Spirituele praktijken: de stilte van overwoekerde moerassen volgens Buhlebezwe Siwani
Linda Selena Boos ontmoet Buhlebezwe Siwani in het Amsterdamse Westerpark, een plek waar Buhlebezwe spiritueel kan aarden. ‘Voor mij resoneert beeldende kunst op een diep niveau met het spirituele veld. Want door te verbeelden en te visualiseren waar wij in geloven kan kennis worden overgedragen.’
Midden in het Amsterdamse Westerpark, langs een pad waar mensen fietsen, hardlopen of een middagje gaan wandelen, is een klein houten hekje. Aan de andere kant daarvan bevindt zich een moerassig gebied waar paden door metershoog riet heen lopen. Op deze plek komen voor Zuid-Afrikaans beeldend kunstenaar Buhlebezwe Siwani (1987) haar liefde voor water en eindeloze fascinatie voor mensen bij elkaar. Buhlebezwe is geboren in Johannesburg en opgegroeid in verschillende delen van Zuid-Afrika. Ze is getraind Sangoma, een traditioneel genezer. Dit speelt een belangrijke rol in haar kunstpraktijk waarin ze video, performance, installatie en fotografie combineert. In haar films is Buhlebezwe vaak zelf de centrale figuur. Gehuld in witte kleding ziet de kijker haar bij meren of oceanen. Buhlebezwe woont en werkt inmiddels zes jaar in Amsterdam en bezoekt sindsdien vaak het Westerpark. Met een rustige maar vastberaden pas wandelt ze met mij langs de plekken die ze zich helemaal eigen heeft gemaakt en vertelt ze me waarom ze juist op deze plek wilde afspreken.
Linda Selena Boos
Jouw initiële voorstel was om elkaar bij het Museumplein te ontmoeten. Waarom heb je er uiteindelijk voor gekozen om mij in het Westerpark uit te nodigen?
Buhlebezwe Siwani
Het Museumplein is niet de plek waar ik spiritueel kan aarden, maar wel een omgeving waar ik graag naartoe ga om mezelf eraan te herinneren dat de dingen die ik maak kunst zijn. Op sommige momenten raken mijn ideeën namelijk heel ver verwijderd van het kunstenaarschap. Dan verplaatst mijn focus zich en richt ik mij enkel nog op het spirituele domein en de verbintenis met mijn voorouders. Hoewel mijn werk in de kern beeldende kunst is, raakt het zoveel verschillende thema’s daarbuiten. Soms ga ik daar te veel in op. Door de musea rondom het Museumplein te bezoeken kan ik weer die balans in mijzelf terugbrengen.
Uiteindelijk heb ik vandaag voor het Westerpark gekozen omdat ik wél spiritueel kan aarden op plekken met water. De plekken waar ik echt de diepste connectie mee voel liggen niet in Nederland maar thuis in Zuid-Afrika. En hoewel het water hier in het park eigenlijk geen natuurlijke bron is, houd ik er nog steeds heel erg van. Bovendien ligt deze plek dicht bij mijn atelier en bij de eerste wijk waar ik woonde toen ik net naar Amsterdam verhuisd was. In het Westerpark heb ik voor het eerst op een fiets gereden, en al gauw werd dit ook een omgeving waar ik even kon ontsnappen aan het dagelijks leven. De kunstwereld kan soms best een hectische plek zijn. Dit is mijn stilte. Ik ben meteen een stuk rustiger gaan praten sinds we hier lopen. Wat ik mooi vind om te zien is dat de natuur de vrije loop kan gaan. Er wordt niet regelmatig gemaaid en er komt niemand langs die probeert de omgeving te temmen. Ze laten het gewoon zijn en de natuur vindt een weg. In die zin doet het mij ook weer denken aan mensen, die hier ook gewoon kunnen zijn wie ze willen zijn. Daar verderop is bijvoorbeeld een oude vrouw aan het sporten. Dat vind ik fantastisch. Oude vrouwen die gewoon helemaal hun ding doen.
Ik observeer even wat er om ons heen gebeurt en zie naast de vrouw die een warming-up doet een picknicktafel waar iemand een jointje rookt met een halve liter bier naast zich. Over het pad wandelt een jong koppel met een kinderwagen en een hond. Deze korte momentopname is meteen ook een afspiegeling van de stad.
Nu ik goed om mij heen kijk zie ik een samenkomst van allerlei verschillende mensen.
De loop van het leven komt samen op deze plek, als kleine stukjes van een puzzel. Ik kan eindeloos naar mensen blijven kijken. Dat geldt trouwens ook wanneer ik naar het Museumplein ga. De manier waarop mensen een interactie met kunst aangaan vind ik ontzettend interessant. Ze kijken vaak heel snel weer weg en nemen grote hoeveelheden kunst tot zich. Daarin ligt eigenlijk ook weer de verbinding met de spirituele kant van mijn praktijk, want in de essentie gaat het spirituele over mensen. De mensen om ons heen, of de mensen die er niet meer zijn. De reden waarom wij spirituele handelingen uitvoeren is om te kunnen communiceren met ons verleden en met onze voorouders.
