Poses against Gravity
Het was zo’n zondag waarop alles zwaar woog: de Leidsche wollen deken, de dichtgemetselde lucht, de stilte van de rustdag. Kortom een dag voor Poses against Gravity, een tentoonstelling die Sibylle Eimermacher maakte in de voormalige Turbinekamers van Studio Omstand te Arnhem met werken van Daniëlle van Ark, Anne Kolbe en haarzelf.
Bij binnenkomst verwarmde een gloed van een uitgelichte roze cactus de stervenskoude ruimte. Cactus? De ‘low-polyfacetten’, een techniek uit de animatiewereld, op het roze beeld van Anne Kolbe konden net zo goed een bergkristal karakteriseren waardoor het beeld plotseling echode naar de gekantelde foto van zwart-witte bergen van Daniëlle van Ark en vice versa. Door het omkiepen van de spiegelende bergen verschenen er fraaie inktvlekken waar Rorschach wel iets in zou hebben gezien. Naarstig gingen de hersenen op zoek naar nieuwe betekenissen terwijl het lijf corrigerend naar links helde. De aantrekkingskracht – het basisingrediënt van zwaartekracht – tussen foto en beeld zette, als een sterke eerste zin, de toon van de tentoonstelling, samen met de omhooggaande groeiwijze van de cactus/kristal vormden ze de eerste pose tegen de zwaartekracht.
In de volgende ruimte stonden drie objecten van Anne Kolbe schijnbaar willekeurig in de ruimte, formaat plantentrolley, op wieltjes, gemaakt van marmer, baksteen en hardhout, zwaar dus, maar dat bleek alleen buitenkant, in feite waren het open MDF-constructies beplakt met folie en behang. Objecten die verwezen naar dat wat er niet was. Even ongrijpbaar als intrigerend. Even namaak als origineel. Even ernstig als blijmoedig als de ondraaglijke lichtheid van het bestaan.
In de derde turbinekamer had Daniëlle van Ark heel wat gestapeld: MDF-sokkel, ijzeren frame, daarop een dikke marmeren plaat en daarop, inmiddels waren we op ooghoogte aangekomen, een partijtje armpjedrukken van brons. Met m’n neus op de brons zag ik het craquelé van de ene arm en de gladde spieren van de andere arm. Was het oma versus kleindochter, of nam ze zichzelf de toekomstige maat? Hoe dan ook een ongelijke krachtmeting, maar dat deed niet ter zake, want het was niet de kracht maar juist de broosheid van het leven waar een monument voor was opgericht.
In de laatste kamer stond een stoel, was het donker met alleen het licht van het beeldscherm dat op de grond stond. De video The Meandering Eye van Sibylle Eimermacher duurde 136 minuten, de tijdsduur van een gevorderde meditatie – ik heb het niet volbracht. Eeuwenoude rotspartijen op een Fins eiland, van bovenaf gefilmd en omdat we inmiddels zo gewend zijn aan het drone-perspectief dacht ik even over het landschap te vliegen maar het bleek Sibylle met camera die over de rotsen liep. Zij bepaalde het inzoomen, meanderen, ronddraaien en knippen. Zoomde in op golvende patronen, draaide vloeiend rond, linksom en dan weer rechtsom en liet tijden van ver voor onze jaartelling herleven: de rotsen smolten en de verschillende kleuren van het gesteente mengden zich geraffineerd alsof er een barista aan het werk was. Het onverzettelijke Fins gesteente bleek een zwierige natuur te hebben. Zwaar bleek ook licht, krachtig bleek broos, niets was wat het leek. Ik ben benieuwd naar het vervolg: Hover to slide in februari te zien bij Studio Omstand.
De tentoonstelling is nog te zien is t/m 31 december bij Studio Omstand in Arnhem, als onderdeel van PULSE #22.