Ruilen
Ongeveer een jaar geleden kom ik een bericht tegen op Facebook in een groep die het ruilen van spullen tussen onbekende mensen mogelijk maakt. Het bericht is van een meisje en ze heet Manon. Ze zoekt iemand die haar vaders schilderijen wil ruilen. ‘Mijn vader is begonnen met schilderen. Nu wil hij dit schilderij graag ruilen tegen een wit doek, die van de action zijn prima’.
Ik besluit te reageren: dat ik interesse heb en graag wil ruilen. Snel krijg ik antwoord terug ‘Het is een doek van 60 bij 40: 1,99 van de Action.’ Een week later spreken we af op station Nijmegen. Bij de Albert Heijn treffen we elkaar: zij in een paars fluwelen huispak, ik in een vaal blauwe spijkerjas, beide hebben we een grote tas bij ons. De ontmoeting duurt hooguit een minuut: Manon verdwijnt razendsnel in een looptunnel, op weg naar huis met de witte canvassen onder haar arm. Ik blijf achter met iemands eerste gemaakte doek ooit. Het geschilderde namaak linnen ruikt naar oude sigaretten en de hele treinreis durf ik er niet naar te kijken.
Het eerste geruilde schilderij heeft een oranje achtergrond. Zwarte semi-abstracte vormen moeten een skyline voorstellen denk ik, rode en gele stippen met een dunne witte rand geschilderd sneeuwvlokken, of misschien gewoon wat regen. De onbehendigheid van iemand die nooit geschilderd heeft spat van het doek. Ik houd gelijk van zijn ‘kunst’. Duidelijke contourlijnen en de randen van het doek zijn met zwarte acrylverf ingesmeerd. Niet vaak komt het voor dat je naar een schilderij kijkt zonder enige informatie van de maker. Vragen over de onbekende schilder komen dan ook snel bovendrijven. Wat maakt dat iemand zijn allereerste schilderij ooit zomaar wil ruilen? Niet weggooien, maar het ruilen voor een ongebruikt nieuw doek. Was hij niet tevreden en had hij spijt dat het doek niet meer wit was? Misschien ging het hem niet om het eindresultaat, maar veel eerder om de handeling van het schilderen zelf en wilde hij nu het doek vol was, zo snel mogelijk weer opnieuw schilderen? Of wilde hij dat zijn allereerste schilderij bij iemand anders in huis kwam te hangen, in het huis van een volstrekt vreemde?
Opnieuw zoek ik contact met Manon, of haar vader meer doeken wilde ruilen. En vanaf dat moment ontstaat er een ruilhandel die minstens een halfjaar voort duurt. Om de drie weken wordt er afgesproken op station Nijmegen. Ik met steriele witte doeken in mijn hand, zij met schilderijen in haar tas. Al die tijd heb ik geen enkele keer de vader van Manon ontmoet. Hij is bewaker, overdag slaapt hij, voor zijn dienst schildert hij en ’s avonds staat hij voor het portaal van een discotheek. Er is geen mogelijkheid om elkaar te treffen: dat maakt de ruil intrigerender. De vader/bewaker/schilder verandert in een mythisch figuur. Soms schrijf ik een brief met vragen en daar antwoordt hij dan op. Weliswaar kort, maar hij antwoordt. Wat schildert u het liefst? ‘Ik maak wat er in mij opkomt’. Manon op Facebook. ‘Hij maakt nu een schilderij voor mijn moeder, daarna voor mij en hij gaat de schuur schilderen, hij heeft ineens de smaak te pakken’.
Hij volgt geen schilderles, kent geen andere kunstenaars en gaat niet naar musea (zo blijkt uit zijn antwoorden). Toch zit er een spannende ontwikkeling in zijn werk. De schilderijen worden expressiever, de ‘toets’ dikker, minder verfijnd en kleuren worden plots gemengd op het doek. Omdat ik zorg voor het materiaal, kan ik op een gegeven moment mijn eigen invloed in de schilderijen terug zien. Soms geef ik nieuwe kleuren verf mee of verander ik van formaat doek. Wanneer de keuzes die ik maak niet gewenst zijn, hoor ik dat van Manon. ‘De kleine doekjes zijn niet zijn ding zegt hij. Hij heeft hele grote handen en dan werkt dat niet zo fijn, hij wil graag weer grote doeken’.
Hoe langer de ruil duurt hoe vreemder het is dat we elkaar nooit hebben ontmoet. Ik stel voor dat hij mij gaat schilderen, hoe hij denkt dat ik eruit zie. Dat wil hij doen, maar dan moet ik wel wat spullen in ruil ter beschikking stellen. Verf, doeken en nieuwe penselen. Drie weken later ontvang ik mijn portret. Het is vluchtig geschilderd en er lijkt weinig concentratie in te zitten. Over mijn gezicht lopen duidelijke contourlijnen en de buste zweeft in de lucht. Ik merk in het resultaat en in de reacties van Manon dat deze manier van werken hem niet bevalt. Hij wil zogezegd ‘maken wat in hem opkomt’. Ik besluit dit sociaal expiriment te stoppen en meer afstand te nemen van de gemheimzinnige ruil-transacties, hij moet kunnen schilderen wat hij wilt, in vrijheid, zonder opdracht.
We ruilen nog een maand lang en plotseling is het voorbij. Manon heeft me verwijderd als Facebook-vriend en de afspraken worden niet meer gemaakt in Nijmegen. Het laatste schilderij dat ik heb ontvangen is van een klein vierkant formaat: 10 cm breed en 10 cm hoog. Er staat een vrouwelijk achterwerk op, de twee billen worden gescheiden door een rood stukje stof. Het is een vrouwelijk lichaam en de roze vleeskleur steekt af tegen de witte steriele achtergrond. Voor het eerst is er een duidelijke handtekening zichtbaar. R.vd.H . Ik ben blij met deze vier letters. De grote collectie schilderijen die nu in mijn kamer staat krijgt extra betekenis. Ik weet zijn voorletter en de eerste letter van zijn achternaam.
R. vd. H, bij deze wil ik je hartelijk bedanken voor de inkijk die je me gaf in je creatieve processen. De enige reden waarom je schildert, is omdat je het leuk vindt. Ik ben blij dat ik je heb kunnen helpen een piepklein oeuvre te realiseren, ik zal er goed op passen. Groet, L.H