KUNST IS LANG: Sander Breure & Witte van Hulzen
Het duo Sander Breure en Witte van Hulzen maakt performatieve installaties, waarin het gedrag van de mens onder de loep wordt genomen: welke sociale conventies zijn er, hoe verschillen die per situatie en ruimte waarin je je bevindt, en als je uitzoomt: welke grotere maatschappelijke factoren sturen dat gedrag?
Iets dat gelijkenis kent met drilpudding – over verloop en verandering
Laure van den Hout zag de extatische film The Book of Flowers van Agnieszka Polska en werd gegrepen door parelachtige bloemknoppen en hallucinante meeldraden. Is het mogelijk om de biologische loop der dingen te veranderen, vraagt de voice-over van de film. En zo ja, wat zou daarvan de prijs zijn? Laure trekt een parallel met de onlangs verschenen film The Substance en schreef een kort essay over maakbaarheid en het hoofdpersonage dat de mens zich waant.
Zacht verzet – een wereld zonder held waarin de draad het voor het zeggen heeft
‘Geen helden maar mensen zouden verhalen moeten bevolken.’ Erik Wong ging naar aanleiding van de tentoonstelling Unravel in het Stedelijk Museum in Amsterdam in gesprek met kunstenaar LJ Roberts over het werken met textiel. In Zacht verzet onderzoekt hij het verhalende denken en houdt hij een wervelend betoog voor de tussenruimte. ‘Roberts omarmt het ambivalente, het non-binaire en koestert daarmee een tussenruimte. Een ruimte die hen voor zichzelf heeft gemaakt, bevochten heeft en die – zeker in deze gepolariseerde, binaire tijden – verdedigd moet worden.’
KUNST IS LANG: Kitty Maria
Kitty Maria onderzoekt als performancekunstenaar hoe het lichaam in onze maatschappij wordt ingezet voor werk. Hoe wordt het gedwongen aangepast om in een werkcontext te functioneren? Hoe kun je in een laboratorium interactie hebben met machines op andere manieren dan via de aan/uit-knop? En wat betekent het om door ziekte een lichaam te hebben dat niet productief kan zijn in onze efficiënte werkcultuur?
Een refrein om op te drijven – over de film RAFTS van Rory Pilgrim
Helena Julian zag de tentoonstelling van Rory Pilgrim in Landhuis Oud Amelisweerd en werd geraakt door het woord ‘courage’ op een in hout gegraveerde roeispaan, het woord ‘risk’ op een flinterdun plastic tasje met een plant erin en de zin ‘taking the courage away from someone is a governmental crime’. Het deed haar nadenken over de drijvende kracht achter moed en wat er nodig is om die te laten vlotten.
Gloeiende lijven en nattige koelte – over Les noces solaires van Laurent Proux
Textiele structuren en texturen – en de vaak sensorische processen die bij het maken daarvan komen kijken – vormen de drijvende krachten achter het maakwerk van Suzanne Dikker. Voor de rubriek Gevonden voorwerpen schreef zij over de gedachtestroom die op gang kwam na het zien van het schilderij Les noces solaires van Laurent Proux.
Luxueus ten onder
‘Mijn vriendin keek mij samenzweerderig aan en stelde voor het zwembadtrappetje weg te halen.’ Lena van Tijen schrijft dat voordat ze wist wat ‘sadist’ betekende, ze er een was. In het essay Luxueus ten onder onderzoekt ze het verschil tussen menselijk lijken en menselijk zijn. Aanleiding hiervoor is de tentoonstelling Whatever Remains Unchanged is Already Dead van Diana Gheorghiu, Jill Verweijen en Linnéa Gerrits die vanaf vrijdag 27 september te zien is bij Das Leben am Haverkamp in Den Haag.
KUNST IS LANG: Doris Boerman
Doris Boerman is te gast in Kunst is Lang. Doris is gefascineerd door hoe we ons lichaam en uiterlijk manipuleren om een gewenste identiteit uit te drukken. Ze onderzoekt met haar werk de verbanden tussen het lichaam als presentatiemodel voor een identiteit, en de tentoonstellingsmuren als presentatiemodel voor kunst.
Het afwezige lichaam dat is gaan spoken
Naar aanleiding van haar solotentoonstelling Choreografie in het donker in Kunstenlab, Deventer, ging Maurits de Bruijn in gesprek met Aimée Zito Lema. Over het geheugen, intergenerationeel trauma en levensgrote negatieven.
