Tussen Kunst & Ko: Oneindige oneindigheid
Maar waar houdt het op? Het is iets waar we met onze eindige hersenen en dito tijd nauwelijks bij kunnen. Oneindigheid. Iets zonder einde. Probeer eraan te denken en je komt uit bij iets heel groots, zo groot dat je besluit dat het wel in de buurt van oneindig komt. Maar helaas, dat is niet echt oneindig. Het komt misschien zelfs wel niet eens in de buurt. Oneindig is oneindig veel groter dan groot.
Datzelfde gebeurt als we ons de oerknal proberen voor te stellen. Dat er daarvoor niets was. Niet heel erg weinig, maar niets. Het ging zo: er was niets, knal, daarna wel. We accepteren het maar, want begrijpen gaat niet. Net als dat niet te begrijpen is dat het heelal uitdijt. Dat heelal, waarvan we niet weten of het oneindig is, wordt groter. In het niets. Maar ook met steeds betere microscopen wordt het oneindige oneindiger.
We accepteren het maar, want begrijpen gaat niet.
Sorry voor dit duizelingwekkende begin. Dat had (oneindig veel) aardiger gekund.
Het waren de jaren zestig en voor het eerst schoten we mannen de ruimte in. Ruimtevaarten die van de maan en de sterren echte dingen maakten. Niet dingen aan de hemel, maar dingen in de wereld. Dingen die bij ons horen. We gingen de ruimte in en opeens waren de mogelijkheden oneindig. Oneindiger dan ze al waren.
Ondertussen woont er in een New York een kleine Japanse vrouw. Ze was naar de stad der steden gekomen om kunst te maken. In 1965, vier jaar voordat we de maan veroverden, maakte Yayoi Kusama haar eerste ‘oneindige spiegelkamer’. Een kleine kamer, waarvan alle muren en het plafond spiegels zijn, waardoor er in die paar vierkante meter een oneindigheid ontstaat. Ik sta in Museum Voorlinden in haar Infinity Mirror Room: Gleaming Lights of the Souls (2008). Eerst ben je in de wereld, dan ga je door een deur, die trek je achter je dicht, en je bent in de ruimte, in het oneindige.
In 1965, vier jaar voordat we de maan veroverden, maakte Yayoi Kusama haar eerste ‘oneindige spiegelkamer’.
Natuurlijk, de tijd was altijd al oneindig geweest. Het was ook altijd al onvoorstelbaar geweest, zie het geloof in een schepping en een eindtijd. Maar nu was de ruimte ook oneindig geworden. Nu was alles oneindig. En op het moment dat die oneindigheid er was, kwamen gelijk ook alle andere oneindigheden. Een oneindigheid aan oneindigheden. Als een paradox over elkaar buitelend. De ene oneindigheid nog oneindiger dan de andere.
Als een paradox over elkaar buitelend. De ene oneindigheid nog oneindiger dan de andere.
En toen kwam de vraag: waarom zouden we met al die onenigheden genoegen nemen met maar één wereld? We wisten het niet. Dus bouwden we een tweede leven, een parallel online universum. Een tweede ruimte waarin we onszelf oneindig konden zien reflecteren. En juist in die nieuwe virtuele spiegelkamer floreert het werk van Kusama. Daar waar het oneindig vaak gedeeld en oneindig vaak bekeken kan worden, juist daar is het oneindig weerkaatsende werk oneindig populair. Oneindigheid houdt van oneindigheid. Maar waar houdt het op?
De Infinity Mirror Room: Gleaming Lights of the Souls (2008) is nog tot en met 1 september te zien in Museum Voorlinden, klik hier voor meer informatie.
*Op onregelmatige basis beschrijft Ko van ’t Hek (de helft
van Kunst Kijken met Ko & Kho) over zijn ontmoeting met een kunstwerk
in zijn rubriek Tussen Kunst & Ko.