Taste of a Stone
In het boek De stenen getuigen van Hikaru Okuizumi verzamelt de hoofdpersoon obsessief stenen, hele dagen brengt hij door in zijn schuurtje om de stenen te slijpen, te splijten, en te polijsten. De stenen helpen hem te vergeten, om hem het herinneren te beletten. Terwijl hij zijn stenen bewerkt mompelt hij zachtjes in zichzelf: ‘Het is als het ware een gecondenseerde geschiedenis van het heelal, die in zijn kortstondige vorm de kringloop der materie verborgen houdt’. Stenen als neerslag van de eeuwigheid, dat is wat ook bij mij naar boven komt dit mineraal, de eeuwigheid waarin het leven is opgeslagen.
De vloer van de expositie ruimte in het Stedelijk museum in Schiedam, waar Otobong Nkanga haar werk laat zien, is bedekt met witte kiezels. Voor mensen met smetvrees of mooie dure donkere kleding liggen er witte blauwe hoesjes die je over de schoenen aan kunt trekken maar dat doe ik niet. Ik heb er plezier in dat het stuivende witte stof dat opwaait als de kiezels langs elkaar schuren een beetje over je schoenen omhoog kruipt. Ik pak een steentje op en het wit laat een waas achter op mijn groene vestje en alles wat ik daarna aanraak. Later vormen mijn voetstappen een klein spoor door de gang. Een besmettelijke installatie die je tot deelgenoot maakt, heerlijk.
De tentoonstellingsruimte is getransformeerd tot een binnenplaats in een museum. Natuurlijk doet de zaal denken aan een zen tuin uit Japan, en borrelen vanuit zen allerlei associaties over de betekenis van deze steentje omhoog. De gedachte die mij het meeste aanspreekt is ‘dat de geest flexibel is en dit is wat we moeten oefenen’, daaruit volgt dat de interpretatie van een zen tuin open is, gewoon wat jij er zelf van maakt. De stenen knisperen onder je schoenen, iedere stap is hoorbaar en hoe je lichaam manoeuvreert door de ruimte is opeens een ervaring van de zintuigen.
De installatie is getiteld Taste of a Stone en was voor het eerst te zien op de tentoonstelling Make Yourself at Home in de Kunsthal Charlottenburg, in Kopenhagen in 2010. Zes houten tafels stonden rondom tegen de muren op de houten vloer, ernaast was een ruimte gevuld met zwarte gravel waar Epifyten groeiden op rotsstenen. Deze planten hebben geen wortels nodig om zich te voeden, ze kunnen vrijwel overal hun thuis maken.
Geïnspireerd door het werk in Kopenhagen maakte Otobong Nkanga in 2013 een nieuwe versie voor de biënnale van Sharjah; 12 beelden waren geprint op platte tegels en lagen verspreid over de vloer van witte kiezels. Nkanga voerde een performance uit waarbij ze de plant Queen of the Night op haar hoofd draagt en danst, zingt en verhalen vertelt. Op de binnenplaats staan verschillende planten, gevonden in de Verenigde Arabische Emiraten, maar die van oorsprong echter weer uit andere streken afkomstig zijn. De Queen of the Night komt oorspronkelijk uit West Indies en het Mango boompje stamt af van Zuidoost Azië waar de mango in het wild voorkomt. Toch zijn de planten onderdeel van de herinneringen van Nkanga en maken ze deel uit van haar culturele identiteit. Door de verplaatsing is er niet alleen een nieuw thuis ontstaan maar ook een gevoel van vervreemding. Dit zijn precies de polen waartussen dit werk van Otobong Nkanga zich begeeft. De grote rotsstenen in deze installatie kwamen uit de bergen in de omgeving van Sharjah.
De titel Make Yourself at Home van de expositie in Kopenhagen past goed bij Otobong Nkanga. In haar jeugd was het speelterrein buiten en vaak waren het stenen waar ze mee bezig was, om naar te kijken en mee te spelen. Voor haar zijn stenen juist de triggers om herinneringen naar boven te halen. ‘Materialen doen ons verbonden voelen, of juist niet. Kiezels kom je overal tegen, ze leggen verbintenissen tussen plekken door de hele wereld heen, en dat is mijn notie van thuis voelen, de meerdere mogelijkheden van wat iets kan zijn. Een huis kan op vele manieren worden gebouwd. Maar ook roepen materialen de vraag naar hun oorsprong op, hoe is die plant daar gekomen, hoe is deze steensoort opeens hier te vinden. De verplaatsingen leggen de geschiedenis bloot.’
Bijna ieder werk start met een herinnering, haar eigen verhaal, en vervolgens verknoopt ze het persoonlijke uitgangspunt tot overwegingen van meer algemene aard.
De zes tafels die tegen de wanden op de witte kiezels staan beginnen allemaal met een persoonlijk verhaal.
Zoals het land van haar vader in Nigeria, waarvan een deel door de buren werd geannexeerd. Wat doe je dan, vechten om je eigen stukje land terug te krijgen of laat je het gaan? De plattegrond van het familie-eigendom staat afgebeeld op een van de platte stenen boven een tafel. De steen als afgrenzing van het land, ‘Demarcate’.
Een andere tekst eindigt met de woorden ‘Tool’ en ontstond doordat in die tijd een vrouw in Nigeria dreigde gestenigd te worden voor overspel.
Dood door steniging is verboden door zowel het internationale verdrag voor burgerrechten en politieke rechten als het verdrag tegen martelen – twee verdragen die Nigeria heeft ondertekend. ‘Waarom zo’n langzaam proces, waarom gebruiken ze niet een grote steen zodat een snelle dood plaatsvindt’, overdacht Nkanga. Maar men gebruikt een steen die in de palm van de hand past.
De steniging neemt de tijd om het doden zelf te laten zien. De steen is een wapen, maar ook een werktuig; daarom schrijft Nkanga: ‘Tool’. Dat is werktuig en wapen.
De tekst, door Nkanga zelf geschreven, luidt:
He knew the right sized stone must fit
in the palm of his hands.
If he threw a stone much bigger
than his palm,
It might kill too soon.
Tool
Haar woorden kiest ze precies, als in een haiku, als een muzikaal akkoord, met woorden die golven op een ritme. Mooie woorden voor een gruwelijke overweging.
Het werk dat ze in Schiedam laat zien is uitgeleend door een verzamelaar, het is afkomstig uit The Ekard Collection. Otobong Nkanga richtte de ruimte samen met curator Wilma Sütö in. Doordat de ruimte in Schiedam groter is dan bij de vorige installaties van Taste of a Stone kwam het er op aan de tafels heel precies te plaatsen om te zorgen dat ze niet verloren in de ruimte zouden staan. Het lichaam is altijd de maatstaf. Dit keer combineerden ze de installatie met een textiel werk dat eerder in Berlijn getoond was. Het geweven textiel hangt los in de ruimte en creëert een plek die je lokt, een kleine plek ruimte om op jezelf te zijn of je te verstoppen. Het textiel verhaalt over mineralen als grondstoffen in een groter handelsverband maar ook als materiaal voor nieuwe ontdekkingen. Met chemische formules worden nieuwe dingen ontwikkeld vanuit de oorspronkelijke elementen. Het bij elkaar brengen van de werken was een uitprobeersel, ook als maker zie je de werken nooit bij elkaar, en hier was de mogelijkheid om dat een keer wel te doen. Het plaatst de tafels weer in bredere context en versterkt de kern van het werk van Otobong Nkanga: “Aside from the cerebral side, art should touch the soul, engage our emotions and our senses.”
Stedelijk Museum Schiedam, t/m 18 oktober 2015.