Spugende leiders en een zwartgeblakerde Vespa
Kunst staat niet alleen in de nu gesloten musea en galeries, maar ook in de openbare ruimte. Parken, stadpleinen en rotondes kunnen we nu gelukkig nog wel bezoeken. Op drie Nederlandse openbare plekken, in Utrecht en Arnhem, staan sculpturen die het gegeven van een democratie uitdagen, haar een spiegel voorhouden. Aangezien de democratie in deze tijd schudt op haar grondvesten, is er des te meer reden om deze beelden te bezoeken.
De populaire Israëlische filosoof Yuval Harari, schrijver van onder andere Homo Deus en Sapiens, waarschuwde in de Financial Times voor het gevaar van het ontwikkelen van totalitaire regimes door de coronacrisis. Ook in Trouw werd onlangs beschreven hoe de biostatisticus Adam Kucharski een vergelijking maakte tussen onder andere epidemieën en “politieke bewegingen die in een stroomversnelling raken”. In de Verenigde Staten verklaarde Donald Trump op 13 april in een persconferentie de “totale” en “ultieme autoriteit” te hebben om de economieën van Amerikaanse staten te sluiten of openen. Twee weken eerder zette de Hongaarse premier Viktor Orban het parlement voor zolang de crisis duurt zelfs buitenspel, via een door een noodwet voor coronamaatregelen gekregen mandaat. In Servië, Turkije en Cambodja dreigt hetzelfde te gebeuren. Hoewel de coronacrisis nog voortduurt en er voorzichtig omgesprongen moet worden met visionaire uitspraken, zijn er voorbeelden te over van die ontwikkeling. Deze gebeurtenissen zijn vanzelfsprekend niet het enige of volledige verhaal, maar schetsen wel een beeld van internationale democratieën in het nauw.
Op zondag 8 maart (International Women’s Day) manifesteerde zich in Mexico Stad een grootschalige demonstratie tegen femicide – moord op vrouwen vanwege hun vrouwelijk geslacht – en de sluimerende houding van de Mexicaanse regering ten opzichte van deze moorden. De route van de mars liep van het Monument van de Revolutie naar Zócalo, het hoofdplein van de stad. Een imposant ruiterbeeld van de Mexicaanse beeldhouwer Javier Marin (1962<spanArial”,sans-serif”>°) genaamd El Padre de la Democracia (2010), dat geplaatst werd ter ere van het honderdjarig jubileum van de Mexicaanse Revolutie, werd onderweg met graffiti beklad. “Goed!”, zegt kunstenaar Marin; “Hierom werd het zonder voetstuk geïnstalleerd; zodat de Vader van de democratie deel uitmaakt van de sociale en democratische demonstraties. Ik zou willen dat het zo bleef als getuigenis van dit protest.”
De keuze van de vrouwelijke gemeenschap, die zich niet gehoord en vertegenwoordigd voelt door de Mexicaanse president, voor het kunstwerk van Marín is veelzeggend. De Belgische filosofe Chantal Mouffe (1943<spanArial”,sans-serif”>°) stelt dat de openbare ruimte waar kunst ontstaat en zich afspeelt “geen terrein is waar consensus heerst”, maar juist het slagveld is waarop verschillende hegemonieën elkaar te lijf gaan. Door hun stem te laten horen en de confrontatie te zoeken met de heersende macht, wordt het beeld van Marín door beide kampen op verschillende wijze tot symbool verheven om een democratisch ideaal te vertegenwoordigen. Zo is het plaatsen van El Padre de la Democracia de bevestiging van een democratisch regime en de toe-eigening van specifiek dat kunstwerk door de protestanten een ondermijning van het huidige regime.
…de openbare ruimte waar kunst ontstaat en zich afspeelt is “geen terrein waar consensus heerst”, maar juist het slagveld is waarop verschillende hegemonieën elkaar te lijf gaan.
Dichter bij huis, in het beeldenpark aan de Utrechtse Croeselaan, is een ander ruiterbeeld in de openbare ruimte te bewonderen. Op een betonnen plateau liggen gebroken onderdelen van een bronzen beeld. Een paardenkop, het hoofd van een staatsman, hoeven en handen liggen verspreid en aan elkaar geketend. Van dichtbij zijn de versieringen op de pantserplaten zelfs goed te zien. De elementen van het ruiterbeeld zijn replica’s van het origineel dat voor het koninklijk paleis in Madrid staat. Het is een beeld van Filips IV (1605-1665), die erom bekend stond niet capabel genoeg te zijn om zijn rijk degelijk te besturen. Zijn heerschappij werd gekenmerkt door oorlogen, corruptie, verkwisting en opstanden. Overigens had hij wèl oog voor de kunsten.
Het ‘gebroken’ kunstwerk Citizen Perspective (2003) is van de Madrileense kunstenaar Fernando Sánchez Castillo (1970<spanArial”,sans-serif”>°). Na zijn studies in beeldende kunst, filosofie en esthetiek in Madrid heeft hij ook een residentie gedaan van de Amsterdamse Rijksakademie. Hij groeide op in de nadagen van het fascistische regime van generaal Francisco Franco (1892-1975). De littekens van de dictatuur op het naoorlogse Spanje hebben een blijvende indruk achtergelaten op de kunstenaar. Hij is gefascineerd door de geschiedenis van zijn thuisland, het samenspel tussen dictatuur en democratie en de soevereiniteit van het volk. Hij onderzoekt de symbolen van macht en zet ze, als een negatief, in om de donkere kanten van diezelfde macht uit te lichten.
