Tussen Kunst & Ko: God in een witte kubus
Naast de kluisjes staan negen pilaren die collectief lijken te hebben besloten los te willen komen van hun pilarenlot en terug te willen keren naar de natuur. Halverwege verliezen de pilaren hun wit plamuur en worden weer hout – zoals bomen ook van hout zijn. De verhoute pilaren trekken naar elkaar toe en raken in elkaar verstrengeld als gordiaanse pubers aan de pillen.
De meters hoge pilaren zijn weer boom geworden en de wortels vormen samen in het midden van de ruimte een grote, zwevende, houten octopus. Terug naar de eenheid die het ooit was. Alsof je, als je zo dicht mogelijk op elkaar kruipt, met elkaar samensmelt tot een God die je zo mist. Alsof als je maar zo goddeloos mogelijk bent, daarin zelf iets goddelijks zit.
Ik kijk naar Baitogogo van de Braziliaan Henrique Oliveira, in het Parijze ‘antimuseum’ Palais de Tokyo. In dit rare (maar fantastische) museum aan de noordoever van de Seine staat weg van alle tentoonstellingen, Baitogogo. Het is gigantisch en neemt de ruimte en de kijker helemaal over.
We hebben getemd, zou je kunnen zeggen. Maar de natuur laat zich misschien niet zo makkelijk temmen als wij willen. De wereld is misschien wel helemaal niet zo maakbaar en controleerbaar als wij willen. As zal terugkeren tot as en hout zal altijd weer terug willen naar de amazonetoestand waar het ooit hardhandig is uitgehaald. Je kan een boom wel uit het oerwoud halen, maar je kunt het oerwoud niet uit de boom halen. Hoe dan ook, hoe keurig hij zich zal gedragen in de tussentijd: er komt een moment dat al het hout elkaar aankijkt en, na zo zorgvuldig naar elkaar geknikt te hebben dat wij het niet zagen, besluiten weer bomen te worden. En wij kunnen niks anders dan ernaar te kijken.
Maar, kijken we andersom, en laten we de grote knoop niet het eindpunt maar het beginpunt zijn, dan is Baitogogo een grote houtexplosie. Houten hout dat zichzelf langzaamaan in het gareel heeft weten te krijgen. Van knallend en weelderig naar gecultiveerd, keurig en museaal. Van schitterend en onvoorspelbaar oerwoud naar het precieze en het kille wat wij als mensen nodig schijnen te hebben.
Net als een god. En de goddelozen, die vinden hun god wel ergens anders.
Maandelijks beschrijft Ko van ‘t Hek een kunstwerk in zijn rubriek Tussen Kunst & Ko