je ook aan voor Kunst Kijken met Ko en Kho