#Safepassage
In samenwerking met het Holland Festival presenteert Mister Motley in het voorjaar van 2019 een rubriek over landloosheid. Vanaf april tot eind juni worden nieuwe en oude artikelen gepubliceerd van jonge kunstenaars, ervaren makers, uitzonderlijke denkers en kritische opiniemakers in het thema van landloosheid. Het artikel ‘#SafePassage’ van Hanne Hagenaars uit 2016 verschijnt opnieuw: een artikel over Migratie en verplaatsing.
Migratie en verplaatsing bepalen onze tijd als belangrijkste thema. We kunnen er niet meer omheen. We kunnen het niet meer negeren. Dachten we misschien eerst nog dat het een tijdelijke situatie was; langzaamaan zien we de nieuwe situatie onder ogen, een waar we mee moeten leren omgaan. Hoe reageert de kunst op deze ontwikkelingen?
Hier heb ik een aantal werken uit het verleden en heden bij elkaar gezet die als thermometer en voorbeeld dienen. De kunstwereld is al decennia geleden globaal geworden en kunstenaars uit alle continenten ontmoeten elkaar op biënnales en andere tentoonstellingen over de hele wereld. ‘Migration has become a seismograph for our times and defines our self-understanding in Europe’, las ik in de inleiding van de Berlijn Biënnale. Bovendien helpen kunstenaars bij dit te begrijpen, niet alleen van Europa, maar van de globale situatie.
Tijdens de documenta 9 in Kassel in 1992 stonden op het dak van het warenhuis Roten Palas een groep van menselijke figuren met bagage, grote zakken, een vuilnisbak, houten kistjes en vazen. Ze zagen er terneergeslagen uit. Moedeloos. De figuren waren van glanzend keramiek gemaakt. Hun haar was gestileerd in klassieke Griekse stijl alsof het oude drama eeuwig doorging. Tijdens de voorbereiding van de documenta werkte Schutte aan een opdracht voor dit warenhuis naast het Fridericianum en besloot het tot onderdeel van de documenta te maken. ‘Ze wilden het sculptuur als een logo of een verkeerslicht, maar ik had meteen het idee om mensen op het dak te zetten.. het was.. een erg interessante locatie met uitzicht op deze plek, en ik kreeg meteen dit beeld… van het plaatsen van enkele kleurrijke, statische figuren bovenop het gebouw als een permanente installatie’.
De levensgrote figuren stonden daar hoog weggezet op een onoverbrugbare afstand. Mensen die noodgedwongen hun land hebben moeten verlaten, werden ontvangen door vreemdelingenhaat. Schütte: ‘In 1992 was de politieke situatie eigenlijk elke week aan het veranderen – en al deze kwesties zijn nog steeds niet opgelost. Wat kenmerkt een Duitser, het paspoort, het bloed, het geboorteland, de taal of de mentaliteit?… De vraag is, zijn ze aangekomen of vertrekken ze, brengen ze iets of nemen ze iets, en waarom zijn ze überhaupt hier? Welke cultuur, gedragingen of ideeën dragen ze met zich mee? Er is altijd het gevoel dat mensen die elders vandaan komen dingen wegnemen; dat ze dieven zijn. De ogen zijn (in het werk) terneergeslagen zodat de figuren dit schaamtegevoel tonen … Ik denk dat de bagage hen kenmerkt als vreemden.’ (Quoted in Lingwood, p.13.)
