Niet meer terug naar het oude normaal
Een nieuw jaar vraagt om een wens. Maar hoezeer we rond middernacht 2020 zo ver mogelijk van ons weg telden en 2021 verwelkomden door de hemel met licht en geluid te kleuren: Nog geen twee weken later heeft de wereld die we ‘achterlieten’ ons alweer ingehaald. We keken geschokt naar de terreur die het Capitool overspoelde en vroegen ons af hoe het kan dat de kloof tussen mensen zó groot is geworden. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook hier, in Nederland. Maar hoe begin je met bruggen bouwen terwijl je achter je eigen muren moet blijven?
Als het aan Mounir Samuel (1989) ligt begint het met luisteren. Samuel is schrijver, journalist, theatermaker en adviseur ‘diversvaardigheid.’ Daarnaast presenteert hij het literaire tv-programma De Nieuwe Wereld (EO). Eind 2020 verscheen zijn boek: Noodzakelijke gesprekken, reflecties op een nieuwe wereld. Het bevat vijftien interviews over de grote vragen van onze tijd. Van de klimaatcrisis tot feminisme, en van de Black Lives Matter-beweging tot de verwerking van verlies. Samen met zijn gesprekspartners opent hij ramen op een nieuwe wereld. Ik deel een aantal van deze gesprekken, gekoppeld aan kunstwerken die deze uitzichten weerspiegelen. Opdat ze ons achter onze muren vandaan halen en laten meebouwen aan de bruggen die we zo nodig hebben.
Het vermogen om je in te leven
Meral Polat (1982) is acteur, theatermaker en zanger. In het voorjaar van 2020 was zij een van de velen die werkloos thuis kwam te zitten. Zij was de eerste van de vrienden van Samuel die de situatie ‘een kans’ noemde. De periode bood haar ruimte om even stil te staan en te reflecteren. Hieruit vloeide nieuwe inzichten, en ook het plan om rondetafelsessies te organiseren over beeldvorming. Ze spreekt daar vurig over en haalt een oud Cherokee-gezegde aan: ‘Er zijn bij een ontmoeting altijd vier mensen aanwezig. Dat ben ik, dat ben jij, dat is wat ik van jou maak en dat is wat jij van mij maakt. Door ontmoeting en gesprek, het delen van pijn, vreugde, beleving en achtergrond worden die vier mensen weer twee.’ In hun gesprek van Polat en Samuel komen ze tot de conclusie dat dit ook de grote kracht van kunst is: ‘Het vermogen om je in te leven in een verhaal, een perspectief en ervaring van een ander.’
Een kunstwerk waarin deze kracht weerspiegeld wordt, is Shadow Sites van Jananne Al-Ani (1966), dat eind 2020 te zien was in de tentoonstelling Trembling Landscapes in het Eye in Amsterdam. In een tweeluik, bestaande uit drone-video’s van Irak, toont Al-Ani het effect van eenzijdige representatie. Het land werd tijdens de Golfoorlog getoond als een lege woestijn, terwijl het een rijk en gevarieerd landschap heeft met bergen, moerassen, rivieren en het meest vruchtbare land ter wereld. Al-Ani was geschokt toen zij de beelden van haar moederland zag: “Het landschap was ontdaan van mensen, steden, dorpen en cultuur (..) een duidelijke echo en bevestiging van het 19e eeuwse Europese oriëntaalse idee van het Midden-Oosten als één grote dorre woestijn. (..) Dat idee had ook grote invloed op Europese imperialistische denkbeelden over ‘lege’ landschappen.(..) Die landschappen konden geannexeerd worden omdat de mensen die ze bewoonden voor de Europeanen onzichtbaar waren.” Door een tweeluik te maken waarin de kunstenaar een rijker en vollediger beeld van haar land schetst, laat Al-Ani toeschouwers nadenken over het effect van beeldvorming.
Samuel en Polat vatten de kern van al het bovenstaande mooi samen: ’Door uit het eigen narratief te stappen, of dat in elk geval te laten toetsen, groeit de empathie. Laat dat nu net zijn wat we in deze tijd hard nodig hebben.’
