Tenant of Culture
Hendrickje Schimmel is beschouwelijk en aanschouwelijk
Code Rood op de Buitenplaats Koningsweg in Arnhem is een eendaags evenement met uiteenlopende onderdelen dat op elke laatste zaterdag van de maand wordt georganiseerd. Een van de onderdelen is De Kleine Kapel waarvan Brieke Drost de curator is. Voor Code Rood op 29 oktober 2016 nodigde zij Hendrickje Schimmel (1990) uit een presentatie te maken die alleen die dag te zien was.
De Kleine Kapel is een vervallen kleine houten barak met een puntdak dat op het voormalige militaire terrein dienst deed als gebedsruimte. De wrakke barak is door Brieke Drost zo goed en zo kwaad als mogelijk was in gebruik genomen als kleine presentatieruimte. Je ziet er alle verwaarlozingssporen van de laatste decennia nog aan af, maar het levert wel een stemmige ruimte op die kunstenaars goed naar hun hand kunnen zetten. Dat is ook Hendrickje Schimmel gelukt.
Bij het betreden van De Kleine Kapel is aan de wand tegenover de toegangsdeur – zoals dat in de joodse huizen gebruikelijk is – in de half duistere ruimte een zwart vierkant te zien, een symbool voor destructie en herbouw. Dat joodse gebruik als diepere betekenislaag voor het zwarte vierkant, dat sinds Malewitsch in de kunstgeschiedenis zo’n richtinggevende rol speelt, is overigens een genegeerd inhoudelijk aspect dat door beeldend kunstenaar Jospeh Semah als een kunsthistorische omissie aan de orde is gesteld.
Links naast de toegangsdeur hangt een grijs, abstract reliëf. En er zijn verder ook bevreemdende reliëf-achtige werken in verschillende hoedanigheden en materialen geplaatst. Van dichtbij bekeken blijkt het grijze reliëf een opgespannen coltrui, waarvan de col het reliëf veroorzaakt. De andere werken bestaan ook uit geplette kledingstukken, tussen glasplaten of ingelijst achter glas. Het zwarte vierkant blijkt een werkbroek, de broek van een kunstschilder, de vlekken erop zijn verfspatten.
Het zwarte vierkant van Hendrickje Schimmel is een statement dat ze bij wijze van eerbetoon en afrekening brengt aan haar vader, beeldend kunstenaar Roland Schimmel; het is een onvervalste en liefdevolle vadermoord. Als dochter van Kinke Kooi, samen met Jo Baer de recente winnaar van de Jeanne Oosting prijs, en Roland Schimmel had Hendrickje een fikse schaduw om overheen te springen. Om niet in de voetsporen van haar in de beeldende kunst gerespecteerde vader en moeder te treden, besloot ze modevormgeving te gaan studeren aan ArtEZ Arnhem. Hendrickje: “Op jongere leeftijd wilde ik natuurlijk niet doen wat mijn vader en moeder deden, mede vandaar die keuze voor mode. Hoewel ik dat ook niet van een vreemde had, want mijn grootmoeder en moeder hebben allebei veel oog voor uitzonderlijke kleding en accessoires.”
Die gedisciplineerde opleiding bleek op den duur een spreekwoordelijk keurslijf waarvan ze zich weer bevrijdde. Wel ging ze eerst in de beroepspraktijk in een dienstbare rol in de kledingindustrie werken om na te gaan wat die wereld inhield en voor haar in petto had: “Ik heb dat een jaar gedaan en schreef me toen in voor de master opleiding aan het Dirty Department van het Sandberg Instituut om me als vrije vormgever te ontwikkelen, maar die studie paste toch niet goed bij mij. Ik heb me daarom aangemeld bij het Royal College of Art in Londen en daar heb ik in twee jaar mijn master gehaald; ik ben in juni 2016 afgestudeerd en woon en werk in Londen. Die opleiding beviel me zo goed vanwege de positieve benadering van mijn werk – ik was gewend dat alles wat ik maakte eerst grondig werd afgekraakt – en omdat het een prettige mix was tussen praktijkgericht onderzoek,experiment en diepgravende theoretische en beschouwelijke werkwijzen. Daar legde ik de basis voor de inhoudelijke verantwoording van mijn werk, waarbij ik me richt op de ideematigheid van de betekenis van kleding in de maatschappij in allerlei opzichten: historisch, ethisch, esthetisch, etnisch, religieus enzovoort, vooral ook in de hedendaagse media, op internet. Omdat ik niet onder mijn eigen naam wilde werken, maar ook commentaar wilde leveren op de merkencultuur die binnen mode en kleding gebruikelijk is, breng ik mijn werk nu uit als ‘Tenant of Culture’ – Huurder van Cultuur. Ik neem bij wijze van spreken allerlei aspecten van de cultuur in bruikleen om er mijn interpretatie aan te geven. Zo kwam ik ook op het idee voor een benadering van trends en rages, die in de mode altijd weer worden hernomen en in gebruik en betekenis steeds veranderen.”
Al met al lijkt het erop dat Hendrickje Schimmel toch een opmerkelijke stem als beeldend kunstenaar ontwikkelt, al werpt ze zich naar eigen zeggen op als ‘culturele post-producer’ en niet als autonoom maker. Door kleding en modeverschijnselen te koppelen aan stromingen in de beeldende kunst zoals het minimalisme of materialisme ontstaat er in haar werk een gelaagd artistiek commentaar met een eigen beeldend karakter. De samengeperste kledingstukken die ze in De Kleine Kapel laat zien, zeggen iets over de manier waarop ze mode tegelijkertijd beschouwelijk en aanschouwelijk benadert. Ze ziet trends als samentrekkingen van de tijd waarbij de gedragen kleding in een verhevigde vorm als fossiele overblijfsels door haar worden verbijzonderd. Wat ooit draagbaar en tastbaar was krijgt in haar bewerking een onvoorstelbare immateriële gedaante. Je ziet het leven eraan af, maar het is erin opgegaan. Met haar semi-paleontologische benadering van modeverschijnselen toont ze aan dat het voorbijgaande minstens zoveel bijdraagt aan ons historisch besef als het blijvende.
Website Tenant of Culture
Website Code Rood
Het werk van Hendrickje was alleen op 29 oktober te zien in Code Rood.