Barbara Visser stelt in haar werk de werkelijkheid en de representatie ter discussie. Ze zaait verwarring. De eerste confrontatie met deze beelden was dan ook een harde klap. Visser maakte veertien jaar geleden deze serie beelden over de complexe situatie van de vluchteling die naar het ‘utopische’ westen wilde komen. Iedere print geeft een ander perspectief, waardoor de ambiguïteit van de situatie duidelijk wordt. Op het paradijselijke strand van Nice liggen mensen van de zon te genieten en op dezelfde plek spoelden er in dat jaar vluchtelingen aan die de oversteek maakten vanuit Marokko. De dode mensen en de zonaanbidders delen hetzelfde strand. De kranten toonden schokkende situaties. Visser maakte verschillende beelden, waarbij de laatste foto de ‘mise-en-scène’ van dit beeld toont. De posters werden getoond in bushokjes en later ook als illustratie bij artikelen over immigratie. De kunstenares formuleert haar vraagstelling rond echtheid, werkelijkheid en representatie als volgt: “Zijn Ufo’s moderne mythen? Vervangen zij het Monster van Loch Ness? […] Wanneer is een verhaal waar? Is dat wanneer de verteller er heilig in gelooft, is dat als de luisteraar er in gelooft of als ze dat beiden doen? Of moeten gegevens tastbaar zijn en wetenschappelijk vastgesteld? Hoe representeren mensen hun ervaringen als die onverifieerbaar zijn? Vragen die iedere dag opnieuw van groot belang zijn.” (citaat Muhka.be)
Dit werk begon als een reeks portretten, of misschien tijdsdocumenten, die fungeren als getuigen van de huidige Syrische crisis. De reeks is meteen gemaakt na de ontmoeting van Syrische, Palestijnse of andere mensen die in Syrië zijn geboren of er woonden en die de afgelopen jaren werden verbannen naar Libanon. Het werk is zich aan het uitbreiden, waarbij de route wordt gevolgd van de mensen die naar andere Arabische landen en in het bijzonder naar Europa zijn gevlucht. Daarbij speelde dat de verplichte verblijfsvergunningen voor Syriërs in Libanon erg moeilijk te verkrijgen waren.
De gesprekken worden weergegeven door middel van tekeningen en gefragmenteerde krabbels, tezamen een aanhoudend en breed antropologisch onderzoek, gebaseerd op het persoonlijke verhaal van ieder individu die ik heb ontmoet. De tekeningen en interviews met de ontheemde personen zijn op ambtelijk geel papier gezet, en overigens ook op ander papier. Sommige portretten en de bijbehorende verhalen worden geborduurd in samenwerking met vluchtelingen en ontheemde vrouwen bijeengevoegd, hetgeen gesprekken en tijdelijke banen mogelijk maken. Het uiteindelijke doel van dit werk is om te beschikken over duizend getuigen of 1000 portretten met 1000 verhalen.
Mounira Al Solh werkt aan dit project als onderdeel van de Gelderland Biennale die opent op 14 oktober in Arnhem
Tobias Zielonys werk ‘The Citizen’ is een verlengstuk van het gelijknamige project dat begon op de Biënnale van Venetië in 2015. Zielonys foto’s benaderen sinds 2005 de problematiek van migratie en leven op de rand van de maatschappelijke acceptatie. ‘The Citizen’ benadrukt de strijd van de Afrikanen voor hun rechten als vluchtelingen in Duitsland en hun zelf-enscenering als kwetsbare politieke personen. In samenwerking met Zielony, reageren twaalf Afrikaanse kranten op zijn foto’s met artikelen die het onderwerp bekijken vanuit het perspectief van de landen van herkomst van de vluchtelingen. Naast zijn projecten om misdaden tegen de mensheid te documenteren, ontvouwt zijn installatie ‘Storyboard (Monuments Man)’ verrassende verbanden tussen vluchtelingendemonstraties in Berlijn, geroofde kunst in Duitsland tijdens het Derde Rijk en de recente reclame van Nestle met George Clooney.
Halil Altindere’s nieuwe video Homeland (2016), opgenomen in Turkije en Duitsland, legt de nadruk op de ervaring van gedwongen migratie waarbij realisme en fictie worden vermengd. De tegenstellingen die samenhangen met de status van de vluchtelingen zijn onder woorden gebracht door Mohammed Abu Hajar, een Syrische rapper gevestigd in Berlijn. Zijn rap begeleidt de kijker bij scenes die deels voortgekomen zijn uit real-life beeldmateriaal, van het oversteken van een grens naar de verborgen waterwegen van Istanbul en tenslotte het Tempelhof in Berlijn, een voormalig vliegveld en nu een nieuw vluchtelingenkamp. Het werk brengt de migratiecrisis rondom Turkije en de hele wereld naar Berlijn, een politiek centrum waar het antwoord van Europa op de crisis gesmeed wordt.