Over een toekomst die had kunnen zijn
Imane Nadif (1986) is Gemeenteraadslid van GroenLinks in Amsterdam, en heeft ten tijde van het interview de portefeuille Economische Zaken, Circulaire Economie, Kunst en Cultuur, Vastgoed Monumenten, Luchtvaart en Gemeentelijke deelnemingen. Het gesprek komt al snel uit bij één van de dossiers waar Nadif zich in vastbijt: Schiphol. ‘Toen het steunfonds van driehonderd miljoen voor de kunst- en cultuursector werd opgericht ging dat gepaard met een heel duidelijke brief met de boodschap: dit is het bedrag, dit zijn de regels. (..) Maar bij KLM werd steun toegezegd zonder dat de precieze voorwaarden waren vastgesteld. (..)’ Nadif wijst er ook op dat de Nederlandse staat onrechtmatig aandelen had gekocht in Air France-KLM, dat verklaart waarom het kabinet wil dat we vooral veel vliegen. ‘Dit is niet waar wij als overheid en samenleving in moeten investeren. En trouwens, bij KLM gaat het om 30.000 banen, in de kunst en cultuursector gaat het om 133.000 banen!’
Platform Beeldende Kunst lanceerde in 2020 een campagne als reactie op de steunfondsen waarover Nadif spreekt, met de naam: ‘Dit zijn onze helden.’ Op het malieveld stonden plots tien sokkels met daarop beelden van verschillende beroepsgroepen met daarbij hun gemiddelde jaarinkomen. De hoogte van de sokkels correspondeerde met de hoogte van de inkomens. In hun statement stond o.a. het volgende: ‘Hoe kan het dat de mensen die zoveel waarde toevoegen aan onze samenleving daar steeds minder van terugzien? Waarom verdient de topman van Shell in één dag meer dan de gemiddelde docent in een heel jaar? (..) Waarom staan we toe dat een kleine groep mensen meer geld krijgt dan ze ooit kan besteden, terwijl een groeiende groep Nederlanders het hoofd nauwelijks boven water kan houden? Dit beeld vraagt om een andere samenleving: waar salarissen niet langer reiken tot in de wolken terwijl de rest bijna aan de grond zit, waar de kloof tussen schoonmaker en CEO kleiner wordt in plaats van groter, waar iedereen die een bijdrage levert aan deze maatschappij eerlijk wordt beloond. Niet met mooie woorden of applaus, maar met het salaris dat een held verdient.’
Ook in de dialoog tussen Samuel en Nadif geeft de laatste aan dat we de samenleving volledig hebben ingericht op economische groei, terwijl deze ingericht zou moeten zijn op menselijk welzijn. Het maakt dat zij die dag in een verdrietige bui is. ‘Het is melancholie over een toekomst die had kunnen zijn.’ Toch is ze strijdlustig: ‘We moeten als maatschappij keuzes gaan maken. (..) De grote vraag is dus: welke kant gaan we op? De tijd van een aandeelhouderseconomie is voorbij. We kunnen niet meer terug naar het oude normaal.’
Over waar we naartoe willen
Glen Helberg (1955) is psychiater en activist. Hij richtte samen met enkele collega’s het Expertisecentrum Transculturele Therapie op, dat uitgaat van het principe dat iedereen in een systeem leeft en een relatie tot één of meerdere culturen heeft – óók de witte Nederlander. Daarnaast zet hij zich al decennialang in voor de positie van mensen van kleur en zwarte personen in Nederland in het algemeen en Afro-Caribische Nederlanders in het bijzonder. Samuel en Helberg spreken over hoe we ons tot onszelf en tot anderen verhouden. Wanneer Samuel voorzichtig vraagt hoe het is om je een leven lang tot het hebben van een zwart lichaam verhoudt, is een deel van het weloverwogen en confronterende antwoord: ‘Een zwart lichaam staat voor ongelijkwaardigheid en ongelijkheid ten aanzien van de ander. (..) Een zwart lichaam betekent bekneld zitten in een koloniaal systeem dat institutioneel racisme ontkent terwijl de zwarte persoon er dagelijks mee geconfronteerd wordt.’
Kunstenaar Steve McQueen (1969) beaamt bovenstaande woorden al decennialang in zijn kunstwerken, en in 2020 in een krachtig kunstwerk in het bijzonder: Small Axe. Het is een bloemlezing van vijf films die zich afspelen tussen de late jaren zestig en begin jaren tachtig in Londen, die samen het antwoord van Helberg pijnlijk zichtbaar maken. Elk van de films vertelt een eigen verhaal en belicht de manieren waarop zwarte mensen stelselmatig hun menselijkheid wordt ontnomen. Niet ‘alleen’ in de Verenigde Staten, niet ‘alleen’ in het Verenigd Koninkrijk. Ook hier, nu en in de toekomst als we niet oppassen. In een interview met het NRC zei McQueen over Small Axe: ’Het ging altijd over de toekomst. Waar we naartoe willen en wat we moeten doen om daar te komen.’
