Soep met Alma: Dana Lixenberg
Kunstenaars vertellen mij hoe ze zo goed zijn geworden. Ik hoop dat ik daar iets van op kan pikken. Als dank maak ik hun lievelingssoep.
Wat weet je nu dat je nog niet wist toen je begon met fotograferen?
‘Ik sta meer stil bij de foto’s die ik neem. Dat komt doordat ik ouder ben geworden en dierbaren om me heen heb verloren. Ik heb portretten van mensen die er nu niet meer zijn. In 1993 fotografeerde ik gangmembers en andere bewoners van Imperial Courts in Los Angeles, veel van hen leven niet meer. Daar ben ik nu weer opnieuw mee bezig, in 2008 ben ik terug gegaan. Die foto’s uit 1993 namen toe in waarde, tijd gaf ze waarde. Al mijn Amerikaanse werk is voortgekomen uit dat werk. De foto’s van 2Pac en The Notorious B.I.G. duiken ook steeds weer op. Van die laatste heeft Urban Outfitters nu een T-shirt gemaakt, het is niet mooi maar om daar een rechtszaak tegen aan te spannen is te veel gedoe. Terug naar 1993. Pearl Court heeft een hele hechte gemeenschap. Mobiele telefoons had niemand, het was onmogelijk een afspraak te maken. Ik ging er gewoon heen met iemand uit de gemeenschap.’
Dana laat foto’s zien uit 1993. ‘Die is dood, die is vermoord door de politie.’ Ze bladert door de foto’s, meer dan de helft van de mensen lijkt vijftien jaar later of in de gevangenis te zitten of vermoord te zijn. Wat gebeurt er met een foto als iemand dood gaat?
‘Op het moment dat een foto wordt gemaakt, raakt die losgekoppeld van de persoon. Die gaat een eigen leven leiden. Voor dierbaren krijgt die natuurlijk meer waarde.’
Dana wijst naar een foto van een jonge jongen.
‘Dat is Shanky, hij heeft een paar jaar geleden een heel belangrijke man in de gemeenschap vermoord, Spider. Shanky zit nu levenslang in de gevangenis. Ik ga dan toch goed naar zo’n foto kijken of je dat kunt zien. Natuurlijk zie je dat niet. Ik wil een boek maken van de foto’s uit ’93 en die van nu. De verhalen kan ik niet gebruiken, dan zou ik hun vertrouwen schaden. In sommige filmpjes zie je ze drugs dealen, dat kan ik niet laten zien. ‘
Vind je jezelf beter geworden?
‘Nee. Ik zou toen ik jonger was nooit een serie met alleen stillevens maken, zoals Set Amsterdam (tentoonstelling FOAM 2011 red.). Ik sta meer stil bij de vergankelijkheid van alles en daarmee de betrekkelijkheid, ik maak me zorgen om mijn vader. Mijn moeder is elf jaar geleden overleden, een goede vriendin van me ben ik kwijtgeraakt. Een leeftijdgenoot verliezen is vreselijk. Ik ervaar dat ik ouder word, ik hoor niet meer bij de jongste groep, wanneer alles nog open ligt. Fysiek verander ik ook. Aan de andere kant heb ik wel meer rust, dingen lopen zoals ze lopen. Ik accepteer meer, hoewel ik niet verzadigd wil raken, dat is gevaarlijk. Het is spannend om te zien of ik hetzelfde niveau ga halen als in ’93. ‘
Dana zet de muziek zachter.
‘Alles viel op zijn plek toen ik met 4 x 5 camera ging schieten. Ik vind de details belangrijk, de verstilling. Daarvoor is mijn camera heel goed. De camera brengt een formaliteit met zich mee, ik moet me heel erg concentreren en dat verlang ik ook van degene die ik vastleg. Ik praat bijna niet. Het is ongemakkelijk om over het proces te praten. Ik kan jou ook niet vragen: hoe schrijf je een zin? Natuurlijk maak ik wel gebruik van een vorm, maar voor het grootste deel is het een gut feeling wanneer iets werkt. Als dat niet lukt, laat ik het. Tenzij het een opdracht is, dan moet ik de trukendoos openmaken. Dat los ik meestal op door meer elementen uit de omgeving erbij te betrekken. Je moet iemand de camera intrekken. Rappers trek ik meestal los van hun vrienden. De hele entourage kan storend werken. In hectische plekken moet ik al die hectiek om me heen wegblokken.’
