Nieuwe (ver)houdingen – Seline Buttner’s Meiospore laat niet over zich heen lopen
Seline Buttner’s interactieve Meiospore leert de toeschouwer zich bescheiden op te stellen; alleen dan blijven de doolhofachtige patronen groeien en vibreren. Het kunstwerk maakt een onuitwisbare indruk op Ischa Borger: het doet ervaren dat wanneer je jezelf als centrum en maatstaf van de wereld ziet, je over andere levensvormen heen loopt.
Ineens gaat het kunstwerk stuk. Heb ik het gesloopt? Het is in elk geval deels verdwenen. In het donker van de tentoonstellingsruimte liggen groene tapijten die lijken op uitvergrote versies van moskussens waar ik buiten geen oog voor zou hebben. Net nog krioelden er projecties van groen-zwartgestreepte patronen tussen de mostapijten door, maar toen ik de zee van helder licht en zachte stof van Seline Buttner’s Meiospore inliep, trokken ze zich terug. Zoals een hert schuw in de struiken weg zou snellen bij het horen van mijn voetstappen.
Het weelderige web van projecties is gebroken.
Het mos achterlatend als eilanden.
Interactieve installatiekunstwerken zoals Meiospore weten bezoekers multi-zintuigelijk te betrekken. Wat interactieve kunstwerken die ik al kende echter gemeen hebben, is dat mijn aanwezigheid de kunstwerken ‘uitvergrootte’, doordat de audiovisuele kracht toenam wanneer ik ze naderde. Installaties van kunstenaars zoals Bruce Nauman, Lynn Hershman Leeson en Sonia Cillari zijn op hun grootst, kleurrijkst en luidst wanneer de toeschouwer een centrale en actieve positie in het werk inneemt.
Het verrassende aan Meiospore is dat ze juist op haar grootst en indrukwekkendst is wanneer er geen toeschouwers zijn, of als zij zich passief tot haar verhouden. Pas als ik wat langer stilsta bij de wollen tapijten in de vorm van mos, waar ik als toeschouwer ook op mag gaan zitten of liggen, ontvouwen de organisch krommende lijnen zich weer en keert het doolhofachtige patroon terug. Het patroon lijkt terug te groeien uit de eilandjes, vergelijkbaar met hoe natuurlijke moskussens sporen afgeven om zich te verspreiden.
Mijn verwondering maakt plaats voor bewondering. Blijkbaar traceren de sensoren in Meiospore mijn bewegingen – mijn sporen. Hoe groter de hoeveelheid en snelheid van mensen die het landschap betreden, hoe verder de projecties zich terugtrekken naar hun verdwijnpunten: de mostapijten. Het omgekeerde voltrekt zich naarmate er rustiger en liefdevoller met het landschap wordt omgegaan.
Het werk verbeeldt de voor mij vaak ongrijpbare verbanden tussen mens en natuur. Van smeltende ijskappen tot de ontbossing van het regenwoud, veel consequenties van menselijk handelen worden pas jaren later of aan de andere kant van de wereld duidelijk. Maar door dit natuurlijke proces van groei, bloei en verval in het klein te spiegelen en versnellen trekt Meiospore oorzaak en gevolg naar elkaar toe.
Tegen de achtergrond van die wisselwerking daagt Meiospore mij uit om mezelf niet als het centrum en de maatstaf van de wereld te zien. Om niet te denken in scheidingen als subject-object, mens-niet-mens en cultuur-natuur, met als gevolg het negeren of verwoesten van het grotere geheel.
Mijn eigen uitbuiten zie ik weerkaatst worden in het verval van het landschap dat zich door mij terugtrekt, maar zodra ik de tijd neem om met Meiospore in balans te komen ontdek ik ook een hoopvolle boodschap. Door niet langer over het kunstwerk heen te lopen, ontplooit het uitdijende mos zich tot een verwant, niet meer of minder belangrijk dan ik als toeschouwer ben.
In die veerkracht vind ik een nieuwe, duurzamere verhouding tot groei.