Nee, Nope gaat niet over aliens, maar over kunstenaarschap
In de rubriek Gevonden voorwerpen lichten Motley-auteurs een kunstwerk toe dat zij recent zijn tegengekomen. Maurits de Bruijn zag Nope, de nieuwste film van Jordan Peele, en werd meegevoerd in een verhaal over de schadelijke gevolgen van onze beeldcultuur.
Er zijn behoorlijk wat redenen te noemen waarom je het onlangs verschenen Nope zo snel mogelijk in de bioscoop moet gaan zien. Allereerst is het de nieuweling van sterregisseur Jordan Peele die eerder met Get Out en Us furore maakte door het horrorgenre flink op te schudden en van hedendaagse narratieven en invalshoeken te voorzien.
Dan is er voormalig kindster Keke Palmer die vanwege haar tomeloze energie de kijker moeiteloos voor zich wint, en Daniel Kaluuya die als haar stoïcijnse, zwijgende broer alleen al met zijn enorme, rooddoorlopen ogen hele verhalen kan vertellen. Er zijn de prachtige beelden van een prairie ten noorden van Hollywood die het decor vormen voor het verontrustende verhaal. En ten slotte is er de suspense die volgt op de ontdekking van een mysterieus wezen dat zich boven die vlakte in een wolk ophoudt en soms naar beneden afdaalt om onschuldige mensen op te slokken.
Mij viel nog iets op toen ik steeds verder in het rode pluche van de bioscoopstoel zonk. Het wezen dat de personages van Nope in zijn greep houdt, roept bij hen namelijk niet alleen angst op – toch veelal het voornaamste ingrediënt van een horrorfilm. Het dier/de alien/het monster vervult hen ook met nieuwsgierigheid en gretigheid. Ze komen op het idee het wezen vast te leggen in de hoop op een million dollar shot, in de film het ‘Oprah shot’ genoemd. Want het universum dat de film blootlegt, is net als het onze: wat uitzonderlijk is moet worden vastgelegd en uitzonderlijke beelden kunnen de maker roem en geld opleveren. De wereld om ons heen wordt op talloze schadelijke en minder schadelijke manieren gekapitaliseerd, en ook onze beeldcultuur vormt daarin een onmisbare schakel.
Palmer en Kaluuya, de broer en zus wier huis zich gevaarlijk dicht bij het wezen in de lucht bevindt, storten zich op het maken van dat ene shot, en daarmee wordt er niet meer alleen op hen gejaagd, maar verworden zijzelf tot jagers. En de film, die zich aan het begin lijkt te ontvouwen als een typische monster movie, waarin de karakters zich gedwongen zien te vluchten voor een allesverslindend beest, verandert in een morele spiegelvertelling over onze obsessieve, allesverslindende beeldcultuur en influencers, dierenexploitatie, geldwolven en het publiek dat ervan smult. Zo ontvouwt Nope zich als een horror sci-fi waarin niet de aliens, maar de kunsten centraal staan. Want na verloop van tijd gaan de twee protagonisten steeds meer gelijkenissen vertonen met kunstenaars die zich vastbijten in hun onderwerp, en koste wat het kost een beeld willen creëren dat hen onsterfelijk maakt, en worden zij de monsters die we zouden moeten vrezen.