Naar de hemel in plaats van de hel
RemiGarE necesse est vivere non est necesse
een performance van Seamus Cater & Pawel Kruk
Jaren geleden vormde zich vanuit het niets opeens een vreemde bobbel onder mijn arm. Nadat zeer bekwame dokters er naar hadden gekeken besloten ze tot een kleine operatie. De anesthesist droeg een heel licht roze pak en fluisterde me toe om aan fijne dingen te denken terwijl hij me in slaap zou brengen. In een wolk van zoete gedachten, de liefde voor mijn zoon, mijn vrienden, witte wijn met een volle smaak, paprikachips van Hoeks en liefde van mijn minnaar dreef ik weg. Na het ontwaken wilde ik maar een ding, terug naar die tijd die geen duur had en waarvan ik niets meer wist alleen de herinnering aan een verrukkelijke sensatie, alsof ik in de hemel was geweest. Wekenlang had ik heimwee naar die roes.
Op zaterdag 30 mei ben ik in Hoorn, een te mooie stad waar jongens met echte klappertjespistolen spelen, in de vensterbanken veel planten en kleine zelfgemaakte beeldjes staan en de sex shop Adult Nation heet. Het lijkt me een stad vol creatievelingen. Irene Craen van Hotel Mariakapel brengt me naar een bootje waar ik als onderdeel van en performance Remigare Necesse… mee mag varen. Ik maak me iets ongerust want op de website las ik over een reis naar de onderwereld die adresseert aan gevoelens van angst, nervositeit en hoop, met een polyfonie van zintuiglijke informatie, waaronder spraak, muziek, zang, rituelen en situatie. Mogelijke gevoelens van claustrofobie zouden worden gecompenseerd met een prozaïsche, bescheiden kwaliteit van woorden en geluid. Niet iets om naar uit te kijken. Ook moest ik de vaarlieden ieder twee euro betalen, zoals de doden in het oude Griekenland de veerman Charon moesten betalen omdat als de overtocht niet betaald kon worden dan zou de geest van de overledene honderden jaren ronddolen langs de oevers van de Styx. Niemand wil zijn geliefde als een ongelukkige dwalende geest tegenkomen dus legden de oude Grieken altijd een munt in de mond van de doden.
Voorzichtig stapte ik in de roeiboot waar aan weerszijde een zwijgzame bootsman zat. Ik mocht languit op een matje op de bodem gaan liggen en kreeg een dekentje over me heen. Een van hun legde de munten op mijn ogen. Het was prachtig weer en de zon deed het randje licht om de munten heen fonkelen. Hulpeloos gaf ik me over, op weg naar de hel. De boot schommelde zachtjes en het geluid van het schuivende ijzer van riemen en pen klonk piepend in mijn oren. We draaiden rondjes. Stemmen, geklots, meeuwen en in de verte een draaiorgel. Dan maakt de bootsman een paar flinke slagen en we gaan geloof ik op weg. Ondertussen brandt de zon op de twee munten en projecteert caleidoscopische beelden op de binnenkant van mijn ogen. De rondjes liggen prettig zwaar op mijn ogen. Loom en relaxt zak ik langzaam weg naar de bodem van het bootje, als in een ultieme meditatieoefening. We varen verder weg en de sensaties van lucht, licht, kleur, gewiebel en wat al niet meer verdiepen zich. Zonderlinge muziek klinkt en transformeert tot een toon die een mogelijke laatste gedachten uitdooft. In een andere wereld, ja, maar de kunstenaars zijn misschien de verkeerde kant opgevaren, geen hel of angst of claustrofobie maar meer het nirwana. Ik hoorde de aardse geluiden van schurend ijzer en meeuwen, het bootje dobbert, hangt scheef en vaart een klein stukje, het duurde oneindig. Dan voel ik twee handen die de munten weer van mijn ogen af plukken. Een healing, of heeft Irene de Craen die de taak van Hermes op zich had genomen om de doden naar de Styx te begeleiden wat verzachtende drugs in mijn thee gedaan?
Als ik later op de dag een kibbeling bestel bij een kraampje langs het water vertelt een visserman me dat hij die middag een bootje op het water heeft gezien waar een vrouw boven zweefde. Ja, iedereen aan de kant had vol verwondering toegekeken, het duurde wel vijf minuten voor de vrouw weer naar beneden zakte en de bootmannen er als gekken vandoor roeiden, naar het water achter de Hema. Een levitatie op klaarlichte dag. ‘Ja, achteraf ga je toch twijfelen’, zegt de man terwijl hij nog een slokje van zijn jenever neemt. ‘Misschien heb ik ook wel genoeg op voor vandaag.’ Wekenlang heb ik nog heimwee naar het nirwana.
Dezelfde middag bezoek ik een zwarte berg van aarde in de expositieruimte van Hotel Mariakapel. De kunstenaar Sybren de Boer noemt zijn installatie ‘Into The Mystic’ dus dat leek me een passend einde voor deze spirituele dag. Zijn berg is een metaforisch antwoord op de verwoesting van de kapel door een brand in het verre verleden (1877). Het maken van de berg is als een healing voor dit verleden. De berg ziet er solide uit, de aarde is wat licht, turfachtig. Achter de berg zie ik stellages want alles is geknutseld en nep. Filmtaal. Tijdens het bouwen van de berg vinden er magische momenten plaats, alsof je boven het alledaagse uitstijgt, zegt Sybren. Een berg is een symbool voor het hogere, zoals de Grieken de tempel boven op een berg plaatsen, en Mozes op de heilige berg de tien geboden ontving. In de geheime werkplaats die achter de berg verstopt ligt, lijken restanten van rituele handelingen achter te zijngelaten, een lijn van TL-buizen, lucifers met kopjes in de kleuren geel, bleuw en tood, een gouden tak. Twee blikjes Red Bull getuigen van nachtenlange inspanningen. Als ik nog meer betekenis aan deze al zo glorierijke dag wil toevoegen kan ik hier de berg verder beklimmen.
Hotel Mariakapel Hoorn
Seamus Cater & Pawel Kruk
May 27-31, 2015
Sybren de Boer
May 16 – June 27, 2015