Als politiek vluchteling, onder constante surveillance door de Chinese overheid, voelt de kunstenaar zich verwant met de groeiende stroom vluchtelingen die Europa proberen te bereiken. Sinds zijn eerste bezoek aan het Griekse eiland Lesbos in december 2015 heeft Ai Weiwei vluchtelingenkampen in Syrië, Turkije, Italië, Frankrijk en andere belangrijke toevluchtsoorden bezocht.
De tentoonstelling #SafePassage in Foam gaat over het lot van het individu ten opzichte van het overweldigende maatschappelijke systeem. Van Ai Weiwei’s persoonlijke ervaringen ten tijde van zijn onderdrukking door het Chinese overheid, tot de duizenden vluchtelingen en migranten die hun leven riskeren om Europa te bereiken, om daar vervolgens op gesloten grenzen te stuiten. De expositie opent op 15 september 2016 in Foam Amsterdam.
De haatmails die Silvana Simons krijgt, doen denken aan een middeleeuwse heksenjacht. We kunnen dat niet licht opnemen. Rondom vluchtelingen en mensen met een andere huidskleur waait al snel een nare harde wind op de sociale media. Verwensingen, doodsbedreigingen, scheldpartijen; het is een verbale moordpartij. Schelden doet zeker zeer. Een vriendin die een hulpvraag voor een Syrische vriend op Facebook zette, overkwam hetzelfde Ze ontving een tsunami aan berichten, waaronder een bericht met een hakenkruis op haar gezicht, en de kranten laten zich niet onbetuigd, om het lezerspubliek te behagen, denken ze meestal niet aan wat wijs is om een polarisatie te voorkomen. Ze publiceren maar al te graag ‘meningen’. De media spelen een niet te onderschatten rol in bijvoorbeeld de vluchtelingencrisis.
Daarom als laatste voorbeeld Tinkebell, die als een ware heldin de storm weerstond en de haatmails verzamelde en publiceerde in het boek ‘Dear Tinkebell’.
Tinkebel: ‘Toen ik de nek van mijn zieke kat brak en van haar huid vervolgens een handtas maakte, had ik eerlijk gezegd geen idee waar ik in verzeild raakte. Het project werd een kunstwerk, genoemd ‘mijn liefste kat Pinkeltje’, waarmee ik een discussie wilde introduceren over de hypocrisie van hoe we dieren als deel van het gezin zien en tegelijkertijd behandelen als te verteren koopwaar. We leven in een cultuur waar de herkomst van ons voedsel of van onze kleding zelden wordt opgemerkt en we overhandigen onze zieke dieren aan een expert om hun lijden met een dodelijke injectie te beëindigen. Wist je dat er nog steeds onenigheid is over de ‘pijnloze’ euthanasie die professionele dierenartsen toedienen? Mensen op het platteland, die zulke gevallen in eigen handen nemen, lachen om deze praktijken van de stad.’
Door haar eigen kat te veranderen in een handtas probeert ze mensen hun eigen hypocrisie ten aanzien van het gebruik van dieren voor consumptie en leerproductie te laten inzien. Haar werk levert hoe dan ook een flinke discussie op over onze moraal en de manier waarop de maatschappij zich ontwikkelt. Ophef van de online wereld volgde. Blogs en websites van activisten publiceerden verhalen over de gruweldaad: het doden van mijn kat.
Tinkebel: ‘In de eerste paar dagen dat het verhaal online ging, bezochten meer dan 40.000 bezoekers mijn website en mijn mailbox werd overspoeld met gewelddadige bedreigingen en dood wensen. In 4 jaar tijd heb ik ongeveer 100,000 reacties ontvangen. De afzenders kwamen uit alle lagen van de bevolking; veel mails bevatten automatisch een ondertekening met een link naar een persoonlijke of zakelijke website. Ze waren gemakkelijk te googelen. De meeste haatmails kwamen voort uit een combinatie van een onrecht gevoel van anonimiteit en het idee dat al het digitale ‘niet authentiek’ zou zijn; Ik had het idee dat dat de mensen die beeldend beschreven hoe ze me wilden verscheuren, verkrachten en me dood laten bloeden, dit nooit letterlijk in mijn gezicht zouden zeggen.’