Tussen Kunst & Ko: Moeders be moeders
Zij kijkt me aan, zoals moeders je aankijken, hij zit voorovergebogen in een boek, zoals vaders uit ongemak maar een boek pakken om vervolgens heel geconcentreerd wat te bladeren. De ene liefde is de andere niet, maar het is dezelfde liefde. Er zit zo waanzinnig veel weerkaatsende genegenheid en intimiteit in dit schilderij dat het niet anders kan dan dit precies David Hockneys ouders zijn. Laura en Kenneth. Aangenaam.
Tate Britain is propvol. Iedereen lijkt van Hockney te houden. “Probeer je er niet te veel aan te ergeren”, zegt mijn liefde J als we in de rij staan. Ze kent me, ze ziet me. Het lukt maar moeilijk: voor elk schilderij staan drie dralende mensen, in de tweede zaal gaat zelfs iemand op mijn voet staan. Ik denkt aan wat ze zei. Ik probeer me niet te ergeren.
Dan, ergens halverwege de tentoonstelling, word ik ineens aangekeken door prachtige blauwe ogen. Geschilderde blauwe ogen. Laura kijkt me aan en kijkt me dat het goed is. Met die ene blik lijken alle andere mensen te verdwijnen. Ik zie alleen nog maar haar en haar man.
J en ik vinden elkaar voor My Parents (1977). Samen zien we haar wiebelende voeten, haar dunne haar, zijn bruine pak omdat oude mannen altijd bruine pakken schijnen te moeten dragen, het paarse kleed, de designstoelen, de gebogen extra kaft van het opengeslagen hardcover boek, het scheve spiegeltje, de tuttige tulpen en de groene muur die op zichzelf een abstract schilderij is.
Ik herken ze. Laura en Kenneth zijn ouders die net zo goed mijn ouders hadden kunnen zijn, in een huis dat net zo goed de hunne had kunnen zijn. Richting hun pensioen, met alle dingen die daarbij horen: huisje, tuintje, hondje, bootje. Maar daar doe ik ze te kort mee. Zoals je eigenlijk altijd je ouders te kort doet. Het lukt toch amper om ze als echte mensen te zien. Mensen die ook allerlei dingen doen die niks met mij te maken hebben. Mensen die bestaan, ook als je ze een maand niet ziet. Echte mensen. In Laura en Kenneth zie ik mijn ouders als echte mensen. En ik zie mezelf.
Maandelijks beschrijft Ko van ’t Hek (de helft van Kunst Kijken met Ko & Kho) over zijn ontmoeting met een kunstwerk in zijn rubriek Tussen Kunst & Ko.