Tomaat, mandarijn, lavendel, basilicum, banaan en kobalt – over Ghislaine Leung’s solotentoonstelling Commitments
Deze zomer rapporteren onze schrijvers over de werken die ze op vakantie tegenkomen. Laure van den Hout liet zich overrompelen door de wanden van Ghislaine Leung’s tentoonstelling in Kunsthalle Basel die zijn gevuld met kleurvakken. Deze vlakken dienen als maatstaf. ‘In Leave (2024) representeert het roodgeschilderde vlak de 118 dagen tussen Leung’s voorlaatste tentoonstelling en deze. Het oranje vlak dat zich in het rood bevindt: de 37 dagen die Leung met onbetaald ziekteverlof moest na haar operatie. Zo symboliseren ook de andere vlakken op de overige twee muren de slechte arbeidsomstandigheden in de kunstwereld, in de vorm van situaties die Leung aan den lijve ondervond.’
Ik sta in een grote daglichtzaal. Drie van vier muren die mij omringen zijn beschilderd met kleurvlakken. Het zijn rechthoeken met daarin vierkanten. Rood, oranje, lila, groen, geel, blauw. Deze wandschilderingen maken deel uit van Ghislaine Leung’s solotentoonstelling Commitments, te zien Kunsthalle Basel.
Meer in de hoek dan in het midden van de ruimte staat een taart met drie verdiepingen, bovenop prijken kaarsen in de vorm van cijfers: 20, 10 en 4. Getallen, en in meer overdrachtelijke zin ‘duur’, staan centraal in Commitments. Duur als samensmelting van wat iets kost en hoeveel tijd het in beslag neemt. Leung brengt het meticuleuze samen met het hyperpersoonlijke: het (kunstenaars)leven, uitgedrukt.
Waar willen wij ons, zij die deelnemen aan de kunstwereld, aan committeren? En waartegen verzetten we ons? Al op de kunstacademie werd mij geleerd niet te veel te verwachten van het kunstenaarschap: je zou er niet veel geld mee kunnen verdienen en op goede arbeidsomstandigheden hoefde je ook niet te rekenen. De luchtige manier waarop dat gebracht werd, is debet aan het lang geromantiseerde beeld van de kunstenaar als iemand die alles in dienst moet stellen van het werk. Dat begon daar al: veel van mijn studiegenoten en ik werkten dag en nacht door, om niet op te geven moest je verdomd veel op willen geven. Ook nu, ruim 15 jaar later, zie ik deze kunstacademie-erfenis nog vaak terug bij collega’s in de vorm van twijfel, als het hen gelukt is binnen een realistisch tijdsbestek tot een werk, tekst of anderszins te komen. De verborgen veronderstelling is nog altijd, ‘maar dat kán toch niet’ als je niet alle tijd die voorhanden is erin hebt gestopt. We hebben geleerd kwaliteit direct te verbinden aan het brengen van offers.
Op de muur een lange lijst met functietitels. ‘Babysitter’ staat bovenaan, de opsomming eindigt met ‘Mother’. Het zijn alle banen die Leung gehad heeft en het laat het makerschap buiten de institutionele muren zien.
De volgende ruimte die ik betreed is een beklemmende kleine zaal met op de grond een knuffel en in het midden het werk Surgery (2024): een kolom van gipsplaten die van plafond tot vloer loopt. De onbewerkte platen worden op de hoeken bij elkaar gehouden door een metalen profiel. De onbegaanbare ruimte die erdoor wordt ingesloten representeert het percentage van haar eigen lichaam dat Leung verloor toen haar baarmoeder verwijderd moest worden.
Leung maakt de verborgen veronderstellingen over geïdealiseerd kunstenaarschap zichtbaar door de institutionele muren en ruimtes als canvas te gebruiken. Ze zet ze in als maatstaf, letterlijk. Een museumzaal die gelijk staat aan het volume van haar lichaam. Het oppervlak van de wand als equivalent van de 365 dagen die een jaar telt.
In Leave (2024) representeert het op de muur geschilderde rode vlak de 118 dagen tussen Leung’s voorlaatste tentoonstelling en deze. Het oranje vlak dat zich in het rood bevindt: de 37 dagen die Leung met onbetaald ziekteverlof moest na haar operatie. Zo symboliseren ook de andere vlakken op de overige twee muren de slechte arbeidsomstandigheden in de kunstwereld, in de vorm van situaties die Leung aan den lijve ondervond.
Ik schrijf rood en oranje, maar in de hand-out worden heel specifieke kleuraanduidingen gebruikt. Niet de desbetreffende RAL-codes, maar de bijbehorende benamingen. Tomaat, mandarijn, lavendel, basilicum, banaan en kobalt. De tegenstelling tussen een kleursysteem dat bestaat uit waardes die er voor moeten zorgen dat het mengen van een kleur overal hetzelfde resultaat oplevert, de bijna huishoudelijke benamingen van die kleuren – veelal gerelateerd aan levensmiddelen – en het besef dat het daadwerkelijk benoemen van een kleur sterk afhankelijk is van wie haar waarneemt leggen voor mij de kern van deze tentoonstelling bloot. Die heeft iets te maken met de wisselwerking tussen systeem en individu, en het belang te blijven inzien dat het systeem ons niet mag regeren. Niet elke tomaat is dezelfde kleur rood, bovendien begint de vrucht groen. De tentoonstelling maakt duidelijk dat er weliswaar een mal is, maar dat die mal niet meer geldt voor dat wat eruit gegoten is. Dat hoort zich te mogen zetten op geheel eigen wijze zoals ook gips dat doet.
Leung’s Commitments maakt de zorgvuldigheid en daarmee zorg die die marges en nuances verdienen voelbaar. Ze articuleert in vorm, kleur en ruimte. 20 jaar als kunstenaar, 10 als partner en 4 als moeder. Tomaat, mandarijn, lavendel, basilicum, banaan en kobalt. Partner, babysitter, assistent-curator, moeder. Ik verlaat de Kunsthalle met een vraag, die ik inmiddels heb omgebogen tot een streven: ervoor zorgen dat de betekenis van ‘commitment’ niet verwordt tot die van een enkel offer.
—
De solotentoonstelling Commitments van Ghislaine Leung is nog tot en met 11 augustus te zien in Kunsthalle Basel.