Met zijn geëngageerde kunst presenteert hij vaak een onverbloemd, realistisch perspectief. Dat gebeurt, zoals ook bij dit werk, vanuit het standpunt van de bevolking. Als het ruiterbeeld de monarchistische macht symboliseert, is het breken en ketenen ervan een erkenning van volkse macht. In plaats van op te kijken naar een imposante figuur, liggen de scherven van de monarchie aan je voeten. Van het onthoofde en onthande ruiterbeeld worden alleen de meest sprekende lichaamsdelen getoond, maar ze zijn het zwijgen opgelegd. Het symboliseert het verzet van de burger tegen een hogere autoriteit.
Van het onthoofde en onthande ruiterbeeld worden alleen de meest sprekende lichaamsdelen getoond, maar ze zijn het zwijgen opgelegd.
Iets verderop, in het in Utrecht staat een ander kunstwerk van Sánchez Castillo, waarin de thematiek van verzet op concretere wijze is verbeeld. De installatie Barricade (2009) is ook opgebouwd uit verschillende bronzen elementen. Het is een zwartgeblakerde versperring in de vorm een oude Citroen 2CV (in Nederland beter bekend als het ‘Eendje’), een Fiat 500 en een Vespa. Tussendoor liggen bronzen stukken schroothout, lege dozen en jerrycans en molotovcocktails. De inspiratie voor het kunstwerk waren onder andere de internationale studentenprotesten van ’68. De voertuigen refereren aan de brandhaarden van de revoltes: Citroën voor Parijs en de Fiat en Vespa voor Turijn.
Wanneer ik het werk op een zonnige quarantaine-dag bekijk, staat de barricade er nadrukkelijk stil bij. Het zwartgeblakerde brons ziet eruit alsof de revolutie geweest is, de barricade verbrand. Het is een stille herinnering aan wat er kan gebeuren als de politieke wind draait. Meer nog dan Citizen Perspective is het een monument voor de democratie. Het kunstwerk toont niet meer de machthebber op zijn hoge paard, maar de revolutionaire attributen van het volk.
Wanneer ik het werk op een zonnige quarantaine-dag bekijk, staat de barricade er nadrukkelijk stil bij. Het zwartgeblakerde brons ziet eruit alsof de revolutie geweest is, de barricade verbrand.
Ondanks de vaak zwaardere politieke materie, weet Sánchez Castillo zijn onderwerpen toch ook met humor en ironie te benaderen. In een vijver in park Presikhaaf in Arnhem staat de installatie Spitting Leaders (2008). Het zijn vier fonteinen in de vorm van de bustes van Stalin, Franco en Louis XIV en een ongeïdentificeerde vierde leider. Het zou hier mogelijk gaan om Juan Carlos, wiens koningschap aan elkaar hing van corruptie en schandalen. Beelden van politieke leiders in de openbare ruimte zijn doorgaans imposant, statig of heldhaftig, maar Sánchez Castillo trekt de ‘machtige mannen’ letterlijk van hun voetstuk. Aangekleed in militaire uniformen, met insignes en medailles, spugen ze water in elkaars gezicht. Ze worden niet alleen bespot door de kunstenaar, maar ze bespotten elkaar.
Mouffe, de hierboven genoemde filosofe, stelt vast dat kunst en politiek geen onafhankelijke gebieden zijn, maar dat er esthetiek in politiek bestaat en een politieke dimensie in kunst. Ze zegt dat kunst bijdraagt aan een bepaalde symbolische orde, een consensus die de hegemonie vormt. Daarnaast zijn er kunstwerken die deze consensus juist ondermijnen. Alle kunstwerken nemen één van deze twee posities in: ondermijnen of bevestigen en daarom is de kunst per definitie politiek. Sánchez Castillo stelt de heersende macht ter discussie door het historisch gebruik van symboliek in zijn werk. De geschiedenis wordt vaak geschreven vanuit een positie van macht. De kunstenaar herinnert je er aan dat het daarbij vaak de burger is, die daar onder lijdt. Door het veranderen van het perspectief op politieke leiders, zoals in Citizen Perspective of Spitting Leaders, ondermijnt hij niet alleen het gezag van de politieke leiders, maar doet hij een poging de geschiedenis te herschrijven en geeft hij de burger in deze sculpturen zijn soevereiniteit terug.
Er is geen democratischere manier om kunst te delen dan het plaatsen ervan in de openbare ruimte, permanent toegankelijk voor iedereen. Hoewel een werk als Barricade een andere lading dekt in een keurig aangeharkt park in het ordelijke Nederland dan elders, spoort het aan na te denken over de staat van andere democratieën dan de onze. Het is juist het contrast tussen het kunstwerk en de context, dat benadrukt hoe de publieke ruimte ingenomen kan worden om het fragiele evenwicht van de (democratische) macht aan te kaarten. Sánchez Castillo biedt daarbij geen oplossing, schetst geen utopie. Hij geeft met zijn kunstwerken de gereedschappen om na te denken over de machtsverhouding tussen het volk en zijn bespottelijke leiders.