A Point in the Making
Three Days with Babette Mangolte brengt de grande dame van de experimentele film van New-York naar Amsterdam, voor een driedaags programma op 21, 22 & 24 mei, waarin samen kijken en leren centraal staat.
Om de verschillende facetten van Babette Mangolte’s werk voor een breed publiek te kunnen ontsluiten, heeft Het Veem Theater ervoor gezorgd de krachten van verschillende instellingen te bundelen, en een inspirerende variëteit van presentatievormen te bieden. Bij elk instituut zal een specifiek onderdeel van haar werk uitgelicht worden; te weten artist-talks, een masterclass en diverse film vertoningen – waaronder de Nederlandse première van de gelijktijdige vertoning van de twee versies van Trisha Brown’s “Rooftop Piece” uit respectievelijk 1972 en 2012.
Op initiatief van curator Fleur van Muiswinkel is het programma gecureerd en geproduceerd door Het Veem Theater, het performance instituut If I Can’t Dance, I Don’t Want To Be Part Of Your Revolution en Fleur van Muiswinkel; in samenwerking met EYE filmmuseum. Deze brede waaier aan platforms is toepasselijk op het multidisciplinaire karakter van Babette Mangolte’s rijke en onnavolgbare oeuvre op het gebied van cinematografie en fotografie. Met name haar film- en fotoregistraties van performance kunst van de New Yorkse avant-garde begin jaren ’70 tot nu, en haar diverse experimentele autonome films. Het is de eerste keer dat zij haar werk persoonlijk met een Nederlands publiek deelt.
Na een ruim veertigjarige carrière zijn Babette Mangolte’s werk en ideeën nog altijd even relevant in het huidige debat over de rol en vormen van performance registratie en documentatie. Haar visie vormt het draagvlak waarop A Point in the Making | Three Days with Babette Mangolte onder andere de plaats en de rol verkent, die documentatie in de praktijk van hedendaagse performance kunstenaars inneemt. Verschillende generaties kunstenaars en filmmakers worden uitgenodigd om gezamenlijk te onderzoeken of, en welke, verschuiving(en) er waar te nemen zijn sinds Mangolte aan haar carrière begon.
New York avant-garde
Begin jaren ’70 is Soho downtown New York de plek voor experiment en nieuwe vormen van kunst en performance. Onder de kunstenaars die zich er verzamelen bevindt zich Babette Mangolte. De Française is bevriend met de dan nog onbekende choreografen Lucinda Childs en Trisha Brown en performance kunstenaars als Bob Wilson, Robbert Morris en Marina Abramović. Ze volgt hun werken en maakt steevast foto’s of filmregistraties. Mangolte zorgt dat ze het werk vooraf leert kennen, soms zelfs door de danspassen van een choreografie zelf aan te leren, zodat ze kan anticiperen op de beweging die ze wil vastleggen. De experimentele/nieuwe vormen en a-typische locaties die door choreografen gebruikt worden, vragen ook om een nieuwe manier van denken over camera opstelling- en perspectief. Mangolte is een van de weinige die de ontwikkelingen in de New Yorkse avant-garde scene in die tijd vastlegt. Ze doet dat niet vanuit een objectief journalistiek standpunt, maar reageert vanuit haar eigen subjectieve artistieke praktijk op wat er om haar heen gebeurt. Haar registraties zijn dan ook veeleer op zichzelf staande autonome kunstwerken. Haar archief blijkt al gauw van onschatbare waarde voor de ontwikkeling van performance en moderne dans in Amerika en ten dele in Europa, en nog steeds, voor het archiveren en historiseren van die tijd.
Performance documentatie
Het debat over de relatie tussen performance en documentatie is tot op heden onderwerp van discussie. Vanwege het tijdelijke karaker van de performance, constant veranderende benaderingswijzen, en ethische en esthetische vraagstukken, zijn er nauwelijks herkenbare stijlen ontstaan. Daar waar Mangolte juist een unieke balans tussen objectieve registratie en autonoom werk in haar films wist te vinden, komen veel registraties van podiumkunst niet verder dan een ‘statische’ blik van buitenaf. Een veel gehoord argument voor deze statische benadering is dat het een pure registratie is zonder de subjectieve ervaring van de toeschouwer. De vraag is op welke wijze die ervaring toch onderdeel van de registratie kan worden – of zelfs leidend kan zijn voor de manier waarop de documentatie wordt gemaakt.
In die levendige underground scene van de jaren ’70 in New York werden performances vaak maar door enkele mensen gezien doordat ze veelal in ongewone, niet institutionele, omgevingen werden uitgevoerd. Veel van deze performances zijn niet of nauwelijks gedocumenteerd en bestaan alleen nog doordat persoonlijk ervaringen van publiek, dansers of kunstenaars naderhand zijn opgeschreven. Maar mede dankzij Mangolte’s oprechte nieuwsgierigheid en interesse naar het werk van deze kunstenaars, werd het registeren van deze performances een van de hoofdbestanddelen van haar eigen oeuvre. Via haar camera liet zij tijdgenoten en latere generaties meekijken naar veel van dit kortstondige ‘eenmalige’ werk. Ze bracht het de wereld in. De paradox tussen het tijdelijke karakter van performance en het blijvende karakter van elke vorm van documentatie werd op die manier overstegen.
Zoals curator en auteur Barbara Clausen schrijft in ‘Performing Histories; Why the point is not to make a point’, leren Mangolte’s foto’s en films de toeschouwer kijken. Mangolte richt haar camera op de wisselwerking tussen performance en toeschouwer en legt als het ware het mentale beeld vast dat een publiek zich zal herinneren. Of ze er nu bij zijn geweest of niet. Zo worden haar registraties inderdaad een punt, of schakel eigenlijk, in (het maken/voortleven van) een kunstwerk.
Voor kaarten en info klik hier.