KUNST IS LANG: Kasper Bosmans
De mysterieuze schilderingen en objecten van Kasper Bosmans zijn vaak grafisch en verleidelijk, in sierlijke, heldere lijnen geschilderd of vormgegeven. Hun symbolische beeldtaal doet denken aan oude familiewapens, geïllustreerde boeken of digitale logo’s. Inhoudelijk combineren Kaspers werken verschillende verhalen en geschiedenissen, die samen met de zeggingskracht van de objecten zelf een nieuw verhaal construeren. Daarin is altijd aandacht voor een queer-perspectief: bijvoorbeeld in Kaspers project geïnspireerd op de excentrieke keizer van het Roomse Rijk Rudolf de Tweede, of in de werken die hij maakte over de botersmokkel tussen Nederland in België in de jaren 60 en 70, waarin de boter in Kaspers lezing glijmiddel werd voor opgewonden rondsluipende smokkelaars.
Lezenkijken of kijkenlezen – over de poëtische ruimte tussen beeld en tekst
Sanne Kabalt maakt werk dat zich ophoudt in het domein dat aangeduid wordt met ‘image+text work’. In een onderzoekend essay tast ze aan de hand van andere kunstenaars die beeld en tekst samenbrengen, onder wie Roni Horn, Sophie Calle en Louise Bourgeois, af welke ruimte en relaties er ontstaan als er een vorm van lezenkijken of kijkenlezen geïntroduceerd wordt.
KUNSTKLANKEN: Tina Farifteh over The Flood
Into The Great Wide Open en Mister Motley slaan de handen ineen om de kunst die tijdens het festival op Vlieland zal neerstrijken voor een breder publiek te ontsluiten. In de podcast Kunstklanken maak je kennis met de kunstenaars die samen het kunstprogramma van het komende festival vormgeven.
Nogal geile voetballers
Deze zomer rapporteren onze schrijvers over de werken die ze op vakantie tegenkomen. In Berlijn bleef Maurits de Bruijn hangen bij Marianna Simnett’s installatie WINNER. Wat zich op drie grote schermen ontvouwt is een dansperformance die de kleding, schwalbes, locatie en spelers van voetbal leent. Of andersom: een voetbalwedstrijd die dansers leent, een choreografie steelt en zich bedient van de dramaturgie van een videowerk. ‘WINNER zet voetballers neer als agressieve, stompzinnige, razende bruten. Daarmee levert de installatie een queer blik op de meest populaire sport ter wereld, geheel aansluitend op onze tijdsgeest waarin mannelijkheid wordt herijkt, en gedurende dat proces veelal op heel bevredigende wijze wordt beschimpt.’
Tomaat, mandarijn, lavendel, basilicum, banaan en kobalt – over Ghislaine Leung’s solotentoonstelling Commitments
Deze zomer rapporteren onze schrijvers over de werken die ze op vakantie tegenkomen. Laure van den Hout liet zich overrompelen door de wanden van Ghislaine Leung’s tentoonstelling in Kunsthalle Basel die zijn gevuld met kleurvakken. Deze vlakken dienen als maatstaf. ‘In Leave (2024) representeert het roodgeschilderde vlak de 118 dagen tussen Leung’s voorlaatste tentoonstelling en deze. Het oranje vlak dat zich in het rood bevindt: de 37 dagen die Leung met onbetaald ziekteverlof moest na haar operatie. Zo symboliseren ook de andere vlakken op de overige twee muren de slechte arbeidsomstandigheden in de kunstwereld, in de vorm van situaties die Leung aan den lijve ondervond.’
De Aarde is niet genoeg – over het fluïde karakter van rouw
Yaïr Callender, Isabel Cavenecia en Anna Reutinger cirkelden de afgelopen maand rond de imposante Groningse begraafplaats Esserveld, een residentie op uitnodiging van Het Resort. Alledrie maakten ze werk dat is gericht op rouw, rituelen en op de mensen die op de begraafplaats werken. Maurits de Bruijn schreef, eveneens op uitnodiging van Het Resort, een essay dat losjes op deze werken voortborduurt. ‘Dat is rouw. Proberen het niets een plek te geven, te midden van een vol leven. Als rouw voltooid is dan zou het graf misschien niet meer nodig zijn. Maar dat zullen we nooit weten, want rouw is nooit voltrokken. Daarom is verwerken ook zo’n slecht woord. Afval wordt verwerkt, en ja: rouw verandert van vorm, maar gaat nooit weg.’