Dat een koerswijziging nog altijd hard nodig is, bleek maar weer uit de gebeurtenissen van de afgelopen week, waarin het Capitool bestormd werd door witte terroristen die vrijwel ongestoord verderf konden zaaien. Wat een beschamend en pijnlijk contrast met de gewelddadige behandeling van vreedzame Black Lives Matter-demonstranten van een aantal maanden terug.
Helberg benadrukt in het gesprek met Samuel dat we de situatie in de Verenigde Staten niet los moeten zien van die in Nederland: ‘‘De (Black Lives Matter) protesten vormden een opeenstapeling van woede en pijn over al die mensen die in de Verenigde Staten vermoord zijn, maar ook over het onrecht dat zwarte mensen hier in Nederland meemaken. Want ook hier worden mensen uitgesloten en vermoord door geweld van de staat.’ Dat verandering (óók in Nederland) hard nodig is, is duidelijk. De vraag die we daarbij volgens Helberg moeten stellen is: ‘Hoe creëren we met elkaar veiligheid te midden van deze overgang?’
Over wat we achterlaten
Joost Röselaers (1979) is theoloog, predikant en schrijver. Het afgelopen jaar heeft hij veel rouw gezien, maar ook veel introspectie. Röselaers noemt bijvoorbeeld de barsten in onze ideeën van maakbaarheid: ‘Juist al die twintigers en dertigers die opeens thuiszaten en geconfronteerd werden met hun leven dat ze zo mooi voor zichzelf hadden vormgegeven en waarvan het plaatje op Instagram zo klopte, worden opeens met hun eigen maakbaarheid geconfronteerd.’ Hij stelt dat deze mensen vroeger naar een predikant zouden gaan, maar nu veelal bij een psychiater terechtkomen. Teruggeworpen op die ene vraag: waar draait het allemaal om? Het is het soort vraag die ook altijd naar boven op de momenten dat hij mensen begeleid op hun sterfbed.
This body that once was you is een kunstwerk van Vibeke Mascini en Babs Bakels die deze vraag ongetwijfeld bij mensen heeft doen reizen. Zittend op een houten stoel te midden van een veld van stof uit menselijke botten, visualiseerden bezoekers via een audio-installatie hun eigen dood. Een ervaring die je enkel alleen kon ondergaan. Het kunstwerk begint met ‘Je bent vandaag gestorven’ en leidt je via negen stadia – van het uiteenvallen van je lichaam tot het opgaan van je lijf in het universum – langs je stervensweg. Mascini maakte meerdere kunstwerken rondom de dood, in een interview met de Volkskrant zei zij hierover: ‘Door de coronapandemie zijn wij ons als mensen meer bewust geworden van onze sterfelijkheid. (..) Met mijn projecten probeer ik de dood meer zichtbaar te maken, zodat mensen er minder bang voor zijn.’
Voor Röselaers is God hetgeen dat in leven en sterven vaste grond onder de voeten geeft. ‘God heeft met indrukwekkende ervaringen te maken, ervaringen waarbij de mens diep van binnen voelt: hier gebeurt iets, dit kan ik niet verklaren, maar dit is wat mijn leven zin geeft.’ Samuel beaamt dit, en schrijft dat dit precies is wat hij in alle noodzakelijke gesprekken voelt. ‘Het is die goddelijke vonk, die telkens overslaat en mij – al is het maar voor even – dwars door alle virtuele ruis heen een kijkje in de ziel van mijn gesprekspartner geeft. (..) Het is zoals Maya Angelou eens streng tegen Oprah Winfrey zei: ‘You have no idea what your legacy will be, your legacy will be every life you have touched.’
Een nieuwe wereld
Het boek van Mounir Samuel onthult een mozaïek aan reflecties en perspectieven waarvan ik slechts een aantal fragmenten kon uitlichten. Evenals de kunstwerken die ik hierboven heb genoemd verdienen deze interviews meer tijd en aandacht. Ik geloof dat zij ons stuk voor stuk verder helpen in het verspreiden van die vonk – welke naam je daar ook aan geeft – en helpen meebouwen aan iets groters. Misschien dat we die nieuwe wereld zelfs even kunnen aanraken voor we hem weer verlaten.
Het boek Noodzakelijke Gesprekken, reflecties op een nieuwe wereld van Mounir Samuel kan je hier vinden.