Stijn Elshuis: Men zegt dat de zon een ster is
In het begin van de westerse filosofie, in het oude Griekenland, was men voornamelijk bezig met het verklaren van de dingen om ons heen. Zo was er al bedacht dat er atomen zouden moeten bestaan. Vergeet niet dat we het hier hebben over een dikke twee en een half duizend jaar geleden.
De geniale beredenering was, dat er een ondeelbaar deeltje moest bestaan. Want als bijvoorbeeld Usain Bolt de honderd meter loopt, dan is er een punt waarbij hij zich in het midden van die honderd meter bevindt; namelijk op vijftig meter. Ee is ook weer een punt waarbij hij zich op de helft van die laatste vijftig meter bevindt, namelijk op vijfenzeventig meter. En dan is er ook weer een punt waarbij hij zich op de helft van die laatste vijfentwintigmeter bevindt etc. etc. Als alles oneindig te delen zou zijn dan zou Usain Bolt nooit over de finish streep kunnen komen en zou hij voor altijd net voor de finish blijven vibreren. Maar omdat hij wel over de finish streep kan komen moet er wel een ondeelbaar deeltje zijn. Een atoom, a-tomos, niet-deelbaar. Alleen hadden ze nog helemaal geen idee wat zo’n atoom dan was en hoe het er uitzag, dus werd er een theorie bedacht dat alles uit atomen bestond maar dat de vorm, smaak en structuur van de verschillende dingen om ons heen tot stand kwam door de vorm van verschillende atomen. Dus iets zuurs zou bijvoorbeeld atomen met een scherpe vorm hebben of een olie, atomen met ronde vormen.
Moet je nagaan wat voor een geniale ideeën ze twee-en-een-half duizend jaar geleden al hadden! Maar tegelijkertijd sloegen ze regelmatig door in hun theorieën. Denk aan Plato’s ideeënwereld. De gedachten dat er een andere wereld zou zijn waar alle originele vormen en dingen zich bevinden en dat wat wij om ons heen zien enkel een afspiegeling, een schaduw, daarvan is. Dat klinkt ons nu volledig idioot in de oren.
Wat zouden ze over tweeduizend jaar denken over de dingen die wij nu als een waarheid beschouwen?
Ondertussen op wetenschapsforum.nl:
DParlevliet:
Op een Amerikaans Physics forum kwam ik een topic tegen van iemand die zich afvraagde wat een gekromde ruimte is; daar was een lange discussie over extrinsic en intrinsic kromming. GT was het tweede en daar was geen referentie voor nodig. Prima. Maar de kromming van de ruimte kun je zien als een foto die afbuigt als het langs de aarde gaat, of als een appel valt. Dus ten opzichte van de rechte geometrische XYZ coördinaten die wij gebruiken kun je die ruimtekromming zien. Dat was echter fout en schandalig. Ik werd daardoor uit het forum gezet. Daar begrijp ik niets van. Weet iemand wat er ‘ketter’ is aan mijn opmerking? Het lijkt mij gewoon een observatie.
Bladerunner:
Bedoel je dat je hiervoor daadwerkelijk een ‘ban’ kreeg of werd je ‘gewoon’ weggepest?
Want jouw opmerking klopt helemaal. Het is b.v. bewezen dat posities van sterren veranderen in de buurt van de zon tijdens een zonsverduistering omdat de massa van de zon, de ruimte waarlangs het licht van die sterren moet om ons te bereiken, vervormd.
Als gevolg daarvan zien we het effect van de kromming. We zien natuurlijk niet echt de kromming zelf maar wel de aanwezigheid ervan door het foton te volgen. (Mogelijk ligt daar de oorzaak van jouw meningsverschil?).
En die zelfde Amerikanen hebben net een prachtige zonsverduistering achter de rug waar ook dit effect ongetwijfeld ergens genoemd is…
p.s: De kromming die de Aarde veroorzaakt is overigens extreem weinig.
En dat van die appel, dat is de Newtoniaanse beschrijving van wat Einstein vervorming van ruimte-tijd noemt.
Michel Uphoff:
Hoe zou jij ‘rechte’ 3D coördinaten willen trekken in een gekromde 4D ruimtetijd? Zulke Euclidische coördinaten bestaan alleen in gedachten en op tekenpapier, niet in de echte wereld.
Als je een kromming zou willen kunnen bepalen, heb je een absolute referentie nodig ten opzichte van de kromming die wordt gemeten. Maar die referentie bestaat niet. Wat wij onze waarneming is een effect van gravitatie die ondermeer afhankelijk is van de waarnemerspositie, de relatieve snelheid ten opzichte van de bron, het ruimtelijk pad naar de bron en de massa’s onderweg. Anderen, op planeten elders, nemen een ander effect van de kromming waar. Wellicht zelfs geen waarneembare kromming. Wie heeft er nu het absolute gelijk? Niemand.