Stateloos maar niet gezichtloos – over het werk van de Palestijnse kunstenaar S.T.A.T.E.L.E.S.S.
De Palestijns-Syrische kunstenaar S.T.A.T.E.L.E.S.S. zamelt met de verkoop van zijn portrettenserie Lost and Never Found geld in voor het Palestine Children’s Relief Fund. Maurits de Bruijn schrijft over de serie: ‘De werken lijken zoveel mensen wier identiteit is afgepakt weer een gezicht te geven. Dat komt deels door hun letterlijke fluïditeit, de waterigheid waarmee ze zijn geschilderd. Precies die techniek brengt me ook op een andere gedachte: dat deze mensen dreigen te verdwijnen, als we niet oppassen.’
Ik ben in Nederland geboren, en heb nooit het risico op stateloosheid gelopen. Ik weet wat het in letterlijke zin betekent, maar het gevoel dat erbij komt kijken is me vreemd. Wanneer ik me een voorstelling probeer te maken, kom ik niet verder dan het gevoel dat de grond onder je voeten wordt weggeslagen, je niet weet waarop je moet steunen. En als ik me dat probeer voor te stellen, doemt het werk Moeder en dochter van Samah Shihadi op in mijn gedachten.
Moeder en dochter is een houtskooltekening van een vrouw die naast een enorme moerbeiboom staat. De boom is imposant, haar takken meanderen door het beeld, de vrouw leunt met haar onderarm op de bast. Er zijn twee gebreken, twee ontberingen te zien in de tekening. De vrouw is gezichtloos omdat ze opzij kijkt, en daarmee kan ze natuurlijk iedere vrouw zijn. Wat ook kan, is dat haar gezichtsloosheid betekent dat ze geen identiteit heeft, geen bestaansrecht, laat staan bestaanszekerheid. De andere ontbering is ondubbelzinniger, en helpt de eerste te verklaren. Die flinke, oude moerbeiboom staat niet in de grond maar in een ton: de boom is letterlijk ontworteld. En toch floreert de boom, is ze krachtig, onverwoestbaar.
S.T.A.T.E.L.E.S.S. is het pseudoniem van kunstenaar Ahmad Mallah. Die grond rond de ton waarin de moerbeiboom groeit is de geboortegrond van zijn grootouders die in 1948 tijdens de Nakba gedwongen werden naar Syrië te vluchten. Met die vlucht is zijn familie hun recht op terugkeer en hun nationaliteit afgenomen. Op Syrische grond werd Ahmad geboren, de oorlog aldaar betekende zijn vlucht naar Nederland.
Ahmads grootmoeder is negen jaar ouder dan de Israëlische staat. Het is een feit dat ik voorbij zag komen op de tijdslijn van S.T.A.T.E.L.E.S.S. en ik las soortgelijke berichten op de social media-pagina’s van andere Palestijnen. Het zou niet verbazingwekkend moeten zijn, en toch blijft dat het – voor mij. Het is zo’n kraakheldere illustratie van onrechtvaardigheid dat het iets in mij doet bevriezen.
Met al mijn privileges heb ik soms zo’n illustratie nodig. Dat ligt niet alleen aan mijn bevoorrechte situatie; stateloosheid is per definitie ongrijpbaar. Dat betekent dat de familie van Mallah geen paspoort had, en het dus onmogelijk is om te reizen en het betekent zoals Ahmad het zelf zei in een radio-interview afgelopen december dat de wereld je niet erkent. Het leidt tot illegalisering en dehumanisering. Het is het lot van vele Palestijnen die met geweld zijn verjaagd.
Ahmad maakt performances, gouaches en installaties. Zijn ervaringen met stateloosheid verwerkt hij in zijn tekeningen en schilderijen. De portretten die hij maakte binnen de serie Lost and never Found verkoopt Ahmad nu om geld in te zamelen voor het Palestine Children’s Relief Fund.
De portretten zijn geïnspireerd op de posters van vermiste jongeren die tijdens de oorlog in Syrië overal in de stad te zien waren. Maar de werken doen meer, lijken zoveel mensen wier identiteit is afgepakt weer een gezicht te geven. Dat komt deels door hun letterlijke fluïditeit, de waterigheid waarmee ze zijn geschilderd. Precies die techniek brengt me ook op een andere gedachte: dat deze mensen dreigen te verdwijnen, als we niet oppassen.