Om welke dieren rouwen we? – Een bezoek aan museum Tot zover
Toen ik een jaar of veertien was overleed mijn kat. Ik weet nog hoe we haar op een koude, donkere avond in een roze kleedje rolde en in een versierd houten kistje van de Xenos stopte. Ik kon niet stoppen met huilen, gooide aarde op het kistje en zwoor nooit meer een andere kat te nemen.
Sinds de jaren 90 is onze rouwcultuur rondom dieren extreem toegenomen. Nederland telt op dit moment een groot aantal crematoria en begraafplaatsen voor huisdieren. Het afscheid van deze trouwe dieren valt ons mensen zwaar. De tentoonstelling ‘De laatste aai’ in uitvaartmuseum Tot Zover is een eerbetoon aan dode dieren en verkent de grenzen van ons verdriet. Hoe belangrijk zijn dieren voor mensen? Waarom rouwen we om onze huisdieren, maar laten andere dieren ons koud? En is rouwen om een dier vergelijkbaar met rouwen om een mens?
Het kwispelt, is vrolijk, blij je te zien, trouw en staat altijd aan jouw kant. De fotoreportages in de lange gang van de tentoonstelling ontroeren direct. De fotografe Simone Henken toont met haar fotoserie de laatste dagen met haar hond. De twee knuffelen elkaar en kijken neergeslagen in de camera of in elkaars ogen. Afwisselend nemen baasje en hond de hoofdrol in de portretfoto’s. De wederzijdse liefde tussen mens en dier spat van de foto’s af. In de fotoserie daarnaast ‘Afscheid van Skyla’, 2014 van fotografe Christel Mitchell zijn vervolgens momenten vlak voor de euthanasie en het afscheid te zien. De hond ligt er levenloos bij in zijn mandje.
Verder langs de tijdlijn waarin onze groeiende liefde voor dieren te zien is en daarbij ook ons groeiende verdriet wanneer de laatste adem plaatsvindt. Langs de grafstenen voor honden, katten en cavia’s. Langs de vele lieve briefjes met mooie herinneringen en namen. En langs de memorabele dieren die zijn gestorven in Artis en zo geliefd waren.
Wanneer ik me uiteindelijk bevind in de donkere ruimte waar een video van Pascalle van Dijk en Aron van Blooijs zich afspeelt, word ik echt emotioneel geraakt. De korte documentaire ‘BELLO 4-EVER’ is de afstudeerfilm van Van Dijk en Van Blooijs en neemt de toeschouwer mee naar een Nederlands dierencrematorium. Vooral ontroerend is het moment waarop een man zijn net overleden hond, die al klaarligt om het vuur in te gaan, maar kusjes blijft geven. De beelden laten het zover mogelijk uitstellen van het definitieve einde zien, genaamd de dood.
De beelden laten het zover mogelijk uitstellen van het definitieve einde zien, genaamd de dood.
De tentoonstelling legt ook ingewikkelde vraagstukken op tafel. Zo wordt er een zelfgemaakte tas van kunstenaar Tinkebell hoog op een pilaar tentoongesteld en in een spotlight gezet. De tas is gemaakt van de vacht van haar eigen kat. Haar eigen kat, die ze eigenhandig om het leven bracht, vilde en zo omtoverde tot een klein tasje. Het kunstwerk, ‘My dearest cat Pinkeltje’ bracht veel kritiek met zich mee. Maar waarom is het wel geaccepteerd boerderijdieren als koeien en varkens te doden voor consumptie maar haar ‘dearest cat Pinkeltje’ niet? Die vraag en de hypocrisie die huisvest in de kwestie, vinden een plek in dit sterke werk van Tinkebell.
Maar waarom is het wel geaccepteerd boerderijdieren als koeien en varkens te doden voor consumptie maar haar ‘dearest cat Pinkeltje’ niet?
In een aparte zaal van de tentoonstelling stappen we weg van de donzige huisdieren en ziet de toeschouwer kunstwerken die de confrontatie aangaan. Indrukwekkend en vooral ontroerend zijn de foto’s van Tineke Schuurmans. Maandenlang ging zij op bezoek bij een varkensboer met als uitkomt een intieme fotoserie van de veelzeggende ogen van deze dieren, in close-up gefotografeerd. De ogen kijken je angstig, vol verdriet of nieuwsgierig aan. Het zijn net mensen, die gevoelens uitstralen via blikken. Nog levend maar met de dood zo dichtbij, staar ik via de ogen een tijdje in hun noodlot. Foto’s die opnieuw heel actueel zijn, denkend aan het item van Zondag met Lubach afgelopen november. Daarin liet hij zien op wat voor een gruwelijke wijze varkens in Nederlands geslacht worden.
Nog levend maar met de dood zo dichtbij, staar ik via de ogen een tijdje in hun noodlot.
Ook kunstenaar herman de vries kaart met zijn installatie ‘In memoriam de koeien’ de vleesindustrie aan. Hij legde 20 ton koeienbeenderen op een hoop, het slachtafval van een abattoir, het lijkt wel op een massagraf. Tussen de enorme heuvel van botten kronkelen groene bladeren en liefelijke bloemetjes, blauwe winden. Alsnog een laatste herkenning, waardering en gedachte aan slachtoffers van de vleesindustrie.
‘De laatste aai’ is een ontroerende tocht die de toeschouwer laat nadenken hoe wij mensen met dieren omgaan. Om welke dieren rouwen we? De getoonde tegenstrijdigheid tussen ons verdriet van verschillende dieren maakt de tentoonstelling meer dan alleen het herdenken van huisdieren. Katten, honden, leeuwen, olifanten, kuikens en varkens: museum Tot Zover schenkt ze stuk voor stuk een plek in het verhaal dat rouwen heet.
De tentoonstelling ‘De laatste aai’ is nog tot 19 januari 2020 te zien in het uitvaartmuseum Tot Zover in Amsterdam