Tijd en tijdigheid – Daan Paans
In zekere zin zouden we kunnen zeggen dat er drie tijden zijn
een tegenwoordige tijd van het verleden
een tegenwoordige tijd van het heden
en een tegenwoordige tijd van de toekomst
– Augustinus
Zeven jaar geleden, tijdens zijn afstuderen aan de St. Joost Academie in Breda, stuit Daan Paans op deze quote van Saint Augustine; een christelijk denker uit de derde eeuw. Augustine stelt dat er constant drie tijden spelen. “Ik vond het heel interessant hoe die verschillende tijdslagen eigenlijk constant onze hedendaagse realiteit scheppen.” Met zijn beeldende onderzoek en fragmentatie bevraagt Daan Paans ons visuele verleden, heden en toekomst, stelt hij de kwestie op scherp en wordt het bekritiseert.
Gedurende zijn kunstenaarschap krijgt hij steeds meer grip op de thematiek die hem zo boeit; de tijd en tijdigheid, waar de mens hopeloos controle op probeert te krijgen. Zo doet hij in zijn laatste project Rhinoceros onderzoek aan de hand van drie verschillende casestudies. Daan Paans bevraagt hoe er invulling wordt gegeven aan verschijnselen waar we geen getuigen van mochten zijn; hij schept bijvoorbeeld een beeld van hoe de oeros er duizenden jaren geleden uit zag of verbeeld hoe de wereld er uit zag voor de mensheid. Tegelijkertijd wordt de beeldinformatie die wij hiervan hebben bevraagd.
Dit resulteert onder andere in het werk ‘Le monde avant la creation de l’homme’, een fotoserie van drie ongerepte landschappen. De invloed die tijdsgeest, kennis en interpretatie hebben op onze beeldvorming tracht hij uiteen te zetten middels zijn eigen, 21e eeuwse blik en middels de 19e eeuwse blik van Camille Flammarion. Flammarion’s gelijknamige boek, ‘Le monde avant la creation de l’homme’, schetst middels geschrift en gravures met een 19e eeuws, nagenoeg Bijbels perspectief een beeld van de wereld vóór het bestaan van de mens. De beelden hebben beschikking tot een bepaalde waarheidsbeleving die hij ter discussie stelt met nieuwe fotografische verbeeldingen; wellicht als tegenbeeld van het origineel, waardoor het idee zichzelf bevraagt. “Het feit dat wij met onze 21e eeuwse blik weer terugkijken op een 19e eeuwse bron; hoe toen het verleden werd verbeeld en dat we daar heel veel fouten in zien, dat zou ook iets kunnen zeggen over de manier waarop we nu bepaalde beelden digitaal genereren die het verleden of de toekomst op wetenschappelijk manier pretenderen te tonen.”
Naast dat deze beelden de waarheid pretenderen te tonen, verbeelden zij vooral kennis, macht, fantasie, interpretatie, gevoel etc. maar bovenal weerspiegelt het de tijd waarin al het voorgaande zich beweegt. Daan Paans legt met zijn werken ‘onze tijd’ en vooral onze drang om tijd te controleren vast, waarin hij ondertussen volledig is losgeweekt van de fotografische tradities waarmee hij is opgeleid. Het concept neemt een leidende rol aan en krijgt vorm door verschillende mediums als 3D-prints en sculpturen, desalniettemin wordt fotografie niet buiten beschouwing gelaten. “De thematiek leent zich voor ontzettend veel vertelvormen. De vorm volgt wat mij betreft zijn vertelfunctie.”
Het collectieve beeldgeheugen lijkt de fascinatie van Paans te kleuren. Hij vroeg bijvoorbeeld vorig jaar tientallen mensen uit verschillende landen binnen één minuut een dinosaurus te schetsen. Deze tekeningen presenteert hij vervolgens samen met beelden die zijn blootgesteld aan het collectief, in boeken en films zoals bijvoorbeeld Jurassic Park. Deze beelden hebben duidelijk invloed op de manier waarvan wij denken dat een dinosaurus er uit zag; het is bijna een beeld geworden waar wij niet eens meer naar hoeven gissen, alhoewel nooit iemand oog in oog heeft gestaan met het beest. Hoe aannemelijk de afgesproken waarheid ook lijkt, een nieuwe bewering vanuit de wetenschap; die stelt dat dinosaurussen veren zouden hebben, laat zien hoe fragiel deze kennis is.
Door de thematiek te belichten vanuit verschillende tijdsgeesten en perspectieven doet Paans een bijna objectief onderzoek. Er wordt niet gezocht naar een letterlijk antwoord, juist de onderzoekende en bevragende houding lijkt zijn werkwijze te typeren. “Is het dan niet lastig om als maker de motor voor zo’n oneindige zoektocht draaiende te houden?” Volgens Daan Paans is precies deze verdieping een voorwaarde om zijn onderzoek spannend te maken, en houden. Juist doordat hij steeds verder inzoomt ontstaat er diepgang. “In het begin had ik niet per se de kennis om er een uitspraak over te doen, maar ik krijg steeds meer het idee dat dit nu wel zo is.”