TAPIJT VAN ZAND, A NEW CARPET FOR THE SULTAN
Het pompgemaal van Den Helder ligt tegen de duinen aan en is verbouwd tot een artist in residence plek.
Precies een week geleden, op zondag 22 april was de iets verzonken vloer van de studio bedekt met een tapijt van zand, het resultaat van twee maanden werk was hier één middag te zien. Kunstenaar Mariëlle Videler tekende eerst gele rondjes met krijt om een verbinding te maken met de vloer, vervolgens maakte ze met vele kilo’s geverfd zand dansende figuren en af en toe een vogeltje die zich bewegen tussen vlakke cirkels van zilverzand of volierezand. Het rode zand is een beetje plakkerig en dat geeft de dansers wat scherpere contouren. In de stille ruimte bleven je ogen heen en weer cirkelen over het tapijt, buiten regende het, binnen werd thee geschonken.
Mijn gedachten dwaalden af naar de film Wheel of Time van mijn favoriete regisseur Werner Herzog. Een monnik die met een doekje voor zijn mond en met een eindeloos geduld tegen een pijpje met zand tikte noemde het maken van een mandela ‘de wereld meten met het lichaam’. Hij spreekt over de ‘functionele’ realiteit en de ‘lege’ realiteit. Niet past beter binnen het concept van de lege realiteit dan maanden lang werken aan een tapijt van zand dat slechts een aantal uren te zien is. Op dit moment is het al lang weer bij elkaar geveegd en in plastic zakken buiten gezet. In een maatschappij waar niemand meer tijd heeft, zelfs het koken van een maal lijkt te veel moeite, is het een hemels gebaar om zo’n intense tijdelijke ervaring te creëren, zo maar, om van te genieten.
In Wheel of Time lopen de monniken en de pelgrims in een grote stroom rond de heilige Bodhiboom, ze roeren in grote pannen en scheppen het voedsel in de mokken die door eindeloos veel handen worden vastgehouden. Het leven ziet er uit als een traag bewegende machine van oranjekleurige massa’s. Mariëlle Videler maakte ook een soort pelgrimage, vrijwillig bedekte ze haar ogen en ging zonder te kunnen zien op reis, naar het zuiden van Marokko om daar te logeren bij een familie in een kashba. Onmiddellijk stonden haar andere zintuigen op scherp, ze hoorde, rook en proefde het land. Toen de taxi te hard reed en werd aangehouden kon ze niets anders dan toehoren hoe haar medereiziger de agent de situatie probeerde uit te leggen en dat alles echt in orde was met haar. Het had weinig zin om zich er mee te bemoeien. Ze mochten door. Haar pelgrimage roept het beeld van een allenige figuur die zich verplaatst door een landschap van zand, door de bergen, door Marrakesh waar ze het hotel niet uitkomt. Eenzamer kan het niet, westerser kan het niet.
In Marrakesh liet Mariëlle de werkelijkheid van het leven in deze kashba op zich af komen. In alle rust luisterde ze naar de vogels, maakte ze kennis met de vrouwen en leerde ze cous cous eten met haar hand. Ze zag hoe tapijten werden geweven, hoe zich in de tijd patronen vormden, slag na slag.
In het midden van de zandmandala in Wheel of Time bevindt zich de berg Kailash, want van daaruit begint de wereld. Werner Herzog vraagt aan de Dalai Lama of hij ook denkt dat deze berg het midden van de wereld is. Hij lacht hartelijk, ieder mens is immers zelf het centrum van de wereld.
Het unieke van ieder mens en het gezamenlijke van de cultuur ontmoeten elkaar in Den Helder: Het tapijt van Videler maakt verbindingen, ze laat de mensen en de vogels samen dansen in het tapijt, ze maakt een brug naar de berbercultuur van zuid Marokko waar de visuele cultuur nog is verweven met het dagelijks leven, waar patronen een betekenis hebben. Ze verbindt de Sahara met het zand van de duinen van Den Helder.
Haar pelgrimage is een reis zonder de tijd werkelijk mee te nemen, van het ene land naar het andere, als een harde return, een overgang die te snel gaat voor het lichaam. Op de terugreis voelde ze zich misselijk en ziek. Het lichaam meet de wereld wel degelijk, en kon het even niet bijhouden.
Als kunstenaar geeft Videler al haar tijd aan haar projecten, ze maakt de bril van vilt zelf, de groene jurk, ze kleurde het zand met bietensap, rode kool, kurkuma, een kwestie van wassen, koken, wachten en weer wassen. Ze verwerkte 8 rode kolen, 100 bieten, 60 kilo zand, 500 gram kurkuma en bedekte 70 vierkante meter. Ze bakt de koekjes die ze als een crowdfunding verkoopt om het tapijt echt te kunnen laten weven. Haar tijd is het belangrijkste gereedschap van het kunstenaarschap. En zo laat ze ons opnieuw de wereld meten.