Sedimentatie en Erosie – over het werk van Benjamin Francis
Laura van Grinsven spreekt Benjamin Francis over zijn praktijk. “De openheid voor het niet-weten, daar de ruimte voor laten geeft ook een mooi spanningsveld tussen jouzelf, het mogelijke, het andere, misschien wel een god.”
De ruimte, de condities, het vlees
De ervaringslagen waarop we staan, we kennen elkaar al een tijdje, maakt een gesprek met Benjamin Francis gemakkelijk en vertrouwd. Zoals gebruikelijk praten we gefragmenteerd: persoonlijke verhalen, herinneringen, nieuwe ervaringen, onze praktijken en Benjamins werkperiode bij P////AKT, alles loopt steeds in elkaar over. Deze Barokke veelheid, gelaagdheid en eindeloosheid is eigen aan Benjamins praktijk. Vorm en politiek, ruimte en lichaam, geschiedenis, condities en gender hebben in zijn werk alles met elkaar te maken. In dikke lagen houtskool, badkamertegeltjes, pis en vlees, worden lastige vragen over ‘groepsdynamiek’ en ‘blikken die dwingen’ zichtbaar. De sedimentaties van generaties en tijdsgenoten worden voelbaar door vissenogen die je aanstaren, terwijl de viezigheid, rotting deze aangestampte aardkorsten doen eroderen.
De ruimte
De directe ervaring, de bovenlaag, de wereld zoals we die onmiddellijk zien, dat is onze omgeving, de ruimte of architectuur waarin we ons bevinden. Het is niet zo dat wij ons als losse actoren vrij kunnen bewegen in die ruimtes, zeker niet. Beter zou je zeggen dat we de consequentie zijn van die ruimte en de ruimte de consequentie van ons.
Laura van Grinsven
Schoonmaken is een belangrijk principe voor jou. In de begeleidende tekst bij ‘the removal of the eye’ spreek je over schoonmaken als ‘neutraliseren’, het ontdoen van dreiging. De badkamer is een ruimte totaal ingericht ten behoeve van deze ‘neutralisatie’.
Benjamin Francis
Architectonische ruimtes hebben veel invloed op ons. De installatie van de badkamer was vol viezigheid die schoongemaakt moest worden.
Juist in deze ruimte valt de viezigheid meer op. En ik moet bekennen dat ik me heel erg bewust werd van mijn eigen lichaam. Het was onmogelijk spoorloos, of vlekkeloos door de ruimte te bewegen, want tegels braken, en ik liet houtskool voetafdrukken achter. Ik was zelfs bang vies te worden. Ik voelde me bekeken, aangestaard.
Door de vissenogen, zes vissenogen! De tentoonstellingstekst begon met: ‘Keep Me Clean, Use Me Well, What I See, I’ll Never Tell’ dat zag ik ooit op een toiletpot staan. Het is een soort wederzijdse afspraak. Zo wil ik behandeld worden, en als je wegloopt kijk ik je aan. Het is niet alleen de gebruiker die spreekt, de toiletpot wederzijds. Het toilet wordt levend. Interessant dat de ogen je nakijken als je de pot achterlaat.
De performance ‘A Body without its Flesh’ vond ook plaats in een witte ruimte vol viezigheid, ditmaal een ander soort architectuur. Een muur lange spiegel met barre, deed mij aan een balletles denken.
De ruimte benadruk de structuren van het lichaam, en het trainen ervan. De barre staat altijd op één positie, gaat altijd over een relatie tot het lichaam.
Dat wil zeggen dat de barre afgesteld staat voor één specifiek type lichaam, met een bepaalde lengte. Dat type architectonische ruimte focust direct op het lichaam, op het trainen en perfectioneren van alle details. Je zou ook kunnen zeggen dat het focust op standaardiseren van het lichaam.
Om goed te kunnen dansen en goed te kunnen beschouwen, moet je jezelf goed boven het stuk weten te plaatsen, het stuk kunnen overstijgen. Door die barre daar te plaatsten gaat het stuk direct over een ‘ik’ en een ‘publiek’. Zij die ervoor staan zien een ‘zelf’. ‘Zelf’ is een projectie. Wat je ziet is een schim, want je kan jezelf niet zien-zien-zien-zien. Het is een proces wat altijd in je leeft, je ziet jezelf, dat is al een vertraging. Daarom de barre, daarom de balletomgeving, waarin je jezelf ook ziet. De barre in de ruimte helpt mij om onderwerpen, aspecten in de performance naar boven te kunnen laten drijven. Zonder barre geen training, zonder training geen stuk.