Wat is het verschil tussen nu en 1993?
‘Toen voelde alles specialer. De eerste keer op de redactie bij Vibe, New York Times Magazine en The New Yorker. Die opwinding krijg je nooit meer terug. Nu heb ik echt de angst om verzadigd te raken. Het is belangrijk om uit je comfort zone te stappen. Toen was afzien makkelijk, nu wil ik toch wel erg graag een lekker bed. Voor mijn werk doe ik alles, maar als ik op vakantie ga, hoef ik niet meer perse naar Guatemala om bergen te beklimmen. Het lijkt me eerlijk gezegd leuk, maar ik hoef niet op een bed van stro te slapen.’
Wist je al lang dat je wilde fotograferen?
‘Ik denk het. Als kind was ik altijd heel enthousiast, en dan wilde ik dat mijn ouders zagen wat ik zag, op het dwingende af. Door te fotograferen kun je verwerken wat je ervaart. ‘
Zie je jezelf als kunstenaar?
‘Nee. Ik zou mezelf niet zo noemen. Ik ben een laatbloeier. Het is heel moeilijk te definiëren wat een kunstenaar is. Ik zie mezelf als een redelijk traditionele fotograaf. Ik vind het moeilijk mezelf te positioneren. Het is eigenlijk ook niet belangrijk. Ik ben blij dat ik verschillende kanten op kan. Ik heb een teen in de populaire cultuur. Altijd als ik op het vliegveld ben, blader ik People Magazine door. Ik weet precies wie wat aan haar gezicht heeft laten verbouwen, zo leuk.’
Wat zou je zeggen tegen beginnende fotografen?
‘Ik weet het niet. Ik wil mensen nooit ontmoedigen. Maar als je die drive hebt, lukt het toch wel. Bij mij was het echt een openbaring, alsof je verliefd bent. Ik kon me niet voorstellen dat ik daar ook nog mijn geld mee zou kunnen verdienen. Durf risico’s te nemen, nooit voor zekerheid gaan. Het kost veel tijd, je moet een lange adem hebben. En verwacht niet gelijk succes, blijf maar door ploeteren. ‘
Wat heeft New York betekend voor je werk?
‘Het heeft me opengegooid. Amsterdam heeft me gevormd, New York heeft me lef gegeven. De overlevingsdrang is hier zo groot. Hier moet je ploeteren en hard werken om de huur te kunnen betalen. Als je in Nederland iemand meeneemt naar een etentje, kijkt iedereen gelijk van wie is dat? Wat doet die hier? Hier is iedereen welkom, het gaat misschien niet altijd heel diep, maar dat maakt niet uit. Hier heerst het idee dat je met z’n allen in hetzelfde schuitje zit. In Nederland is een opgefokte sfeer van voordringen bij de bakker. De dynamiek van New York stimuleert. Toen ik voor het eerst apparatuur ging huren, stonden dozen voor Annie Leibovitz klaar. Dat voelt toch goed. Ik Nederland voelde ik zoals het cliché: een grote vis in een te kleine vijver. Hier ben ik een middelgrote vis in een grote vijver met nog veel meer grote en grotere vissen. Voor Set Amsterdam had ik een slechte recensie gekregen in de Volkskrant, op de dag dat ik terug vloog naar New York. Zodra ik in het vliegtuig stapte, viel alles in de oceaan. Dan is de Volkskrant ineens heel ver weg.’
Afgelopen vrijdag opende de wintertentoonstelling van Dana Lixenberg in Huis Marseille. Het is zeer de moeite waard een kijkje te nemen.
Dit artikel verscheen al eerder in Motley #31 – de Roes