TUSSEN KUNST & KO: Vleermuizen als huisdier
Ko van ’t Hek schrijft voor Mister Motley over zijn ontmoetingen met kunstwerken. Dit keer staat hij stil bij het werk Garden of Scars van Ibrahim Mahama. ‘Ze zeggen dat wie geboren is tussen vleermuizen, niet bevlogen kan worden door de angst. Als je het allerergste kent, zou je nergens meer bang voor hoeven zijn.’
De vloer is hier van zerk: een bodem gevuld met schilders, biologen en schandalen die niemand zich nog wil herinneren, die we toch zullen moeten, omdat we moeten. Gezellig stuk weer, denk je. Maar ik kan er niks aan doen: de winter duurt te lang, er hangt hier een te precieze kou in de Oude Kerk, gevuld met werk van Ibrahim Mahama. Het slaat mij volslagen sereen om de oren met een gebroken geschiedenis, met de duisternis die achterbleef, die maar niet lijkt te mogen ontsnappen.
Hoog in de gewelven hangen ontelbare sculpturen van vleermuizen. Zwarte vlekken als omgekeerde kruizen, als symbolen uit een vreemde taal, op hun gemak te wachten tot ze eindelijk mogen, tot ze eindelijk in het donker de hele ruimte weer kunnen overnemen.
Ze zeggen dat wie geboren is tussen vleermuizen, niet bevlogen kan worden door de angst. Als je het allerergste kent, zou je nergens meer bang voor hoeven zijn. Dat klinkt als geruststelling, als je toch eens wist hoe te vergeten hoe erg het ergste is. Wie het overleeft, blijft altijd deels achter, geeft het door, maar ook: wie het overleeft, heeft het in ieder geval overleefd. Alsof dat niet genoeg is. Zelden. Het is in je gekropen, woont er, gekooid weliswaar, maar het heeft alles kort en klein geschopt en geslagen.
Ze zijn de levenden hier, boven deze vloer vol lichamen uit een andere tijd. Lichamen die niet, toch net zo goed, het mijne hadden kunnen zijn. We hebben de neiging het verleden terug te brengen tot verhalen, tot getallen, in een poging te ontkennen dat het mensen betreft. Besef: vleermuizen kennen geen jaartallen, angst is van alle tijden.
De kilte trekt in mijn vingers, als een versteende handschoen. Aan sommige dingen kun je niet ontkomen. Ik vraag me af hoe het zal gaan: treedt de dood in mij of komt hij, als het zover is, juist uit mij gekropen? Overvalt hij mij als een ander, of wacht hij al een leven lang in mij op het juiste moment om deze vloek te beëindigen? Van die vragen die je normaal gesproken alleen overvallen als het donker is, als de kieren zichtbaar zijn geworden.
Als ze vliegen lijken vleermuizen in continue staat van paniek te verkeren: onberekenbaar, ongrijpbaar, zenuwachtig. Precies zo zijn ze in staat om onze gedachtes te bevliegen, ons op te jagen, te besmetten met hun onrust. Waar ik wakker van lig, wat ik overdag altijd bij me draag.
Ze zeggen: zie ze voor wat ze zijn, bedank ze er ook maar voor. Dus doe ik dat maar, je probeert eens wat. Ik bedank ze dat ze er zijn, dat ze me eraan herinneren dat ik dit voel omdat ik hier geboren ben. Omdat het – zou het? – allang in mij is genesteld.
De tentoonstelling Garden of Scars van Ibrahim Mahama is nog tot en met 19 maart 2023 te zien in de Oude Kerk in Amsterdam.