Wat bedoel je precies wanneer je het hebt over de verbinding met je voorouders?
Ik ben geboren met een gave waardoor mijn hoofd zich als het ware in een liminale ruimte begeeft. Dat is een plek die de overgang vormt tussen onze wereld en die van degenen die al zijn overleden. Ongeacht waar ik ben, ontvang ik op sommige momenten een signaal van de andere kant. Dat signaal kan verschillende vormen aannemen. Soms is het een gevoel of intuïtie, andere momenten een geluid, maar het is niet zo dat ik de hele dag stemmen hoor. Het is een combinatie van prikkels. In de loop van mijn leven heb ik steeds beter geleerd om te kunnen onderscheiden welke gevoelens en gedachtes vanuit mijzelf komen, en welke van buitenaf. Door ergens de stilte op te zoeken en te wandelen op een plek zoals deze kan ik mijn hoofd even leegmaken en goed luisteren naar wat er gezegd wordt. Over de dingen die ik nog moet leren of begrijpen, maar ook in bredere zin wat mijn eigen doel hier is. Ondertussen luister ik naar het geluid van het water en daar geniet ik van. Thuis heb ik een kleine ruimte waar ik iedere avond mediteer om te kunnen luisteren en de stilte te ervaren. Alles wat er nodig is, is een plek zonder externe prikkels en wat water. Al is het maar een klein bekertje, het moet in de ruimte aanwezig zijn.
Is water een belangrijk thema voor jou?
Ja, ik maak al tien jaar lang werk over water. Het houdt maar niet op! Water is de belangrijkste bron van het leven. Als mens zijn wij ervan gemaakt en we zijn zelfs ontstaan uit het water. Het heeft een spirituele lading want in de Verenigde Staten, het Caribisch gebied en grote delen van Afrika worden mensen gedoopt in natuurlijke waterbronnen.
Gek genoeg houd ik niet van het strand. De zee is geen water van hoop waarin ik zelf iemand zou dopen. De zee is oneindig, en meer dan driekwart ervan is onbekend terrein. In West-Afrikaanse mythologie is er een Orisha [een bovennatuurlijk wezen, red.] die heerst over de dieptes van de oceaan waar geen daglicht kan komen. Dit is de meest krachtige maar ook wraakzuchtige Orisha, daarom is deze vastgeketend aan de bodem. Wanneer dit wezen vrijgelaten zou worden zou deze namelijk hun woede loslaten op de gehele mensheid vanwege hun zonden. Dus gaan wij, als mensen, niet naar de bodem omdat we niets van de onstuimige zee afweten. En we weten al helemaal niet wat we daar beneden zullen aantreffen. Ik vind dat een heel mooi verhaal om te illustreren dat de oceaan geen plek is om te spelen, maar een entiteit om te respecteren. En er zijn zoveel van onze mensen daar beneden. Ik ben wel eens in gesprek gegaan met een geoloog over de vraag of het mogelijk is om grote dieptes nog menselijke overblijfselen te vinden. Uit dat gesprek bleek dat er niets van een lichaam overblijft. Alles verdwijnt. Het is ongelooflijk dat er helemaal niets fysieks meer te vinden is.
Hoe pas je deze spirituele connectie met water en met jouw voorouders toe in je artistieke praktijk?
Ieder mens draagt trauma’s mee van onze koloniale geschiedenis en van onze vorige levens. Het proces om daarvan te helen zodat onze kinderen niet langer de trauma’s van onze voorouders doormaken is voor mij een belangrijke kern in mijn werk. Daarbij bevraag ik hoe we die pijn het beste kunnen helen en wat daarvoor nodig is? Ik vind het belangrijk om los te kunnen breken van de stereotypen en duistere mythen rondom Afrikaanse spiritualiteit. Naast mijn kunstenaarschap ben ik opgeleid tot traditioneel heler, maar die methodes zijn verbannen uit mijn land. Dat heeft te maken met de kolonisatie van Zuid-Afrika en de Witchcraft Act die is ingevoerd in 1957, waardoor traditionele geneeswijzen illegaal zijn geworden. Er wordt nu heel lineair gedacht over Afrikaanse spiritualiteit en ideologieën die buiten de kaders van het christendom vallen. Alsof er maar één vorm van Afrikaanse spiritualiteit is die in alle opzichten een tegenhanger zou zijn van Europese religies. Om daar nieuwe denkwijzen over te kunnen ontwikkelen en verbreden zet ik mijn werk in. Ik ga op zoek naar de raakvlakken tussen de verschillende religies en de manier waarop deze zich tot elkaar verhouden. Maar, ik onderzoek ook hoe ze op zichzelf staan en op wat voor manier ze in de geschiedenis tegenover elkaar zijn geplaatst, als vijanden. Zuid-Afrika is een jonge democratie van nog geen dertig jaar oud. Het land is eeuwenlang overgenomen en toegeëigend door de Nederlanders en later de Britten, waardoor ons alle mogelijkheid tot dialoog over onze spiritualiteit is afgenomen. Voor mij resoneert beeldende kunst op een diep niveau met het spirituele veld. Want door te verbeelden en te visualiseren waar wij in geloven kan kennis worden overgedragen. Kunst is zo oud als de mensheid zelf, daardoor vormt het ijkpunten in de tijd die laten zien welke spirituele kennis uit het verleden er vandaag de dag nog behouden is gebleven. Er is voor mij geen andere vorm die dat op dezelfde manier kan doen als kunst, en ik wil daaraan bijdragen. Maar ik zoek ook steeds naar de verhouding tussen kunst en spiritualiteit. Want ik kan mijn werk niet volledig spiritueel maken.