Naast de barre stond er ook een verhoogde tafel, een soort lessenaar, proefopstelling of misschien zelfs een obductietafel met een enorm gipsen sculptuur erop, als een lichaam. Deze tafel die voor een aantal stoelen geplaatst staat, geeft direct het idee van een lezing, les of uitleg. Die simpele opstelling, tafel met stoelen ervoor, drukt direct verhoudingen en hiërarchie uit. Diegene die aan de tafel staat heeft de leiding. Die ruimtelijke rolverdeling gebruik je als grond in de performance.
Zodra het publiek P////AKT binnenstapt worden ze opgevangen door een begeleidster, zij vertelt hoe ze moeten lopen en waar ze moeten kijken, en uiteindelijk komen ze bij de performance uit boven. Een van hen wordt gevraagd om naar voren te komen om de leraar te worden.
Deze bezoeker mag achter de tafel gaan staan en krijgt en velletje waarin staat hoe ze moet handelen, en wat ze moet zeggen. Zij wordt de leraar.
Die persoon gaat verschillende fases aan, van publiek, naar een mede-performer. De manier waarop deze persoon reageert, bepaalt ook hoe het publiek het ervaart.
Ik wil die de verschillende kanten van het toeschouwerschap benaderen. Dat beseft ik me toen ik de eerste keer P////AKT binnenliep, dat voordat ik er liep, het al wat was, met gebeurtenissen daarvoor, tentoonstellingen, een eigen geschiedenis. Dat is iets waarmee ik moest werken. Het gaat over de relatie tussen de toeschouwer en de ruimte. Door het totaal de transformeren. Door de deelnemers, deel van de ruimte te laten zijn, door ze een structuur in te laten lopen, die gedeeltelijk bepaald is en gedeeltelijk ook niet. Door mezelf te laten zien. Het gaat altijd over relatie met de ander, van begin tot einde.
In jouw laatste presentatie bij P////AKT werkt de ruimte minder mee als architectuur. P////AKT als tentoonstellingsruimte mag daar zichzelf blijven. Vooral de sculptuur blijft me bij, de stijgerbuizen met groeisels eraan de afgebroken kop van de David ertussen, geplaatst in en perspex bak, daaronder een spiegel.
De sculptuur heeft eenzelfde kader, om die interne en externe ruimte samen te laten zien. Het is een structuur met de spiegel erin, die de sculptuur herhaalt met jou de toeschouwer erbij. Niet alleen een sculptuur in een doos, het is ook een doos die jou aankijkt. Zelfde gebeurde ook in de performance die eerder plaatsvond op dezelfde plek en in de badkamer installatie. Je kan niet om jezelf heen.
De condities
Sedimentatie bestaat uit lagen van gebeurtenissen, verhoudingen, gebruiken, gewoontes. Hoewel ze doorwerken in de onmiddellijke ervaringen, is alleen de bovenlaag ervan zichtbaar. Ervan loskomen is moeilijk, de grond waarop je staat, waaruit je voortkomt, kan je niet zomaar elimineren. Wel kunnen gewoontes langzaam veranderen. Dan moet je ze wel eerst zien en ze volhardend ontleren.
Een persoon uit het publiek die voor mij performde, legde haar hand op een bepaalde plek op haar schouder. De volgenden legde hun handen precies zo op hun schouder. De eerste persoon bepaalt gewoon vaak hoe iedereen de performance begrijpt.
Mijn dochter was jarig de eerste week na de schoolvakantie. Nu ze net op de middelbare school zat, wist ze niet of ze nu wel of niet zou gaan trakteren. Ze vond het heel moeilijk om diegene te zijn die de gewoontes van de nieuwe klas moest gaan bepalen.
Het gaat steeds over lichamen die samen komen. Die groepsdruk, dat is wat het voor veel mensen moeilijk maakt om over bepaalde onderwerpen te praten, omdat ze in bepaalde condities opgroeien, dingen hebben meegemaakt. Zodra ze ergens binnenkomen zijn er condities aanwezig.
