In search of Bas Jan Ader
Met een bosje bloemen in de hand rijdt Bas Jan Ader in 1970 met fiets en al van de kade van de Reguliersgracht, pardoes het bruine Amsterdamse water in. De tijd heeft het achtergronddecor wat veranderd, maar volgens mijn persoonlijke reconstructie aan de hand van de zwart-wit opname die van de performance is gemaakt, zal dat ongeveer ter hoogte van nummer 63 zijn geweest. Aders stunt maakt deel uit van een serie van dit soort ‘vallen’ die hij begin jaren ’70 maakte. In een interview zei hij eens geboeid te zijn door de tragiek van het vallen en het verband dat er bestaat met de mislukking, met falen. Wat hem vooral fascineerde was het moment van loslaten, van het zich overgeven aan de zwaartekracht en de onvermijdelijkheid van de val die daarvan het gevolg is.
Nadat hij in naam van ‘Fall 2’ de gracht in fietste zouden nog vele vallen volgen, die allemaal zijn vastgelegd op film. In een opname van ‘Nightfall’ (1971) is bijvoorbeeld te zien hoe de lange, tengere gestalte van Ader zich inspant om een grote steen in de lucht te tillen. De kunstenaar weet het blok enige ogenblikken ter hoogte van zijn borst omhoog te houden alvorens hij het aan de zwaartekracht overgeeft en de steen op een lamp aan zijn voeten neerklettert. Het licht gaat uit, maar de camera blijft doorlopen terwijl de gestalte nog een moment roerloos in het donker blijft staan.
De performance lijkt haast een symbool voor de noodlottige wijze waarop de kunstenaar enige jaren later teneinde komt en waarover sindsdien hevig wordt gespeculeerd. In 1975 laat de kunstenaar het vasteland van Cape Cod achter zich om met een zeilbootje de Atlantische Oceaan over te steken. Enkele maanden later wordt zijn boot echter leeg teruggevonden, van Ader zelf geen spoor. Het hoeft gezien de aard van zijn oeuvre niet te verbazen dat zich over Aders plotselinge verdwijning allerlei verschillende theorieën de ronde doen. Was het een ongeluk, simpelweg een ‘bedrijfsongeval’, of ging het om een geplande dood?
De oversteek van Amerika naar Europa was gepland als het slotstuk van een driedelig werk met de naam ‘In search of the miraculous’. Ader behelsde met de onderneming een zoektocht naar het metafysische, naar de essentie van het bestaan. Zoals vaker in zijn werk betrof het een soort krachtmeting: de tengere kunstenaar tegen de elementen. Hij gaf zich net als in zijn eerdere reeks vallen over aan de wetten van de natuur. Met het achter zich laten van de kust wisselde hij de vaste grond onder zijn voeten voor de grote, woeste leegte van de oceaan die zich voor hem uitstrekte. Niet voor niets wordt de raadselachtige verdwijning van de kunstenaar door sommigen als de ultieme kroon op zijn oeuvre beschouwd. Het zou er een sublimatie van zijn, omdat de kunstenaar met ‘In search of the miraculous’ als het ware de dood overstijgt. Hoe we de verdwijning van Ader ook willen interpreteren, het is een gegeven dat in alle werken die hij naliet het zoeken misschien wel belangrijker is dan het vinden. Ader bevroeg alles in zijn werk en ging vaak op zoek naar de grenzen van dingen, maar zelden of nooit kwam hij tot een eenduidig antwoord. Zijn werk heeft altijd iets ongrijpbaars, het is nooit ‘af’ of ‘rond’. Misschien is dat wel de grootste kwaliteit van zijn oeuvre en wellicht de reden dat de werken na al die tijd nog zo fascineren.
De sluier van mysterie waarmee Aders dood is omgeven heeft onmiskenbaar bijgedragen aan zijn roem en de bekendheid van zijn werk. En het verhaal laat ook mij, sinds het me heeft gegrepen, niet meer los. Niet lang geleden hoorde ik iemand zich hardop afvragen uit welke boom in het Amsterdamse Bos de kunstenaar zich eigenlijk had laten vallen in het kader van één van zijn val-performances (‘Broken Fall (organic)’, 1971. Ik vind dat eigenlijk zo’n logische vraag, dat ik besluit op zoek te gaan naar de sporen die Ader decennia geleden in Amsterdam heeft nagelaten. Het eerste deel van mijn zoektocht, naar de plek waar Ader de gracht in was gefietst, blijkt niet zo moeilijk. Gewoon een kwestie van goed kijken en vergelijken. Dat geldt echter niet voor de boom. Want hoe in een bos vol bomen in vredesnaam een boom te herkennen aan de hand van een zwartwit foto die ruim 45 jaar geleden is gemaakt?
Ik ondervind al gauw dat ik met lezen niet veel verder kom en besluit daarom een telefoontje naar het bezoekerscentrum van het Amsterdamse Bos te plegen. Hoewel de vrouw aan de lijn zelf toevallig een groot fan van de kunstenaar blijkt te zijn, moet ze me het antwoord op mijn vraag schuldig blijven. De volgende ochtend ga ik daarom zelf maar op onderzoek uit, de waarschuwingen van mensen wat betreft de grootte van het bos aan mijn regenlaarzen lappend. Ook als ik Ader niet op het spoor kom is het in ieder geval een mooie herfstdag om naar het bos te gaan, redeneer ik. Tijdens mijn talloze vergeefse rondjes door het bos heb ik tijd genoeg om te contempleren over de reden van mijn onderzoek. Wat verwacht ik eigenlijk bij de populier te vinden? Hoopte ik onbewust misschien dat ik, door de boom te vinden, meer vat zou krijgen op de ongrijpbare kunstenaar, het mysterie van zijn verdwijning minder onbevredigend zou worden?
Enkele dagen na mijn vruchteloze expeditie spreekt de mevrouw van het bezoekerscentrum een bericht in op mijn voicemail. Er is een aantal mensen dat me misschien verder zou kunnen helpen met mijn queeste naar Ader en de boom. Zodoende krijg ik het telefoonnummer van een voormalig boswachter van het Amsterdamse Bos, Joop Breedvelt, die al veertig jaar werkzaam is in het bos. Hij kent het bos op zijn duimpje. Aan de hand van de in 1971 genomen foto die ik hem stuur kan hij me dan ook meteen vertellen waar de populier moet hebben gestaan waaruit de kunstenaar destijds zijn sprong waagde. Joop schrijft me echter ook dat de boom niet meer is. Boom en sloot verdwenen toen de Bosbaan in 2001 aan de noordzijde met een flink stuk werd verbreed om de organisatie van internationale roeiwedstrijden mogelijk te maken. Maar hij kan me de plek waar de boom ongeveer moet hebben gestaan alsnog laten zien als ik dat graag wil?
En zo komt het dat ik twee dagen later naast Joop in de auto zit en we samen naar de plek rijden vanwaar we uitzicht hebben op waar Aders performance heeft plaatsgevonden. Tijdens de rit benut hij als een rasechte boswachter de kans om me van alles over het bos te vertellen: wat voor dieren er leven, welke boomsoorten er groeien, wat de merkbare gevolgen zijn van de klimaatverandering en waarom een boom in de herfst eigenlijk zijn blaadjes verliestWanneer we even later aan de rand van het water staan, en ik aan de overkant het achtergronddecor herken van de zwart-wit foto die in mijn hand houd, realiseer ik me ineens dat ik door te falen in mijn zoektocht misschien wel dichter bij Bas Jan Ader gekomen ben dan wanneer het wel was gelukt om de boom te vinden.’De boom verdween in het water, net als de man zelf.