PANTHEON
‘Panthéon’, gemaakt door de Franse kunstenaar Jean-Claude Loubières, houdt het midden tussen een ‘boek’ en een ‘kunstwerk’, tussen ‘lectuur’ en ‘kunst’. Op de cover en de twee uitklapbare schutbladen van het boek staat een oude, zwart-witte panoramafoto van een grote groep mensen die samen staan te poseren tegen de achtergrond van een stadsplein. Behalve dat de foto genomen is in Brussel en dateert uit 1936, weten we niets. We weten niet wie de honderden mensen op de foto zijn, wat ze op het plein in Brussel doen en waarom ze daar op die bewuste dag in 1936 samen op de foto gingen. Het doet op het eerste gezicht vermoeden dat het om de medewerkers van een groot bedrijf gaat, of misschien om de leden van één of andere vereniging. Maar we kunnen alleen maar raden.
De binnenkant van het boekje bevat, naast een bijlage met de hele panorama-afbeelding, tien dubbel-uitklapbare pagina’s waarop Loubières uitverkoren individuen isoleert door hun hoofden te framen in cirkelvormige uitsnijdingen van het papier. Onder deze uitsnijdingen staan telkens de namen van goden, godinnen en Muzen uit de Griekse mythologie. Loubières doopt op die manier de naamloze gezichten tot de onsterfelijke godheden van de berg Olympus. Hermes, Hephaistos, Apollon, Artemis… het lijken op de foto doodgewone mensen, volledig willekeurig gekozen uit de grote massa van gezichten.
Maar doordat Loubières de gezichten isoleert, ze op die manier portretteert en een mythologische naam geeft, gebeurt er iets geks mee. We bekijken de gezichten opeens heel anders. Ze worden in de spotlight gezet, krijgen een goddelijke naam, worden een beetje held. De ‘doodgewone’ mensen krijgen ineens iets legendarisch. ‘Panthéon’ betekent ‘tempel van alle goden’. Loubières voorziet de foto met zijn handeling van een soort eeuwigheidswaarde: aan de ene kant door de geportretteerden de namen van onsterfelijken toe te bedelen, aan de andere kant doordat ze hiermee letterlijk ‘de boeken ingaan’ en op die manier vastgelegd worden voor de toekomst. Het opnieuw publiceren van de ‘vergeten’ foto met deze anonieme, onbekende mensen, stelt hen veilig voor de toekomst: ze zullen worden ‘onthouden’.
Dus door zijn manier van representeren, of beter gezegd van isoleren, krijgt de foto een nieuwe betekenis. We zouden het boekje in deze zin kunnen vergelijken met de readymades van Marcel Duchamp: alledaagse gebruiksvoorwerpen die uit hun alledaagse context werden gehaald en tentoongesteld als kunst. Het meest bekende voorbeeld is natuurlijk zijn eerste readymade: Fountain uit 1917. Hiervoor signeerde hij een urinoir – het meest banale gebruiksvoorwerp wat men kan bedenken – met de naam ‘R. Mutt’, zette het op een sokkel en stelde het tentoon als een kunstwerk. Hiermee stelde hij vragen bij de definitie van een ‘kunstwerk’: waarom zou een gebeeldhouwd stuk marmer meer esthetische waarde hebben dan dit urinoir? Want inderdaad: zo geïsoleerd van de omgeving van het wc-hokje, en op z’n kant geplaatst, is het eigenlijk best een mooie vorm.
Loubières rukt de dingen eigenlijk minstens zo uit hun oorspronkelijke context als Duchamp dat deed met zijn urinoir. Misschien wil hij met zijn Panthéon wel iets vergelijkbaars bereiken en stelt hij met zijn herinterpretatie van de oude foto ook wel een aantal vragen. De individuen krijgen een nieuwe betekenis omdat hij, Loubières, ervoor kiest de dingen anders te noemen, niet omdat het daadwerkelijk zo is. Misschien vormt zijn boekje daarom wel een soort onderzoek naar de kracht van het benoemen van het de dingen een naam geven, en onze neiging om te stereotyperen.
Jean-Claude Loubières was oorspronkelijk beeldhouwer, maar heeft inmiddels al een aardig aantal van dit soort ‘boekkunstwerken’ op zijn naam staan. “Het boek is altijd al een gebied van artistieke creatie,” zegt de kunstenaar op zijn website. “Dit eindige object, gedefinieerd door de cover, de pagina’s die men kan omslaan, biedt ontelbare mogelijkheden voor een vormgever.” In zijn boeken wil hij de relatie tussen tekst en beeld, formaat, lettertype, grafische vormgeving, bindwijze en papierkeuze onderzoeken. Hij stelt met zijn werk vragen bij het object en het gebruik ervan: kunnen we ook met andere zaken dan met alleen woorden schrijven en lezen?