‘The removal of the eye’ gaat om het weghalen van het oog, het ontleden van een bepaald proces. Pas in het proces, als we allemaal samenkomen, zijn we allemaal verschillende lichamen, en ook allemaal verschillende ogen. Het proces en de ogen zien we niet altijd, het gebeurt vaak onder de oppervlakte. Wat gebeurt er als we gedrag omgooien. Er wordt niet vaak gesproken over het proces dat leidt tot die verandering. Hoe komt het dat we ons in die situatie begeven? De actie is vaak belangrijker, dan waarom we er eigenlijk zijn.
In de performance is dat ook een aspect wat steeds weer terug kwam. De vrouw die een tekst uitsprak die gek was te horen op haar lichaam, en poses aannam zoals een man. En dan de man die haar weer nadoet en haar poses overneemt. Naast elkaar getoond laat het een ander aspect naar boven drijven, het gaat me erom juist die spanningen laten zien.
Jij bent dan juist geïnteresseerd in het proces waarin dat verschil tot stand komt, hoe dat verschil er is gekomen. En door het naast elkaar te zetten, te verschuiven, moeten we onszelf als toeschouwers weer aanpassen aan een nieuwe verhouding en zitten we opeens midden in dat overgangsproces.
In de performance is dat heel sterk aanwezig, je ziet hoe ik de fouten schoonmaak.
Quasi schoonmaken! ‘De schoonmaker’, een rol die jij hebt, gaat met een vies sopje door de vieze ruimte vol houtskool en gipsresten. Vuil wordt meer verplaatst en niet verwijderd. Jouw performers, de ‘leerlingen’ luisteren wat de ‘leraar’ zegt, maar in de plaats van haar te herhalen vervormen ze de tekst.
Leraar: ‘to be part of us you have to look at us.’
Leerlingen: ‘you have to be mentally insane to make anything.’ En dat roept een leerling plots ‘I made a mistake’ en kom jij met je vieze spons de leerling ‘schoonmaken’, de fout quasi wegpoetsen.
De participant, ‘de leraar’ vraag ik aan het einde van hun performance, om ergens in de ruimte te gaan staan waar ze zich comfortabel voelt, en vaak is dat buiten de performance terug in het publiek. Mijn tante bleef in de ruimte staan en werd ook nat van het rondspattende vieze water.
Om deel van de groep te kunnen worden moet je je wegcijferen, dat zei mijn tante na de performance. Dat deed me veel, want ik weet waarom ze dat zegt. En nu hier in mijn ruimte kan het gezegd worden. Het leeft bij velen, hoe de ogen op ons drukken, hoe een beeld op ons wordt geprojecteerd. Ik wil niet die figuur worden zoals anderen mij zien, en dat die figuur dan bepalend word voor welke stappen ik zal gaan zetten.
Het vlees
Erosie ontstaat wanneer vaste lagen van vorm veranderen. In wezen is er altijd erosie, niet vaak is deze zichtbaar als proces. Beweging is in feite het enige wat bestaat, sedimentatie en erosie zijn constante factoren. Ons vlees groeit en vergaat, ingeschreven gebruiken veranderen en vervormen, en daarmee onze condities.
We zijn vaak bezig met schoonmaken. De video ‘maundy’ toont een ritueel waarbij mensen elkaars voeten wassen. Naast het vlees, laat ik de vieze aspecten ervan zijn wat ze zijn. In religies is het vlees altijd vies, schuldig. Vlees moet gereinigd worden. Om schoon te zijn om een ruimte te betreden, moeten eerst de voeten worden gewassen. Jezelf lager plaatsten dan de ander is heel on-Westers. Wij willen ons graag profileren, als je je voordoet als iemand die lager is , dan wordt er over je heen gelopen. Nederigheid is zeer verbonden met ‘maundy’. Dat wil zeggen dat je de ruimte openlaat dat er iets meer kan zijn. Ook al geloof je niet, het idee dat er een ruimte kan zijn die meer is dan jij, vind ik heel mooi. Dat is een mooie levenshouding. De openheid voor het niet-weten, daar de ruimte voor laten geeft ook een mooi spanningsveld tussen jouzelf, het mogelijke, het andere, misschien wel een god.
Juist jouw badkamer benadrukt de lichamelijkheid, het vlees. En het verschil van vlees. Niet elk lichaam is even vies, niet elk lichaam kan zich evenveel viezigheid permitteren. Hier in de badkamer zijn we allemaal even lichamelijk en lichamen laten nu eenmaal resten na van poep, snot, zweet, beenhaar. Alles moet snel door het puntje gespeeld worden: weg.