Wat bedoel je als je zegt dat je je werk ‘niet volledig spiritueel kan maken’?
Er komt een heel specifiek publiek af op hedendaagse beeldende kunst, en het proces van demystificeren van andere culturen voor een publiek gaat stapje voor stapje. Dus er zit een soort limiet aan hoeveel ik kan vertellen. Ik begin heel klein met het introduceren van een onderwerp, stippel dat uit, laat het groeien en werk vanuit die kern naar een soort conclusie. Een werk dat gaat over spiritualiteit kan al snel onoprecht worden als het een bepaalde symboliek toepast zonder verdiepend in te gaan op de thema’s waar het over spreekt. Voor mijzelf bewaar ik die eerlijkheid door altijd heel dicht bij mijn eigen ervaringen te blijven. Daarin decodeer ik niet ieder symbool of thema zodat de kijker makkelijk een beeld kan consumeren. Met mijn werk wil ik anderen laten zien wie onze voorouders zijn en mijzelf eraan herinneren wie ik ben en waar ik vandaan kom. De symbolen waarmee ik werk zijn verbonden aan iets waar mensen echt in geloven en dat van onze bevolking is afgenomen. Dat draagt een gewicht met zich mee waar niet te licht over gedacht moet worden. Het is daarom een bewuste keuze dat ik niet al mijn kennis deel. Sommige dingen zijn heilig en hebben een belangrijke rol binnen mijn cultuur. Daarvan weet alleen een selecte groep mensen wat het is of hoe het wordt toegepast. Uiteindelijk wil ik dat mijn werk een spiritueel archief vormt dat onze symboliek reflecteert. Zodat iedereen ernaar kijkt en bepaalde elementen kan herkennen of aan dat archief kan refereren. Op die manier kan ik laten zien waar mijn cultuur voor staat en wat belangrijk is voor mij.
De koloniale geschiedenis van Zuid-Afrika is van ongekende invloed op de geschiedenis van jouw voorouders en cultuur. Hoe verhoudt zich dat tot jouw ervaring van het Museumpleinen haar musea? Want het Rijksmuseum heeft nog veel zichtbare sporen van het Nederlandse koloniale verleden.
Eerlijk gezegd vind ik het fantastisch. Het Rijksmuseum is het ultieme voorbeeld van een selectieve herinnering waarin zo duidelijk zichtbaar wordt waar mensen het over willen hebben, en wat bewust wordt vergeten. Het toont niet hoe mensen zijn, maar hoe ze zouden willen zijn en welk deel van de geschiedenis er wordt meegegeven aan de inwoners van Amsterdam en haar bezoekers. In het museum wordt slechts een stukje van de Gouden Eeuw getoond, maar eigenlijk is dat allemaal mogelijk gemaakt door heel veel zwarte mensen. Dus wanneer ik ernaar kijk voel ik ook een soort trots. Het is allemaal het werk van mijn voorouders. Heel tegenstrijdig hoe zoiets mij kwaad en gelukkig tegelijk kan maken. Dat is natuurlijk niet hoe anderen het zien, maar dat is hoe ik er graag naar kijk en wat ik er mooi aan vind.
Waar werk je op dit moment aan?
Aan een project over Amsterdam, de verbinding tussen de Gouden Eeuw, het slavernijverleden en het water. Het vertrekpunt van dit project is het idee dat een groot deel van deze stad is gebouwd over de ruggen van zwarte mensen. Amsterdam is op water gebouwd, dus technisch gezien wonen wij hier op het water. Het wordt een multimediawerk met stop-motionanimatie over lichamen die de stad bouwen. Dus op dit moment ben ik ben veel bezig met het fotograferen en vastleggen van de stad om daar een montage van te kunnen maken. Alle huizen hier worden omhoog gehouden door houten palen. Die worden in het werk verbeeld door lichamen van mensen. Het wordt nog een flinke uitdaging, maar ik heb er erg veel zin in.
Ondertussen wandelen we, na een hele poos door het hoge riet te hebben gelopen, over een nieuw bruggetje dat het moerasgebied met het fietspad verbindt. Een trein raast voorbij en ik kijk nog even achterom terwijl Buhlebezwe het hekje achter mij sluit.