NDSM Magazine
Samen met Stichting NDSM-werf publiceert mister Motley op 17 april een uitgave over gentrificatie, kunst in de openbare ruimte, het nachtleven en stedelijke ontwikkeling. Met tientallen schrijvers en kunstenaars is er gewerkt aan het NDSM Magazine om antwoord te vinden op de vraag hoe we in een samenleving die steeds meer draait om efficiëntie, ruimte kunnen behouden voor dingen die dat per definitie niet zijn? Het is een kleurrijke verzameling geworden van essays, interviews en kunstenaarsbijdrages, vormgegeven door studio Bas Koopmans. De lancering op woensdag 17 april in Sexyland zal gaan over de ervaring die men heeft wanneer ze de pont verlaten en een paar uur spenderen aan de andere kant van het water. Met artificieel licht, een klok die 24 keer sneller tikt dan onze horloges en verschillende kunstenaars en denkers wordt 24 uur op de NDSM nagebootst. Juist omdat hier de dagelijkse tijd zo vaak wordt genegeerd, wordt versneld, vergeten of vertraagd en op ieder moment van de dag een andere gedaante aanneemt.
Wanneer je tussen 2013 en 2016 met de pont vanuit het Centraal Station van Amsterdam richting de NDSM-werf voer, kwam je net voor het aanmeren een kunstwerk van Nathan Coley tegen. De zin ‘A place beyond belief’ weerspiegelde in het water en ’s avonds zetten de verlichte letters zich stevig af tegen de donkere hemel.
Coley maakte het kunstwerk nadat hij een vrouw op de New Yorkse radio had horen praten over de verwerking van 9/11. New York moest volgens haar ‘een plek voorbij geloof’ worden om de gebeurtenis te kunnen ver werken. Het kunstwerk memoreert dit geloof in de mensheid, waarin de alledaagse waan plaatsmaakt voor overkoepelende verzoening en collectieve verbeelding. De NDSM is zo’n plek voor verbeelding. Een plek waar de potentie van vrijheid en creativiteit wordt gevierd.
In 2019 is de zin opnieuw te lezen, dit keer in de tuin van een kiprestaurant in attractiepark Walibi Holland dat zich naar eigen zeggen met de oplichtende letters een hippe ‘urban look’ wil aanmeten. De desbetreffend sculptuur is echter niet van Coley, en Walibi Holland lijkt het auteursrecht te schenden door de stalen constructie met lichtgevende letters zonder toestemming exact na te bootsen. Sterker nog, de symbolische kracht van het kunstwerk wordt volledig teniet gedaan door deze vorm van commerciële kaping en decoratieve toepassing ervan in een attractiepark.
De gebeurtenis vormt een vlijmscherpe metafoor voor wat er op de NDSM werf speelt. Op de scheepswerf werd eerst jarenlang keihard gewerkt door honderden arbeiders, vervolgens kreeg het terrein te maken met verwaarlozing door leegstand om uiteindelijk een thuis te worden voor kunstenaars, vrije denkers en anarchisten die de stad wilden ontvluchten. Zij maakten het braakliggende terrein tot een levendige plek waar letterlijk ruimte was omanders te denken, om de dingen anders te doen.
Het duurde echter niet lang tot grote merken en commerciële partijen de plek ontdekten als vruchtbare bodem voor financieel succes. Als ware Walibi kiprestaurants vlogen ze op de urban look van het terrein af om het idee van anders denken, vrijheid en autonomie te kapitaliseren.
Vanaf hetzelfde moment zijn er vele scherpe geesten die zich tegen deze gentrificatie verzetten, die er voor willen zorgen dat in ieder geval het vrije denken de ruimte blijft krijgen. In de ateliers van de NDSM loods werken honderden creatieven, sommigen al meer dan 25 jaar. Kunstenaars Bart Stuart en Klaar van der Lippe gebruiken hun atelier onder de scheeps bouwhelling als vertrekpunt om de stedelijke ontwikkeling diepgaand en kritisch te onderzoeken. Gevierde kunstenaars als Navid Nuur, Dries Verhoeven en Joep van Lieshout krijgen de mogelijkheid om grote openbare installaties te realiseren. In de conceptuele club Sexyland mag iedere dag een nieuwe ‘eigenaar’ in alle vrijheid de 250 vierkante meter runnen en bij het vallen van de avond vormen uitbundige feesten her en der op het
terrein een stevig tegengeluid – met de roes als wapen.
Stichting NDSM-werf en mister Motley besloten deze uiteenlopende, experimentele en altijd veranderende plek als uitgangspunt te nemen voor een kleurrijk tijdschrift. De ontwikkelingen op de
NDSM zijn exemplarisch voor vele vrijhavens over de hele wereld en vragen anno 2019 om een kritische reflectie. Hoe kunnen we in een samenleving die steeds meer draait om efficiëntie, ruimte behouden voor dingen die dat per definitie niet zijn? Hoe beschermen we uitingen van menselijke waarden, vrijheid en creativiteit tegen de aanzuigende werking van commercie en vermarkting? Hoe bestrijden we de monocultuur die onze steden bedreigt en kan kunst daar een rol in spelen?
Maar ook, in hoeverre zijn kunstenaars en creatieven medeverantwoordelijk voor het patroon van transformatie en uitsluiting, wanneer ze zich (laten)inzetten om goedkope plekken in de stad te verbeteren? Moeten ze zich niet afvragen, gezien het feit dat hun initiatieven bijdragen aan het succes van de stad, of ze eigenlijk niet meehelpen aan hun eigen uitzetting?
Terwijl deze vragen op veel meer stedelijke plekken van toepassing zijn, fungeert de NDSM-werf al jaren als waardevol voorbeeld van hoe gentrificatie werkt. Het raamwerk van metershoge bouwkranen dat het terrein momenteel omringt is de aankondiging van een onafwendbare toekomst. De kans bestaat dat het eens zo charismatische postindustriële stukje stad binnen enkele jaren nauwelijks nog van naburige woonwijken te onder scheiden is. En tegelijkertijd, op het niveau van de bont-geverfde straat stenen, in de blik van de dwalende voorbijganger en in de dreunende bas die vanuit een willekeurige containerstudio naar buiten dringt, klinkt het potentieel van de verbeelding nog altijd door.