The Nine and The Ninety Nine
Het is het einde van de jaren 50 in Amerika, de tweede wereld oorlog lijkt steeds langer geleden, de welvaart begint te groeien. Drie kinderen in nette kleren zwaaien uitgelaten naar de camera. Achter hen kleurt de heg groen en de zon schijnt fel. Het optimisme straalt van de onschuldige gezichten af van de Barstow familie in een vierendertig minuten durende film; ‘The Disney Dream’. Het toont hoe dit gezin een reis wint naar Disneyland. Een knullige, truttige, reclame film uitgebracht door het plakbandmerk Scotch die een wedstrijd uitschreef en de reis mogelijk maakte.
Wie beter let op de details voelt het Amerikaanse leven uit die tijd, uitgevoerd tot in perfectie. Een normaal gezin dat opeens de mogelijkheid krijgt een vliegtuig te betreden en een luxe vakantie kan vieren. De moeder schreef een gedicht, het broertje knutselde een beeld en het zusje maakte een tekening. De beelden tonen dat plotseling iedereen de kans krijgt om te vliegen, als hij of zij maar hard genoeg werkt. Dat als je echt graag wilt, je dingen kan krijgen. In de film is de tijd aangebroken dat rijkdom en welvaart maakbaar zijn en het sombere Amerika lijkt voorgoed in de schaduw te zijn gedreven door de utopie van een maakbare wereld.
De beelden van de familie Barstow laten het onverbeterlijk optimisme zien van The American Dream. Deze film gebruikt Geert Mak in het begin van zijn boek Reizen zonder John. Een boek waarin hij het Amerika van nu beschrijft en wat er de afgelopen vijftig jaar veranderd is. Volgens Mak zijn er de afgelopen jaren steeds meer krassen en deuken ontstaan in de Amerikaanse droom. ‘’De onverwachte lage kwaliteit van bestaan van veel doorsnee Amerikanen, de gebrekkige infrastructuur – bruggen, wegen, spoorlijnen, internet – in veel staten de gecorrumpeerde en vastgelopen politiek, de verbijsterende verschillen tussen arm en rijk, de overvolle gevangenissen, het gevoel dat de kinderen een slechter bestaan tegemoet gaan dan de ouders’’.[1] The American Dream is voor veel Amerikanen een mythe en een misleidend ideaal. Het idee dat een ieder die bereid is hard te werken altijd de top kan bereiken maakt dat wanneer je niet ‘succesvol’ bent, of arm, geacht wordt dit aan jezelf te wijten. Zo wordt bijvoorbeeld de enorme werkloosheid als gevolg van de kredietcrises niet meer gezien als een probleem van de staat, maar veel eerder als een individueel falen. In Amerika kan immers alles.
In Foam Amsterdam is nu de tentoonstelling The Nine and the Ninety Nine van Katy Grannan te zien. Ook zij maakte een lange reis door Amerika, namelijk een tocht dwars door de Central Valley, een Californische regio die evenals de inwoners vaak genegeerd en ondergewaardeerd wordt. Een droog gebied waar voor velen The American Dream niet meer dan een ongrijpbare illusie is.
In de middenzaal hangen portretten van onbekende voorbijgangers: een vrouw met oranje geverfd haar gehuld in een strak zwempak waar haar borsten uit lijken te glijden. Een man met een ontbloot bovenlijf en zijn nek vastgezet in een brace. Het is opvallend dat al deze verschillende mensen op dezelfde manier kijken. Turend en onheilspellend, alsof ze constant in een staat van oplettendheid moeten verkeren. De serie The Ninety Nine, ook wel een snelweg die de Central Valley doorkruist voert de autobestuurder langs kansarme gemeenschappen waarin mensen, overmeesterd door hun omstandigheden, als de onzichtbaren in de maatschappij leven. Katy Grannen doorbreekt met haar camera de anonimiteit van deze onbekenden. Alsof ze ook haar minder ‘succesvolle’ landgenoten een podium wil geven. Niet vanuit medelijden, veel eerder om de schrijnende kant van The American Dream te belichten.
In dezelfde zaal wordt de rechter wand bekleed met grote zwart wit foto’s. Op de meeste beelden zijn wederom mensen afgebeeld, maar ze zijn niet belangrijker dan de verbogen lantaarnpaal, of de in bloei staande boom. De mensen zijn onderdeel van het Amerikaanse landschap. De meest intrigerende foto is van een vrouw die zich in een zijweg van een drukke straat bevindt, naast een typisch naoorlogs Amerikaans gebouw. Een auto rijdt voorbij en de verkeersborden lijken er al jaren te staan. De letters zijn vervaagd en ze ogen ouderwets. De vrouw loopt op transparante hakken van plastic, een soort glazen muiltjes, waardoor het lijkt alsof ze zweeft over het wegdek. Is het een hoer aan de kant van de weg, of iemand die toevallig het warme asfalt trotseert? Het antwoord wordt niet gegeven, omdat de foto’s behoren tot The Nine. Een serie die gaat over een kleine achtergestelde gemeenschap van South Ninth Street in Modesto. Het is een gemeenschap die haar eigen regels voert; een grimmige wereld, waar alles stil lijkt te staan, behalve de zon.
De foto’s in de tentoonstelling krijgen meer diepgang door de film die in de achterste zaal wordt vertoond. De portretten en landschappen die de bezoeker zojuist heeft aanschouwt vallen op hun plek na het zien van Grannans debuutfilm die gaat ook over het gebied in Modesto’s South Ninth Street. Het is het vervallen Amerika waar Geert Mak over schrijft, het Amerika dat de Amerikaan liever wegstopt uit schaamte, omdat hij denkt het zelf te hebben aangericht. Met de camera onderwater wordt de vieze rivier met afval en kapotte winkelwagens getoond, waar de natuur kranig doorheen blijft groeien en de mens in blijft zwemmen, tegen beter weten in. Midden in de film komt een afro Amerikaanse vrouw ten tonele, liggend op een verwaarloosd bed met om haar heen een kat en een hond. We zien haar eerst bidden, hurkend naast het bed met haar handen op het beddengoed, daarna valt ze innig in slaap samen met haar dieren. Wanneer ze slaapt ziet ze er totaal uitgeput uit, alsof ze verstrikt is geraakt in de vicieuze cirkel van verlangen en wanhoop. De bewoners van ‘The Nine’ en hun omgeving zijn het resultaat van de menselijke maakbaarheid, het ongewenste bewijs van the self fulfilling prophecy en de schaamte van The American Dream.
[1]Bron
De tentoonstelling is nog tot en met 23 augustus te zien. Klik hier voor de website.
Omslagfoto: Inessa Waits Near South 9th Street, Modesto, CA, 2012 © Katy Grannan, courtesy Fraenkel Gallery, San Francisco and Salon 94, New York